BAGDAD, 22 JULI. Iraakse raffinaderijen produceren ongeveer 100.000 vaten olie per dag meer dan voor binnenlandse consumptie noodzakelijk is, en de autoriteiten zoeken naar nieuwe buitenlandse bestemmingen voor het surplus.

Dat hebben gisteren functionarissen van het Iraakse ministerie van Olie meegedeeld. Een groot deel van het surplus wordt getransporteerd naar Turkije, zeiden zij, en kleinere hoeveelheden naar Iran, Jordanië en Syrië.

Het was de eerste keer dat Iraakse functionarissen openlijk spraken over de bestemming van deze export, die geheel in strijd is met de handelssancties van de Verenigde Naties tegen Irak. Maar zij beschreven de sancties als inhumaan en illegaal, en zwoeren de olie in het buitenland te blijven afzetten.

Irak mag alleen olie exporteren krachtens het olie-voor- voedselprogramma met de Verenigde Naties. Dit staat Bagdad nu toe een onbeperkte hoeveelheid olie te verkopen op voorwaarde dat de opbrengst naar een door de VN gecontroleerde bankrekening gaat en wordt gebruikt voor de aanschaf van voedsel, medicijnen en andere humanitaire behoeften. Elke andere vorm van export is verboden. Een internationale vlooteenheid in de Golf houdt van tijd tot tijd tankers aan met illegale Iraakse olie aan boord. Maar marine-woordvoerders gaan ervan uit dat slechts een klein deel van de smokkelolie wordt onderschept. Daarnaast worden grote hoeveelheden dieselolie met tankauto's naar Turkije vervoerd. Geschat wordt dat de illegale export Irak dit jaar tegen de 2 miljard dollar zal opleveren, die zonder toezicht van de VN op de rekening van de Iraakse leider Saddam Hussein wordt bijgeschreven. De Verenigde Staten vrezen dat Irak dit geld gebruikt voor militaire programma's.

( a d v e r t e n t i e s )