T V V O O R A F :
Man zonder land
EDO DIJKSTERHUIS
Amin Amin streed voor een
Palestijnse staat, een land dat niet bestaat. Hij vluchtte in 1992 uit
Israël, het land van de bezetter, een land dat volgens hem niet
mocht bestaan. En hij vloog naar Nederland, een land dat hij niet kende,
waar hij het bestaan nog van bewezen moest zien. De vluchtende Amin Amin
was een man zonder land, in meer dan één opzicht.
De jonge Palestijn kwam in Nederland terecht aan de universiteit van
Delft waar hij architectuur en stedenbouw ging studeren. Het moet niet
makkelijk zijn geweest voor de oud-vrijheidsstrijder om plotseling iets
te doen dat alleen hemzelf direct voordeel opleverde. "Van hieruit kan
ik beter helpen", zegt hij in het portret dat de IKON vanavond van hem
uitzendt. Hij spreekt de woorden uit met licht afgewend hoofd, meer voor
zichzelf dan voor de camera.
Inmiddels maakt hij deel uit van een commissie die orde moet scheppen in
de architectonische wanorde in de Palestijnse gebieden en huisvesting
regelt voor vluchtelingen. Daarbij kan hij rekenen op steun van zijn
oud-afstudeerbegeleider, de vice-decaan van de TU, Carel Weber. Deze
gerenommeerde architect zegt erop te rekenen dat alle buitenlandse
studenten weer terug gaan naar hun land van herkomst. Graag zelfs, zij
zijn immers degenen die hun land weer moeten opbouwen. Ook voor Amin
Amin ziet hij een glanzende toekomst als deel van de toekomstige
Palestijnse bestuurselite. "Hij zal minister van planning worden. Zijn
soort mensen moet het land gaan leiden."
En Amin gaat ook werkelijk terug. In 1998, zes jaar na zijn vlucht. Maar
in Israël zijn ze de vroegere studentenleider niet vergeten en al
op de vliegtuigtrap wordt hij apart gehouden. Hij krijgt te horen dat
hij als persona non grata meteen weer kan vertrekken. Zijn bagage wordt
doorzocht. Een nagelknipper wordt aangemerkt als gevaarlijk wapen. Door
tussenkomst van een advocaat krijgt Amin uiteindelijk toch toestemming
zijn familie op de Westelijk Jordaanoever te bezoeken. Het incident
wordt afgedaan als vergissing ten gevolge van een computerstoring.
Aan deze luchthaven-episode wordt in de documentaire niet gerefereerd.
Wel krijgen we te zien hoe Amin dwaalt door de straten van zijn vroegere
thuisstad. Hij drinkt thee op het trottoir, bezoekt de gevangenis in
Hebron waar hij gevangen heeft gezeten en is gemarteld. En hij verbaast
zich over hoe alles veranderd is.
Maar hij realiseert zich voldoende dat het niet alleen de omgeving en de
mensen van daar zijn, die veranderd zijn in de afgelopen zes jaar. Ook
hij is niet meer dezelfde. Hij kan relativeren - "die slachtofferrol
lukt niet meer" - en kijkt naar zijn vroegere vaderland met de ogen van
een buitenlander. Amin constateert dat "Palestina niet het centrum is
van de wereld". Het is een droge vaststelling die overloopt van de
onafwendbare tragiek die de balling tekent.
Is dat waarom hij nu consultant is in Almaty? Waarom hij in
ontwikkelingsprojecten werkt zonder er echt in te geloven? Waarom de
dozen in de studentenkamer die hij nu verlaat er uitzien alsof ze daar
al acht jaar staan?
Zonder dramatisch te doen is Amin Amin een portret van een man zonder
land.
Het andere gezicht, Amin, Amin; Ned.1, 21.51-22.15u.