U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
24/7 Media Europe ad
N R C   H A N D E L S B L A D  -  R A D I O  &   T E L E V I S I E
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 


S e l e c t i e


Televisie

Radio

B E E L D :
Sprekende ezels

Maarten Huygen
Er is iets met kunstschilders en formuleren. Ze kunnen het vaak niet. Schilderen is geen intellectuele bezigheid. Misschien dat de fijnere motoriek van het penseel een deel van het spraakcentrum verdringt.

Je ziet het vaak in kunstprogramma's als ze aan de interviewer, struikelend over de abstracties moeten uitleggen wat hun werk betekent. Alle illusies die ik zou kunnen hebben over de schilderijen worden verpest. Als het gave naaktmodel dat uit de mond stinkt.

In het gesprek met Wim Kayzer afgelopen februari was Karel Appel boeiend als hij gepassioneerd over verfsoorten sprak: "In het pure cadmium zit nog zwart. Dat zwart ga ik eruit halen. Hoe ga ik het eruit halen? Cadmium citroengeel. Dus het geel waar je het minst warme rood of oranje mee maakt." En dat ging nog zo een poosje door over titaniumwit, kraplak, omber en andere kleurvarianten en mengmogelijkheden waarvan ik het bestaan niet kende. Gedetailleerd kregen we verfstreken te zien, het ritme van de Toscaanse heuvels, een storm op zee, het carbid-licht van Rembrandt. Zolang Appel het bij verf en techniek hield, was hij uniek. Maar zodra hij over ruimere verbanden ging uitweiden (schoonheid, troost) werd het gesprek onverdragelijk. Zo ook de plompverloren interventie van Appel in de discussie met andere illusteren afgelopen zondag. "Ik ben een kunstenaar", begon-ie. "Wat kan ik zeggen?" Had hij het maar bij dat Nesciaanse begin gelaten maar toen ging hij door over het wachten op inspiratie om te schilderen, het "spiritual orgasm". "I am there and I am not there." Maar al dat geklets van "philosophical people" om hem heen vond hij flauwekul: "Very clever but the wrong way." De stilte van de collectieve verlegenheid die dan valt, als een bomkrater in het gesprek, maakt zo'n programma boeiend. Een lange neus had hetzelfde effect gehad. Appel was op zijn terrein even bekend als al die anderen, dus ze moesten hem ook wel een beetje serieus nemen. Zijn onhandige poging tot diepzinnigheid was een spiegel van hun eigen ijdele zelfbevrediging. Dit alles als inleiding van deel 2 gisteren in de nieuwe reeks De Sprekende Ezel, waar de schilder Peter Klashorst zijn model interviewt. Ook Klashorst is geen geweldig spreker en het feit dat hij tegelijk moet portretschilderen, is een extra handicap. Gisteren probeerde hij de Rotterdamse daklozendominee Hans Visser tot praten aan te slingeren zodat hij dan weer rustig verder kon schilderen. Als er dan een stilte valt, probeert hij iets in het populistische krakersaccent dat hij zich ooit moet hebben aangeleerd: "Sou je niet de baas van Neiderland wille sain? Sou je het niet wille inrichte?"

Eerder had hij zelfs een complete monoloog met zijn rechterarm zwaaiend naast zijn ezel, een sierlijk gezicht, de hangsnor, het baardhaar, de zwarte Senegalese muts, de zwarte jopper en broek:"Ik vraag me wel es af, moete die drugsveslaafde wel geholpe worde. Moete die mensje die aan grote huise, grote aautoos en weet ik veil wat veslaafd zijn niet geholpe worde. Die sain meschien wel erger veslaafd dan die veslaafde want die sain bevraid van alle materie. Ik ben aan het verve en ik ben ook volledig bevraid. Maar de meiste mensje gaan elk ochtend naar hun werk en die moete gewoon slaaf zijn van hun hypeteek en ik vrahg me af moete die niet geholpe worde?" Na deze verklaring dacht ik aan het geld dat die hypotheekslaven bij elkaar hadden gebracht om Klashorst uit Senegal te bevraiden. Ook Visser moest even slikken, want hij heeft zelf ook een hypeteek maar al gauw kabbelde het gesprek weer voort. De combinatie-activiteit in De Sprekende Ezel brengt matige portretten en matige interviews voort maar toch blijft dit programma me trekken. Het zit hem in de rotzooi in het atelier, de houding die de poserende persoon aanneemt terwijl hij over zichzelf opschept, de scherp observerende blikken van de schilderende Klashorst, de penseelvegen op het doek en de voorzichtige reactie van het model op het deels lijkende eindresultaat. Balk voort.

NRC Webpagina's
12 JULI 2000


( a d v e r t e n t i e s )

24/7 Media Europe ad

24/7 Media Europe ad

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad