|
|
|
NIEUWSSELECTIE Energy Match
|
Miljard aan investering ligt stroomsector zwaar op de
maag
Tweede-Kamerleden: 'Inbreuk op autonomie stroomnet'
Door onze redacteur KAREL BERKHOUT
De Tweede-Kamerleden zeggen veel belang te hechten aan de onafhankelijkheid van de infrastructuur. "Die onafhankelijkheid vinden wij zo belangrijk, dat wij die heel duidelijk hebben vastgelegd in de wet", zeggen Van den Akker en Van Walsem. Het beheer, het onderhoud en de uitbreiding van het elektriciteitsnet is volgens de wet een exclusieve taak van de netbeheerder, in dit geval TenneT. Bemoeienis met het netbeheer door producenten en leveranciers is een overtreding van de elektriciteitswet en geldt als een economisch delict. De Sep heeft op 21 oktober 1998 zijn bezittingen, waaronder het hoogspanningsnet, overgedragen aan Tennet. Door in de Akte van Inbreng ook een bepaling op te nemen over de aanleg en de overdracht van de Noorse kabel wordt volgens de Kamerleden de indruk gewekt dat de Sep zich met het netbeheer van TenneT bemoeit. De door deze krant ondervraagde juristen die zijn gespecialsieerd in de energiemarkt, onderschrijven op één na dat de bepaling in strijd is met de wet. Sep gaat niet rechtstreeks in op dit verwijt en stelt alleen dat de elektricteitsproducenten zich "houden aan de wet". De Akte van Inbreng is twee jaar geleden ondertekend door G. Zijl, thans directeur van TenneT, namens zowel Tennet als Sep, zodat onder de akte twee keer dezelfde handtekening staat. "Juridisch kan dat natuurlijk wel, maar het maakt wel een merkwaardige indruk", zegt Van den Akker. De Sep laat daarop weten dat de "wijze van overdracht destijds geheel correct is verlopen." Kabel hindert liberalisering
ROTTERDAM, 7 OKT. De kabel wordt 20 centimeter dik, bijna 600 kilometer lang en verbindt Lista in het zuiden van Noorwegen met de Eemshaven in noord-Nederland. In de ongeveer tien jaar dat over de aanleg van de elektricteitskabel wordt gesproken, is er al gesteggeld over de milieu- effecten van een kabel in de Waddenzee, werd een contract met een kabelfabrikant opgezegd en waren er problemen met de vergunningen. Nu is de verantwoordelijkheid voor de Noorse kabel de inzet van een controverse, die de liberalisering van de elektriciteitsmarkt in het hart raakt. "Ik vraag me of hier geen sprake is van strafbare feiten", zegt het Tweede-Kamerlid Hans van den Akker (CDA). Zijn collega Jan van Walsem (D66) ziet "strijdigheid met de wet". Ferd Crone (PvdA) noemt een en ander "wonderlijk", Hella Voûte (VVD) is "niet gelukkig". De Noorse kabel is een heet hangijzer geworden in de politieke discussie over de overgang naar de vrije stroommarkt, die volgende week een nieuwe ronde ingaat met de schriftelijke inbreng van de Kamerleden. De aanleg van de Noorse kabel had volgend jaar moeten beginnen, maar is voorlopig uitgesteld. Via deze kabel wil Nederland stroom betrekken uit Noorse waterkrachtcentrales en 's nachts weer stroom terugleveren. De contracten voor de kabel, die in 1994 werden gesloten, passen volgens de Sep "in de toenmalige structuur van de elektricteitsvoorziening". Toen de overeenkomst werd gesloten met Statkraft en Statnett, was de Nederlandse elektriciteitssector nog geheel een overheidszaak en konden de investeringen worden betaald uit de tarieven voor de verbruikers. Nu, zes jaar later, wordt de stroommarkt vrijgemaakt en kunnen investeringen zoals in de Noorse kabel niet zomaar worden doorberekend aan de klant. De Noorse kabel van ongeveer een miljard gulden is daarmee een 'baksteen' geworden. Bakstenen, het jargon voor de verzameling onrendabele contracten en investeringen uit het verleden, zijn het hete hangijzer van de liberalisering. De