T V V O O R A F :
Smachten naar recht
PETER MICHIELSEN
Bosnië is het land van de
massagraven. Bosnië is ook het land van de oorlogsmisdadigers:
niemand weet hoeveel mensen er rondlopen die in de oorlog anderen
hebben vermoord, gefolterd, verminkt en verkracht. Het moeten er
duizenden zijn. Pas ongeveer dertig zijn opgepakt en opgesloten in de
Scheveningse cellen van het VN-tribunaal voor oorlogsmisdaden.
De Franse documentaire In the name of Humanity geeft een beeld
van de moeilijkheden en beperkingen van het Haagse VN-tribunaal sinds
de oprichting in mei 1993. De film illustreert hoe gigantisch de taak
is, en hoe beperkt de mogelijkheden. Een oorlogsmisdaad is snel
gepleegd. Voor een tienduizendvoudige oorlogsmisdaad als in Srebrenica
hadden de Serviërs maar een paar dagen nodig. Hoe ingewikkeld de
taak van een rechtbank is om die zaken uit te zoeken, bewijsmateriaal
te vergaren, getuigen hun relaas laten vertellen èn de
verdachten op te laten pakken door een vredesmacht die daar lang de
vingers niet aan wilde branden - dat is een heel ander verhaal. De
documentaire gaat op tal van die aspecten in: we zien de kopstukken van
het tribunaal, de inmiddels vertrokken aanklager Arbour, de rechters
Kirkpatrick en Corda, woordvoerder Chartier, die voor de hand liggende
maar daarom niet minder valide noodzaken onderstrepen. We zien Tadeusz
Mazowiecki, de VN-rapporteur voor mensenrechten die na het drama van
Srebranica opstapte uit protest tegen het gebrek aan bescherming dat de
moslims in dat 'veilige gebied' was geboden. We zien verdachten als
Dusko Tadic en Goran Jelisic alias Servische Adolf. We zien een van
zijn slachtoffers, die blij mag zijn dat Servische Adolf achter de
tralies zit, Servische Adolf die hem zijn ribben brak en hem folterde
tot hij voor dood bleef liggen, maar die weet dat talrijke collega's
van Servische Adolf nooit gepakt zullen worden. We zien vrouwen die in
verkrachtingscentra hebben gezeten en die alléén maar geen
zelfmoord hebben gepleegd om misschien ooit, ná de nachtmerrie,
de waarheid te kunnen vertellen.
En we zien een van de moeders van Srebrenica, een vrouw die in Tuzla
haar zoon zoekt in de tunnel waar in witte plastic zakken tweeduizend
nooit geïdentificeerde, uit massagraven opgedolven lijken uit
Srebrenica liggen, en die morrelt aan de ritssluiting van zo'n
lijkenzak waarin misschien wel het lijk van haar zoon zit, en die die
lijkenzak niet kan openen omdat de ritsen van die tweeduizend witte
plastic zakken in die tunnel in Tuzla inmiddels al zijn vastgeroest.
De documentaire laat zien waarom een tribunaal voor oorlogsmisdaden
nodig is. Ze laat óók zien met welke handicaps het moet
werken. En ze laat zien hoeveel spanning er tussen die twee gegevens
bestaat. We zien die spanning voor alles in de beelden van die moeders
van Srebrenica, die elke nacht de laatste woorden van hun verdwenen
mannen horen en elke nacht de laatste beelden van die verdwenen mannen
zien, en die die nachtmerrie elke nacht zullen blijven beleven zolang
er geen zekerheid over het lot van de mannen is. Aan het tribunaal
hebben ze niets. "Misschien is er een God."
In the name of humanity - The Hague tribunal, Ned.3, 20.25-22.00u.