|
|
NIEUWS
TEGENSPRAAK
SUPPLEMENT
DOSSIERS
ARCHIEF
ADVERTENTIES
SERVICE
|
NIEUWSSELECTIE
|
CWI wordt couveuse voor ICT-initiatieven
AMSTERDAM, 12 JULI. Het Centrum voor Wiskunde en Informatica (CWI) in Amsterdam start een zogenaamde incubator (couveuse), een kweekvijver voor startende bedrijven in de informatietechnologie. Met de incubator hoopt het CWI talent en kapitaal aan te trekken. De CWI-incubator zal zich richten op maatschappelijke toepassingen van het fundamenteel wetenschappelijk onderzoek dat op het instituut wordt uitgevoerd. Het CWI is het grootste onderzoeksinstituut op het gebied van wiskunde en informatica in Nederland. Het verricht momenteel onderzoek op ongeveer vijftien wetenschappelijke terreinen. Dat varieert van data-mining (systemen om grote hoeveelheden gegevens hanteerbaar te maken, bijvoorbeeld om de informatie van het menselijke-genproject te kanaliseren) tot het ontwikkelen van modellen waarmee de financiële risico's van bedrijven in kaart kunnen worden gebracht. Volgens G. van Oortmerssen, directeur van het CWI, komen geregeld resultaten uit onderzoek vrij die het waard zijn om commercieel uit te werken. "We hebben al een flinke geschiedenis als het gaat om spin-offs, bedrijven die op basis van hun vindingen hier op het instituut een product hebben ontwikkeld. Nu gaan we dat formaliseren." De bedrijven die aan het CWI zijn ontsproten bieden werk aan ongeveer vijfhonderd mensen. Hieronder bevinden zich NLnet, de eerste internetprovider van Nederland, en General Design, die de eerste bruikbare website van Europa ontwierp. Ook Oratrix is ontstaan op het CWI. Het bedrijf ontwerpt software waarmee videobeelden gemakkelijk in websites kunnen worden opgenomen. Directeur D. Bulterman van Oratrix maakte de overstap van onderzoeker naar ondernemer: "Op basis van een programmeertaal die op het CWI is ontwikkeld konden wij ons product maken. Inmiddels overleggen wij met Microsoft en Real Networks over multimedia-standaarden die voor het hele internet van toepassing zijn. Maar voor je zover bent, moet er ongelofelijk veel onderzoek worden gedaan, en daar is het CWI sterk in. Wij hebben nog geregeld contact met de mensen hier op het instituut." Het idee van een incubator is niet nieuw. Nederland kent er al een paar, meestal op commerciële basis. De bedoeling van een incubator is om een omgeving te scheppen die het voor een beginnende ondernemer mogelijk maakt om een idee in een product om te zetten. De incubator zorgt vaak voor huisvesting en infrastructuur, helpt bij het personeelsbeleid en juridische zaken, en laat de ondernemer profiteren van een netwerk aan kennis en klanten. Daarnaast zorgt de incubator in veel gevallen voor de eerste rondes van financiering, in ruil voor een aandeel in de startende onderneming. Volgens Oortmerssen is er een belangrijk verschil tussen het CWI en de commerciële incubators. "Voor veel van onze mensen is het moeilijk aan financiers uit te leggen wat hun onderzoek precies inhoudt. Veel van de commerciële incubators investeren het liefst in starters die een duidelijk product hebben, zodat er voornamelijk geld in marketing hoeft te worden gestoken. Wij mikken op toepassingen die pas op langere termijn vruchten afwerpen. In het verleden hebben we laten zien dat het mogelijk is om onze vindingen commercieel uit te baten, de bedoeling van de incubator is om het ontstaan van spin-offs een structurele basis te geven. Maar we blijven bij de basis: fundamenteel wetenschappelijk onderzoek." Hoogleraar informatiemanagement H. Oppelland van de Erasmus Universiteit zet een aantal kanttekeningen bij het initiatief van het CWI. "Het is afhankelijk van de fase waarin een idee verkeert of een incubator een goede omgeving is. Als het product al uitgewerkt is, zou ik zeggen: zoek een investeerder, dan ben je klaar. Verder vraag ik me af of wiskundigen veel voeling voor de markt hebben. Ik ben er in ieder geval nog niet zoveel tegengekomen." Een belangrijke reden voor het oprichten van de incubator is de moeite die het instituut heeft om toptalent aan te trekken. Het initiatief moet het voor jonge exacte wetenschappers aantrekkelijk maken voor het CWI te gaan werken. " Het idee dat je de vruchten van je onderzoek later in bedrijfsvorm kunt uitbouwen, is voor een aantal mensen een stimulerend vooruitzicht. Die kans willen wij ze bieden," zegt CWI- bestuursvoorzitter L. Coolen. Het CWI gaat geen kapitaal verstrekken, maar wil wel een aandeel in het bedrijf in ruil voor de geboden hulp. Verder wil het instituut eventuele opbrengsten uit de onderneming terugsluizen naar z'n onderzoeksprojecten. Het CWI wijst op het belang van fundamenteel wetenschappelijk onderzoek voor een gezonde IT-sector. Bestuursvoorzitter Coolen: "Er is sprake van een multiplier- effect. Elke gulden die in de fase van het eerste idee wordt geïnvesteerd betaalt zich later vele malen terug. Toch wil Den Haag geen extra geld vrijmaken voor het fundamentele onderzoek, dat vaak de basis is voor succesvolle IT-ondernemingen."
|
NRC Webpagina's 12 JULI 2000
|
Bovenkant pagina |
|