commissie-Herkströter heeft onlangs uitspraak gedaan in een rapport, dat grotendeels is overgenomen door minister Jorritsma (Economische Zaken). De 'milieu-investeringen' - stadsverwarming, kolenvergasser - zijn een zaak van de overheid, die deze bakstenen met een heffing doorberekent aan de verbruiker. De rest komt voor rekening van de elektricteitsproducenten in de Sep, dus ook de aanleg van de Noorse kabel. De Sep wordt opgedoekt en heeft het landelijk hoogspanningsnet overgedragen aan TenneT, dat wettelijk verantwoordelijk is voor het onderhoud, het beheer en de uitbreiding van het elektricteitsnet. Op 21 oktober 1998 tekende de huidige TenneT-directeur Zijl namens zowel Tennet als Sep de Akte van Inbreng. Daarin staat over de Noorse kabel, dat "Sep en TenneT (...) nadere afspraken (zullen) maken" over de Noorse kabel. De oppositiepartij CDA en de regeringspartij D66 lezen daarin dat TenneT de kabel hoe dan ook moet aanleggen en dat alleen de voorwaarden nog punt van overleg zijn. Sep en TenneT zelf zeggen dat de "kabel aan Tennet overgedragen zou kunnen worden" dan wel dat "zou kunnen worden afgesproken" dat TenneT de kabel aanlegt. De meeste van de door deze krant ondervraagde juristen die in de energiewetgeving zijn gespecialiseerd, onderschrijven deze lezing. Het ministerie van Economische Zaken, dat verantwoordelijk is voor de energiemarkt, verklaart desgevraagd dat de opmerking in de memorie van toelichting van de elektriciteitswet, dat TenneT de kabel aanlegt "een foutje" is dat wordt rechtgezet. Het maakt nogal uit of de Noorse kabel het probleem is van de Sep dan wel van TenneT. In het eerste geval draaien de elektriciteitsproducenten ervoor op, of liever hun vroegere dan wel huidige aandeelhouders. In het tweede geval worden de kosten doorberekend in de transporttarieven voor het gebruik van hoogspanningsnet en betalen de verbruikers de rekening. De zinsnede in de Akte dat de kabel "op eerste verzoek" van Sep moet worden overgedragen aan TenneT duidt er volgens alle ondervraagde juristen op dat de 'baksteen' die volgens Herkströter van de Sep is, alsnog naar de eindverbruiker wordt doorgeschoven. Zwaarder nog dan wát Sep en Tennet hebben afgesproken, weegt echter dát beide partijen zaken schriftelijk hebben vastgelegd over de Noorse kabel. Ook na de opheffing van Sep blijven de vier stroomproductenten eigenaar van TenneT, die echter een strikt onafhankelijke netbeheerder moet zijn met een eigen raad van commissarissen volgens de regels van het structuurregime. De onafhankelijkheid van de infrastructuur geldt als het alpha en omega van de vrijmaking van de stroomsector, omdat anders een partij dankzij beïnvloeding een oneerlijk concurrentievoordeel zou krijgen. Hoewel de Noorse kabel deel lijkt uit te maken van het netbeheer, bestrijdt de Sep dat inbreuk is gemaakt op de onafhankelijkheid. Sep wijst erop dat het wettelijke structuurregime voor TenneT dateert van na de ondertekening van de Akte. De elektricteitswet verbiedt in artikel 16, lid vier, echter ook leveranciers en producenten om zich te bemoeien met de netbeheerder en deze wet is van kracht geworden vóór de ondertekening van de Akte. De passage over de Noorse kabel is volgens het CDA en D66 in strijd met dit wetsartikel en daarmee in theorie een economisch delict. Deze lezing wordt onderschreven door de meerderheid van de ondervraagde juristen, op één na: "De wet is bedoeld om te voorkomen dat één partij oneerlijk voordeel kan behalen en ik zie niet hoe de Sep dat in dit geval zou kunnen." De Sep zelf gaat op deze kwestie alleen in algemene zin in met de opmerking zich te "houden aan de wet".
|
NRC Webpagina's 7 OKTOBER 2000
|
Bovenkant pagina |
|