F I L M V O O R A F :
Casino Royal
BAS BLOKKER
Kunnen vijf regisseurs een goede
film maken? Over het algemeen: nee. 'Onevenwichtig' is vaak nog de
aardigste kwalificatie voor films die van regisseur naar regisseur
werden gesleept, waarna de producent en een cutter de losse
eindjes aanelkaar plakken.
Het is de arrogantie van het studiosysteem. Van de producent die weet
welke film hij wil hebben en die de regisseur beschouwt als veredelde
cameraman. Er horen ook altijd mooie anekdotes bij van regisseurs in
loondienst die achter de camera vandaan worden gesleurd en worden
vervangen door een nieuwe dagloner die een uur geleden nog op de set
stond van een andere C-film.
Kunnen tien schrijvers een goede film maken? Waarschijnlijk wel. Uit
hetzelfde arrogante systeem komen fijne anekdotes over wereldberoemde
schrijvers die in eenzame kamertjes en op sterk water worstelen met
slechte filmideeën. Die anekdotes zijn zo mooi dat er prachtige
films omheen zijn gebouwd. Sunset Boulevard, Barton Fink
om maar eens wat te noemen.
Casino Royale (1967) is niet zo'n goede film. Ondanks
schrijfbijdragen van onder meer Woody Allen en Billy Wilder, ondanks het
regiewerk van onder meer John Huston. Het is meer een curiosum.
Casino Royale was het enige boek van Ian Fleming, de geestelijk
vader van James Bond, waarvan de rechten niet toebehoorden aan producent
Albert R. Broccoli, die alle 'serieuze' Bond-films maakte. Het verzoek
om 'serieuze' Bond Sean Connery te mogen lenen voor Casino
Royale, wees Broccoli van de hand. Toen besloten de producenten van
Columbia Pictures er een parodie van te maken. En een parodie werd het.
Een 'doldwaze film', om in de terminologie van die tijd te blijven. En
zoals dat gaat in doldwaze films, de helft is sloom, een kwart is flauw,
een vijfde is geestig, de rest is briljant.
Casino Royale is briljant zolang Peter Sellers erin rondloopt.
Hij is een baccarat-speler die als driedubbelspion wordt ingezet tegen
de SMERSH-boef en baccarat-koning Le Chiffre (een kolossale rol van
Orson Welles). Wat daar tussen die twee mannen gebeurt, is met geen pen
te beschrijven. Welles goochelt met tovertrucs, Sellers goochelt met een
Indiaas accent dat hij een jaar later in The Party mocht
overdoen. Dat de twee mannen in werkelijkheid, naar verluidt, niet met
elkaar in één kamer konden zitten, dat hun dialoog in het
Casino dus apart werd opgenomen, dat is natuurlijk een fijne anekdote.
Casino Royal (Guest e.a., UK, 1967), Net5, 20.30-23.25u.