|
|
NIEUWS
TEGENSPRAAK
SUPPLEMENT
DOSSIERS
ARCHIEF
ADVERTENTIES
SERVICE
|
NIEUWSSELECTIE
|
KGB goochelt op digitale snelweg
MOSKOU, 22 JULI. Talloze vroegere collega's van Vladimir Poetin, de ex- KGB'er die tegenwoordig in het Kremlin resideert, hebben nog steeds een dagtaak aan het schaduwen en afluisteren van potentieel staatsgevaarlijke individuen. De aanwijzingen stapelen zich op dat hun werk zich gestaag uitbreidt en ook het internet bestrijkt. De indruk wordt gewekt dat de Russische geheime diensten nogal wat schuivers maken op de digitale snelweg. Begin juli verschenen plotseling de dossiers van 140 min of minder bekende personen, uiteenlopend van de patriarch tot een presentator van een tv-show, op het net. Met één muisklik kon Natalja Gevorkian, de Frankrijk-correspondente van het zakenblad Kommersant, nalezen wat ze in augustus 1997 per telefoon met een collega had besproken. En de Amerikaan Jonas Bernstein, ooit in Moskou geaccrediteerd als correspondent voor The Washington Times, las tot zijn verbazing dat zijn spionnen er een potje van hadden gemaakt.Bernstein las dat hij zou werken voor The Washington Post en dat hij een Japanse vrouw heeft ("vermoedelijk Mariko geheten") die actief is als zendelinge. In werkelijkheid is de correspondent van de Los Angeles Times met een Japanse "Mariko" getrouwd, maar die legt geen zendingsdrang aan de dag. Hoewel het openbaar gemaakte archief (www.flb.ru) geen sensaties bevat, gaat er wel een krachtig signaal van uit. Daar is het de publicisten, die de herkomst van de dossiers niet prijsgeven, nou net om te doen. "We geloven dat dit het bewijs is dat Russische burgers onder een microscoop leven", zo waarschuwen zij op hun site, die ze voor de gelegenheid "Russiagate" hebben gedoopt. "Wij willen dat de mensen beseffen dat de geest van de KGB nog springlevend is." De publicatie van de computebestanden (vermoedelijk samengesteld door detectivebureaus van dubieus allooi) komt in een tijd dat het Westen zich ernstig afvraagt of Poetin de verleiding kan weerstaan de pers en het Internet vrij te laten. Als ex-spion moet hem de vrije, ongecontroleerde berichtenstroom via e-mail welhaast een gruwel zijn. In juli 1998, toen Poetin diende als chef van de geheime dienst FSB, lukte het hem een wettelijke regeling af te dwingen die alle Internet- providers in Rusland verplicht om op eigen kosten hun digitale verkeer met de FSB-agenten te delen. Op 5 januari van dit jaar, minder dan een week nadat Boris Jeltsin hem de Kremlintroon had nagelaten, ondertekende hij aanvullende wetgeving die zeven andere instanties hetzelfde surveilleerrecht verschaffen: de belastingpolitie, het ministerie van Binnenlandse Zaken, de grenswacht, de douane, de drie bewakingsdiensten van de president, het Kremlin en het parlement alsmede de Buitenlandse Inlichtingendienst SVR. "Dit betekent dat Rusland formeel een politiestaat is geworden", zo sprak Jelena Bonner, de weduwe van de kernfysicus-dissident Andrej Sacharov. De Petersburgse organisatie Citizen's Watch noemde de maatregel "het einde van alle e-mail privacy". Hoe doelmatig de Russische geheime diensten deze schat aan informatie scannen is ongewis. Aangezien het voor de hand ligt dat zij werken met trefwoorden, raden de toegangsverschaffers tot het Internet hun abonnees dan ook simpelweg aan: "Codeer je berichten". De eerste meldingen van directe FSB-interventie doken vorig jaar op. Op 19 mei 1999 kregen de 700 klanten van Bayard Slavia Communicatie in Wolgograd te horen dat hun provider uit de lucht was. De reden? Directeur Nail Moezachanov zou, volgens de krant Moskovski Novosti, hebben geweigerd op zijn kosten een computerlijn aan te leggen naar het plaatselijke hoofdkwartier van de FSB. Er waren twee agenten-in-burger verschenen die een complete lijst eisten van de abonnees en hun persoonlijke wachtwoord. Twee dagen later berichtte de Novije Izevstija een soortgelijk voorval uit de stad Toela, waar de privider Delta Service onder meer een groep Amerikaanse studenten tot haar clientele mocht rekenen. "De FSB zei botweg dat ze hun correspondentie wilde volgen", aldus directeur Roman Jermakov, die gedreigd werd met het intrekken van zijn licentie. Sinds het uitbreken van de oorlog in Tsjetsjenie hebben de veiligheidsdiensten carte blanche gekregen. Met lede ogen zien zij toe hoe de rebellen op hun website kavkaz.org de Russische legerpersdienst consequent tegenspreken. Het scannen van het Internet wordt gerechtvaardigd met de jacht op Tsjetsjeense terroristen. De wetgeving geeft de diensten onbeperkte mogelijkheden om gegevens af te tappen en op te slaan, maar het raadplegen ervan mag niet zonder de nadrukkelijke toestemming van het openbaar ministerie. Er moet met andere woorden eerst een gerede verdenking bestaan voordat een e-mailtje kan worden opengemaakt en gelezen. Belangengroepen als Citizen's Watch in St. Petersburg wijzen er echter op dat niemand bevoegd en in staat is de naleving daarvan te controleren. Poetin belooft "een dictatuur van de wet" maar heeft tegelijk aangekondigd dat de rol van de geheime diensten onder zijn bewind zal toenemen. Opvallend is dat er onder de 7 miljoen Russen met toegang tot het Internet geen waarneembare ongerustheid is ontstaan over het gebrek aan privacy. Op de vraag of Russia-Online, de Moskouse provider die onder meer dit artikel naar de redactie in Rotterdam overseint, ook automatisch afschriften van mijn correspondentie naar de FSB stuurt, reageert de dame van de informatielijn vol onbegrip. "Als u daar problemen mee heeft, dan heeft u kennelijk wat te verbergen."
Dit is het zesde deel van een serie over het gebruik van internet. De vorige delen verschenen op 1,4,8,11 en 12 juli.
|
NRC Webpagina's 22 JULI 2000
|
Bovenkant pagina |
|