|
|
NIEUWS
TEGENSPRAAK
SUPPLEMENT
DOSSIERS
ARCHIEF
ADVERTENTIES
SERVICE
|
NIEUWSSELECTIE
|
Japans worsteling met internet
TOKIO, 12 JULI. De sterren op de netwerkavond BitStyle in Tokio zagen er op het eerste gezicht niet anders uit dan hun collega's waar ook ter wereld. Slobberende spijkerbroeken en lang achterovergekamd haar. Jongeren die niet meer op zoek zijn naar een geplaveid carrièrepad bij een groot conglomeraat maar hun eigen zaak zijn begonnen en de problemen van de oude economie juist zien als nieuwe kansen. Maar opvallend in hun toespraken was de grote nadruk op de kansen voor Japan om er weer bovenop te komen als jonge ondernemers als zij maar doorzetten met hun vernieuwende werk. Hier was geen sprake van jongeren die alleen maar aan hun eigen portemonnee denken, maar ook de publieke zaak - althans in het openbaar - niet willen vergeten. Het egalitaire karakter van internet en de kansen die een slimme jongen op een achterkamer voor zichzelf weet te creëren botsen met de vastgeroeste feodale verhoudingen in Japan. Organisator van deze netwerkavonden was de BitValley Association, het Japanse antwoord op de uitdaging van Silicon Valley. BitValley heet naar de wijk Shibuya in Tokio - letterlijk 'bittere vallei' - waar zich de laatste tijd veel jonge bedrijven hebben gevestigd. De oorsprong van de naam ligt bij twee jonge ondernemers, Sonny Koike en Kiyoshi Nishikawa, die vorig jaar meenden dat uitwisseling van ideeën tussen al deze nieuwe bedrijven wenselijk was en de BitValley Association oprichtten. Wat begon als een maandelijkse bijeenkomst van een twintigtal bekenden liep begin dit jaar uit op een netwerkavond met meer dan tweeduizend mensen in een luxe discotheek. Voorlopig heeft de organisatie een eind aan deze avonden gemaakt. Maar BitValley staat inmiddels wel op de kaart. Ook Japan heeft in 1999 eindelijk een Nieuwe Economie in de dop gekregen. Er is honger in Japan naar nieuwe mogelijkheden. Oude bedrijven herstructureren en kunnen geen nieuw personeel of nieuwe investeringen verwerken. Zelfs afgestudeerden van het ambtenaren- opleidingscentrum bij uitstek, de Universiteit van Tokio, gaan nu op zoek naar zogenoemde 'engelen' die wat geld over hebben voor hun idee. Goeroe voor deze jongeren is Masayoshi Son, de eigenaar van Softbank die als eregast verscheen op de laatste BitStyle avond. Dit voorjaar heeft Son de Japanse versie van de Amerikaanse schermenbeurs Nasdaq aan zijn imperium toegevoegd. Jonge internetbedrijven kunnen nu ook in Japan naar hun eigen beurs, weg van de ingeroeste oude economie. Son zelf spreekt regelmatig over een "revolutie" die hij teweegbrengt in Japan. De overheid kan niet stil blijven zitten bij zoveel beweging. Trouw aan zijn eigen aard heeft de regering onder de vorige premier een adviesraad opgezet voor IT-beleid. De nieuwe premier Yoshiro Mori heeft deze adviesraad weer eens omgedoopt om te tonen dat hij zijn 'eigen stempel' op het beleid drukt. Aan plannen ontbreekt het niet. Maar zoals een commentator afgelopen zondag tijdens een televisiediscussie de rechterhand van de premier toevoegde: we weten nu wel wat er moet gebeuren, de vraag is òf het gebeurt. En zou dat te verwachten zijn van een premier die vorige maand voor het eerst van zijn leven een computer heeft aangeraakt? De verkoop van p.c.'s is in Japan pas in de tweede helft van de jaren negentig van de grond gekomen. Tot die tijd maakte men veel gebruik van veredelde typemachines, dat wil zeggen de specifiek voor de Japanse markt ontwikkelde wapuros, een verbastering van wordprocessor. Internet is pas iets van de laatste twee jaar en heeft vooral een enorme stimulans gekregen door de mobiele telefoons met internetaansluiting. Typerend voor de staat van internet is dat de grootste aanbieder van deze telefoons, NTT DoCoMo, niet