Gestolen goud
SURINAME IS BANKROET. De vorige
Surinaamse regering, onder leiding van Jules Wijdenbosch, heeft het
land schaamteloos geplunderd. De buitenlandse schuld is tot onbetaalbare
hoogtes opgelopen. De goudvoorraden van de centrale bank, bedoeld als
laatste reserve, zijn verdwenen. Zonder gouddekking is de Surinaamse
gulden een waardeloos stukje papier. In de ergste traditie van
derdewereldlanden hebben Wijdenbosch en zijn vrienden het land dat ze
geacht werden te besturen, gebruikt als hun particuliere wingewest.
Wat valt er te doen? Suriname is een goudproducerend land, dus is het
mogelijk om de goudvoorraad van de centrale bank geleidelijk weer aan te
vullen. De betalingen van de buitenlandse schuld zullen moeten worden
opgeschort. Er zal een saneringsprogramma opgesteld moeten worden - net
als op de Antillen met het IMF - en er zal een begin moe ten worden
gemaakt met fatsoenlijk bestuur. De verantwoordelijken voor de leegroof
van het land moeten worden aangepakt. De verpauperde bevolking, die
nergens van heeft geprofiteerd en alleen maar uitzicht heeft op nog eens
jaren van materiële ellende, schiet daar niet veel mee op, maar het
geeft althans een gevoel van genoegdoening. En het markeert de breuk met
het schaamteloze verleden. Ook hervatting van de hulp uit Nederland kan
dan weer een rol spelen.
De nieuwe Surinaamse regering staat een herculische taak te wachten.
Zie ook:
Goudvoorraad van Suriname blijkt verkocht (26 september 2000)