U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Klik hier
N R C   H A N D E L S B L A D  -  V O O R P A G I N A
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 

S c h a k e l s
Deense minsterie van Economische Zaken over de euro (Deens)

Europese Centrale Bank

Euro.nl

Euro bij Europese Commissie


Rationele argumenten zijn gebrekkig wapen tegen angst voor verlies identiteit

Deens 'ja' zou voor de euro een oppepper zijn


De Denen zeggen vandaag in een referendum ja of nee tegen de euro. In opiniepeilingen houden voor- en tegenstanders elkaar in evenwicht. Maakt het veel uit, wat ze beslissen?

Door onze redacteur PAUL LUTTIKHUIS

ROTTERDAM, 28 SEPT.Een Deens 'nee' vandaag tegen de euro zal, zo lijkt het, de ontwikkelingen in Europa niet vertragen. In 1992, toen het Verdrag van Maastricht door de Denen werd verworpen, moest er opnieuw onderhandeld worden om de zaak vlot te trekken. Dat is bij een 'nee' nu niet nodig.

Voor- en tegenstanders in Denemarken proberen hieruit munt te slaan. Als het dan toch niks uitmaakt, zeggen de tegenstanders, kunnen we over een paar jaar opnieuw een referendum houden en alsnog deelnemen. Juist omdat het niks uitmaakt, zeggen de voorstanders, moeten we nu deelnemen. Want met een 'nee' raken we alleen maar invloed kwijt.

Maar het is, op het tweede gezicht, de vraag of het echt niets uitmaakt wat de Denen vandaag doen. Nog ruim een jaar en de euro zit niet meer alleen in het hoofd maar ook in de portemonnee in ten minste twaalf Europese landen. De munt doet het slecht tegenover de sterke dollar. En een Deens 'ja' legt weliswaar monetair niet veel gewicht in de schaal, maar zou een psychologische oppepper kunnen zijn voor de kwakkelende munt, terwijl een 'nee' het vertrouwen in de euro verder kan ondermijnen.

Als de Denen 'nee' zeggen, versterkt dit - onbedoeld - de tendens naar een Europa van twee snelheden, met een kleine groep voortrekkers die sneller integreren dan de rest. Daarover zijn de vijftien het zeer oneens. Als Denemarken de euro afwijst, wordt het voor de Zweedse regering minder gemakkelijk haar burgers ervan te overtuigen anders te besluiten. Dat geldt ook voor Groot-Brittannië, waar premier Blair het nog niet heeft aangedurfd om de Britten over te halen het pond op te geven.

Als door obstructie van sommige landen een verdergaande integratie van de rest goedschiks niet mogelijk is, waarschuwde de Franse president Jacques Chirac deze zomer nog, dan moet het maar kwaadschiks - dat wil zeggen, buiten de gebruikelijke EU-kanalen om. Daarmee komt ook het vetorecht dat EU-lidstaten in belangrijke kwesties nu nog hebben op de tocht te staan. Op de Europese top in Nice in december zal toch al worden gepraat over meer besluitvorming met gekwalificeerde meerderheden.

Denemarken manoeuvreert zichzelf door een 'nee' verder naar de Europese zijlijn. Vooral voor het debat over de uitbreiding is dat van belang. Denemarken behoort met Zweden tot de krachtigste pleitbezorgers van die uitbreiding. Ze kregen het voor elkaar dat de EU met alle kandidaten tegelijk om de tafel is gaan zitten. De overige landen zullen ook in deze kwestie minder geneigd zijn naar de Denen te luisteren, als die steeds maar weer dwarsliggen.

Denen stemmen elke keer over hetzelfde


Al vijf keer eerder gingen de Denen naar de stembus voor een Europese kwestie. En eigenlijk was het steeds weer hetzelfde referendum: doen we mee aan Europa of zijn we zozeer gesteld op onze eigenheid dat we verdere integratie afwijzen?

Door onze redacteur PAUL LUTTIKHUIS

ROTTERDAM, 28 SEPT. Bijna niemand begrijpt waarom de Deense premier Poul Nyrup Rasmussen het heeft gedaan. Maar vrijwel iedereen denkt dat hij vorige week met zijn garantie voor het behoud van de Deense pensioenvoorzieningen de ja-campagne in het referendum van vandaag over de toetreding tot de euro in grote problemen heeft gebracht.

Dat kan natuurlijk nooit Rasmussens bedoeling zijn geweest. Want net als het gros van de Deense politici is de sociaal-democratische premier een fervent voorstander van de euro. Het was dan ook een wanhoopsdaad. Regering en centrum-rechtse oppositie zagen de afgelopen maanden een comfortabele voorsprong in opiniepeilingen (in maart, toen de datum van het referendum werd bekendgemaakt, nog bijna 60 procent) langzaam wegsmelten.

Dat deelname aan de euro zal leiden tot economische voorspoed, Deense invloed op EU-besluiten vergroot en risico's bij een economische crisis verkleind al die argumenten leken uitgewerkt. Het verschil tussen 'ja' en 'nee' in de opiniepeilingen kwam nauwelijks nog uit boven de foutmarges van de onderzoeksbureaus.