in staat is zijn persberichten per e-mail te versturen maar nog altijd vertrouwd op de fax. In slechts een jaar tijd hebben zo'n zeven miljoen mensen, 5 procent van de bevolking, een internettelefoon aangeschaft. Het grootste voordeel van deze apparaten is de prijs, zowel voor het apparaat zelf als voor de verbindingstarieven. Maar de werkelijke mogelijkheden van internet zijn natuurlijk maar zeer beperkt te benutten via een mobiele telefoon. De Japanse regering wordt momenteel ingehaald door haar eigen pretenties. IT moet de basis vormen voor het langverwachte herstel van de Japanse economie. Ook heeft Japan als gastheer later deze maand van de G8, de zeven grootste industrielanden plus Rusland, IT op de agenda gezet. Maar het zijn de Verenigde Staten die momenteel aandringen op de belangrijkste hervorming voor grotere spreiding van internetgebruik: verlaging van de telefoontarieven. In maart stelde Richard Fisher, van het bureau van de Amerikaanse handelsvertegenwoordiger, tijdens een bezoek aan Tokio dat toegang tot het internet in Japan tien maal duurder is dan in de VS. In Japan zelf zijn er genoeg mensen die menen dat de VS dit keer gelijk hebben. Een groep Japanse en Amerikaanse zakenlieden, verenigd in de Japan-US Business Conference, gaf gisteren eendrachtig een verklaring uit waarin ze aandringen op "substantiële en snelle reductie" van de telefoontarieven. De groep staat onder gezamenlijk voorzitterschap van de bazen van handelshuis Mitsubishi, Minoru Makihara, en AT&T, Michael Armstrong. Ook een rapport van de Japanse overheid zelf stelde in 1999 al dat "rond het jaar 2000 schappelijke prijzen noodzakelijk zijn voor huishoudens om het gebruik van internet te vergemakkelijken". Maar de oude machten zijn sterk in Japan en verzetten zich tegen snelle reductie. Koortsachtig overleg is nu gaande tussen de twee landen. De VS hebben 28 juli als ultimatum gesteld, Japan wil het probleem de wereld uit hebben voordat de regeringsleiders van de G8 op 20 juli op bezoek komen. De kwestie draait om de tarieven die de oude monopolist NTT doorberekent aan nieuwe aanbieders van telefoondiensten. Om het huis van de consument te bereiken moeten deze nieuwe bedrijven altijd nog gebruik maken van de telefoonlijnen van NTT. De prijs die ze de consument berekenen is dus uiteindelijk altijd afhankelijk van de prijs die ze zelf aan NTT moeten doorbetalen. In een recent rapport stelt de Amerikaanse handelsvertegenwoordiger dat de kwestie een test is of de Japanse overheid meer concurrentie wil, of dat ze de recente trend van minimale verandering zal voortzetten met als resultaat dat gevestigde machten worden beschermd tegen concurrentie. Deze bescherming onthoudt de Japanse burger prijsverlaging, innovatieve technologie en nieuwe diensten, aldus het rapport. "Ze onthoudt de Japanse economie nieuwe investeringen, nieuwe banen, economische groei en groei van efficiëntie." Maar de Amerikaanse eis is natuurlijk geen kwestie van liefdadigheid. Nu NTT gedeeltelijk is geprivatiseerd - een groot deel van de aandelen zijn nog in overheidsbezit - spreidt het zijn vleugels over de wereld uit. Ook Nederland maakte onlangs kennis met het bedrijf toen dochter NTT DoCoMo, de mobiele tak, bekend maakte een aandeel van 15 procent te nemen in KPN Mobile. Als Japan zijn deel opeist in het buitenland, willen de Amerikanen ook hun deel van de Japanse markt. Maar de oude banden van NTT met de overheid zijn sterk, evenals de oude beleidsinstincten van protectie van de eigen markt in combinatie met export. De Japanse burger is gewend meer te betalen voor Japanse producten dan de afnemer in het buitenland.
Dit is het vijfde deel van een serie over het gebruik van internet. De andere delen verschenen op 1,4,8 en 11 juli.
|
NRC Webpagina's 12 JULI 2000
|
Bovenkant pagina |
|