|
|
|
NIEUWSSELECTIE Dossier Lockerbie
|
Stergetuige Lockerbie levert geen direct
bewijs
KAMP ZEIST, 27 SEPT. Daar was hij dan eindelijk, de dubbelagent. Op de vijftigste zittingsdag van het Lockerbie-proces speelde het Schotse openbaar ministerie gisteren zijn laatste troefkaart uit. En inderdaad: Abdul Majid Abdul Razkaz Abdul-Salem Giaka, de man die werkte voor zowel de Libische geheime dienst als de Amerikaanse CIA, leverde het meest overtuigende bewijs dat de de Kroon tot nu toe naar voren heeft weten te brengen tegen de twee Libische verdachten van de aanslag op een Amerikaanse Boeing 747 in december 1988 boven het Schotse Lockerbie. Abdelbaset Ali Mohammed al-Megrahi en al-Amin Khalifa Fhimah beschikten over explosieven. Bovendien waren ze in de weer met een bruine Samsonite koffer, die december-avond op het vliegveld van Malta. Maar daarmee is het directe verband tussen de twee en de bom aan boord van PanAm-vlucht 103 nog steeds niet aangetoond. Abdul Majid Giaka - een valse naam - heeft lang moeten wachten op zijn optreden in de rechtszaal. Sinds zijn definitieve vlucht naar de VS in 1991 zit de dubbelagent in een Amerikaans beschermingsprogramma. Zes weken geleden werd hij in het diepste geheim gevlogen naar Kamp Zeist, om na enkele dagen onverrichterzake terug te keren. De advocaten van de verdachten hadden moord en brand geschreeuwd over twee 'telexen', codeberichten over Giaka die de Amerikaanse ambassade op Malta in 1988 verstuurde naar het CIA-hoofdkwartier in Washington. Slechts na wekenlang juridisch getouwtrek bleek de CIA bereid tot het openbaar maken aan de verdediging van een groter gedeelte van de telexen, zij het in zwaar gecensureerde vorm. En zo kon Giaka dan zijn opwachting maken, onttrokken aan een het oog door een scherm en sprekend met elektronisch vervormde stem. Giaka was een kleine vis, zo bleek gisteren. Na als automonteur en archivaris voor de geheime politie in Libië te hebben gewerkt, werd de 26-jarige Giaka in 1986 aangesteld assistent station manager van het filiaal van Libian Arab Airlines (LAA) op het Maltese vliegveld Luqa. Zijn directe baas was Khalifa Fhima, de filiaal-directeur. Abdelbaset al-Megrahi, 'hoofd beveiliging' van de LAA, kende hij zijdelings, zo vertelde hij gisteren. Op 10 augustus 1988 bood Giaka op de Amerikaanse ambassade zijn diensten aan, nadat hij was teruggeroepen naar Libië, naar eigen zeggen wegens een 'incident' rond een achternicht van van de vroegere Egyptische president Nasser op het vliegveld. In ruil voor informatie wilde hij naar de VS. Later vroeg hij slechts geld om een autoverhuurbedrijf te beginnen. Door middel van een nep-operatie en een valse medische verklaring hoopte hij zich te kunnen onttrekken aan de Libische militaire dienst. De Amerikanen stelden zich welwillend op tegenover de overloper, maar hechtten aanvankelijk niet veel waarde aan zijn informatie. In een van de vrijgegeven telexen vraagt de case officer van de CIA in Malta zich zelfs af of Giaka de dollars die hij iedere maand ontvangt, wel waard is. Dat veranderde toen na de Lockerbie-aanslag op 21 december 1988 het spoor in de richting van Malta en Libië begon te lopen. Volgens de theorie die het Schotse OM tijdens dit proces moet bewijzen, waren het Abdelbaset al-Megrahi en Khalifa Fhima die op Luqa een koffer met daarin een als cassetterecorder vermomde bom aan boord wisten te brengen van een vliegtuig naar Frankfurt, waar de koffer werd doorgecheckt naar Londen en werd ingeladen in PanAm-vlucht 103 naar New York. Kroongetuige Giaka leverde gisteren twee belangrijke bouwstenen voor deze stelling. Zo vertelde hij hoe Khalifa Fhimah hem al in 1986 tien kilo tnt liet zien, verstopt in een bureaula. Verder beschreef hij in detail hoe Abdelbaset al-Megrahi in de week voor de Lockerbie-aanslag uit Zürich op Malta arriveerde. Samen met Khalifa Fhimah checkte hij een bruine Samsonite-koffer uit van hetzelfde type als werd gebruikt voor de bomaanslag. "Ze liepen samen naar de douane", zei Giaka. "Er was geen controle." Het waren belangrijke toevoegingen aan de indrukwekkende verzameling indirect bewijs die het Schotse OM tot nu toe naar voren heeft gebracht. Of het genoeg zal zijn, is de vraag. Aanklager Campbell heeft laten doorschemeren dat de getuigenis van Giaka het op een na laatste 'hoofdstuk' is in de bewijsvoering van de Schotse Kroon. In de komende weken zal het OM alleen nog proberen de stelling van de verdediging dat niet de Libiërs, maar radicale Palestijnen achter de bomaanslag zaten, op voorhand onderuit te halen. Daarna is het woord aan de advocaten van de verdachten, als dezen tenminste geen verzoek indienen om het proces meteen te beëindigen wegens gebrek aan bewijs. Nu het OM er nog niet in is geslaagd een direct verband tussen de verdachten en de Lockerbie-bom te leggen, zullen de rechters in dat laatste geval eerst moeten beslissen of uit het naar voren gebrachte bewijsmateriaal de schuld van de verdachten kan worden afgeleid. Is dat niet het geval, dan komt er een vroegtijdig einde aan een voorspeld monsterproces.
|
NRC Webpagina's 27 SEPTEMBER 2000
|
Bovenkant pagina |
|