Al vijf keer eerder gingen de Denen naar de stembus voor een 'ja' of 'nee' in een Europese kwestie. En eigenlijk was het volgens commentatoren steeds weer hetzelfde referendum: doen we mee aan Europa of zijn we zozeer gesteld op onze eigenheid dat we verdere integratie afwijzen. Hele katernen zijn in de Deense kranten de laatste weken dagelijks aan het referendum gewijd. Op prime time werd iedere dag op tv een paar uur gedebateerd door voor- en tegenstanders. Maar het debat ging telkens weer over zaken die slechts zijdelings met de euro te maken hebben.

De tegenstanders van de euro hoefden de afgelopen dagen maar te wijzen op de zwakte van de Europese eenheidsmunt, zonder dat ze er, volgens de voorstanders, bij zeiden dat de Deense kroon net zo zwak is. Ook scoorden de tegenstanders goed met de in hun ogen gebrekkige democratische constructie van de Europese Centrale Bank. De directeur is aan niemand verantwoording verschuldigd en de besluitvorming vindt plaats achter gesloten deuren. Dat dit, legden de voorstanders uit, bij de Deense Centrale Bank niet anders gaat, doet er niet toe. Tegenstanders zeiden dat het economisch voor Denemarken allemaal niet veel uitmaakt of ze nu wel of niet met euro's gaan betalen. Voorstanders ontkenden dat ook niet, maar ze wezen erop dat het voor de (politieke) positie van Denemarken bij de EU wel degelijk iets uitmaakt of het een land is dat mogelijk gaat deelnemen of zeker niet deelneemt.

Radeloos werden de ja-strijders ervan dat hun rationele argumenten keer op keer doodsloegen tegen een muur van anti-Europese emoties.

De euro, wisten de tegenstanders zeker, is het begin van het einde van de Deense soevereiniteit. Eerst verdwijnt de kroon en dan de welvaartstaat. En toen was daar ineens die vakbondsleider die aan Rasmussen vroeg om een garantie te geven dat de pensioenen ook mét de euro op het huidige, hoge niveau blijven. Een catch 22 noemt minister van Financiën Mogens Lykketoft de positie waarin de premier terecht kwam. "Als hij de garantie niet had gegeven, zouden tegenstanders hebben gezegd dat hij dat niet durfde omdat de euro wel degelijk van invloed zou zijn", zegt Lykketoft desgevraagd. "Nu hij de garantie wel heeft gegeven, wekt hij de indruk dat er kennelijk een verband bestaat tussen euro en welvaartstaat." Daar komt bij dat Rasmussen aanvankelijk van plan was om zijn Europese ambtgenoten te vragen die garantie te onderschrijven een politieke blunder, vinden de meeste commentatoren. Koren op de molen van het nee-kamp, want wat hadden die Europese leiders ermee te maken?

Karin Riis Jørgensen , europarlementariër van het rechts- liberale Venstre, leidde de ja-campagne van haar partij. "Onze leden zijn Europa over het algemeen goed gezind maar hebben een groot probleem met deze regering. Dus moeten we steeds weer uitleggen dat een 'nee' tegen de euro niet betekent dat Rasmussen zal opstappen." Ook de kwestie-Oostenrijk de onlangs opgeheven boycot door de veertien medelidstaten - zit Jørgensens achterban niet lekker. Begrijpelijk vindt ze, want de regering heeft geblunderd in deze zaak. " Rasmussen heeft eigenmachtig tot de sancties besloten. Hij had op zijn minst de buitenland-commissie van het parlement moeten raadplegen. We vertellen onze kiezers dat ze daarom niet tégen Europa moeten zijn, maar juist vóór. Want de boycot was een maatregel van de afzonderlijke landen. Als de richtlijnen uit het Europees verdrag waren gevolgd, waren de sancties er nooit geweest. Veel mensen weten nu eenmaal niet precies wat Europa betekent."

Volgens Peter Skaarup, parlementslid namens de extreem-rechtse Deense Volkspartij, weten de Denen dat best. "Om de euro te versterken moeten de deelnemende landen hun belastingen harmoniseren en de arbeidsmarkt flexibiliseren. In de toekomst moet een Deen zonder werk nog naar Portugal verhuizen als hij daar een baan kan vinden. Dat willen Denen niet. 'Ja' tegen de euro maakt besluitvorming met meerderheden noodzakelijk. Straks verliest Denemarken ook nog zijn vetorecht. Met de euro zal het in Denemarken van kwaad tot erger gaan."

Karsten Skjalm van de Deense Instituut voor Internationale Betrekkingen, zelf voorstander van de euro, denkt dat de politieke betekenis van een Deens 'nee' zeer beperkt is. De eenheidsmunt zal er in ieder geval niet mee worden tegengehouden. Na het referendum van 1992, toen de Denen zich uitspraken tegen het Verdrag van Maastricht, dreigde de ontwikkeling van Europa te stagneren. De Deense regering wist vier zogeheten opt-outs (behalve de euro, ook nog defensie, justitie en Europees burgerschap) uit te onderhandelen en kon na een nieuw referendum weer als volwaardige partner verder. Deze keer valt er volgens Skjalm niets meer te onderhandelen na een 'nee'. Het zou slechts betekenen dat Denemarken aan de zijlijn van Europa komt te staan.


Zie ook:

Voor Denen komt uit het zuiden niks goeds
(25 september 2000)

NRC Webpagina's
28 SEPTEMBER 2000


( a d v e r t e n t i e s )

Klik hier

Klik hier

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad