F I L M V O O R A F :
De beklimming van het ijle niets
MARISKA GRAVELAND
"Totaal nutteloos", noemde de
zwaarmoedige bergbeklimmer Reinhold Messner zijn duel met de hoogste
toppen ter wereld in Werner Herzogs documentaire Gasherbrum -
The Dark Glow of the Mountains (1984). Sterker nog, zei hij,
alpinisme is een degeneratieverschijnsel van onze maatschappij die zich
deze luxe kan permitteren, want geen enkel bergvolk haalt het in zijn
hoofd om zonder enige reden een berg te beklimmen.
Nutteloze dingen zijn vaak wel aangenaam om naar te kijken, dus dat
geldt zeker voor een expeditie naar de top van de Killer Mountain, alias
Savage Mountain, alias Death Mountain. Voluit heet deze op een na
hoogste (8611m) en volgens experts gevaarlijkste berg ter wereld,
Karakoram Peak No.2. Het veelal gebezigde K2 is een klinische naam voor
een reus die ook dienst doet als begraafplaats voor 54 expeditieleden.
Slechts 189 mensen haalden de top.
De nooit in Nederland uitgebrachte speelfilm K2 is een
scenaristisch niemendalletje. Maar zoals te verwachten valt bij een film
die zich tussen lawines en gletsjers afspeelt, worden de liefhebbers van
ijs, sneeuw en vergezichten wel op hun wenken bediend. Wat bezielt
klimmers om vrijwillig de Death Zone (boven de 8000 meter) op te zoeken,
waar mensen niet horen te zijn, waar hun bloed als stroop wordt, om
uiteindelijk dronken van vermoeidheid naar de top te wankelen of door
één misstap neer te storten? Echt veel wijzer worden we
niet, maar eerzucht lijkt de voornaamste reden, als we ten minste deze
film mogen geloven.
Dat laatste is niet altijd makkelijk: als realistisch document valt de
film door de mand op het moment dat het hoofdpersonage dommig om zich
heen kijkt en zegt: "Hé, zijn we al op 20.000 voet?" Ook is het
'we're gonna make it'-gehalte hoog, om maar te zwijgen van de
gitaarsolo's die veelvuldig galmen, in een armzalige poging om een
muzikaal equivalent van de steile bergwand te zijn.
Het meest diepzinnige moment van dit bergbeklimmerstranendal breekt aan
als een klimmende professor de bergsport vergelijkt met het beoefenen
van de natuurkunde: "Er zijn geen echte antwoorden, maar toch blijf je
ernaar zoeken." Nogal nutteloos is het bergbeklimmen dus ook volgens
deze fictieve alpinist. Maar hoe erg is dat eigenlijk? Er schuilt een
vreemd soort schoonheid in het bedwingen van het bijna-niets, de ijle
lucht. En schoonheid heeft geen reden nodig.
K2 (Franc Roddam, VS, 1991), BBC1, 0.35-2.25u.