B E E L D :
Design-dood
Maarten Huygen
Youp van 't Hek in gesprek met
een 39-jarige fan die aan ongeneselijke longkanker lijdt. Op harde
stoelen middenin het lege Romeinse Pantheon, zodat het leek op een
begrafenisdienst vooraf.
De patiënte, Philo Ongering, was voor dit NCRV-programma gevraagd en had Van 't Hek als gezelschap gekozen omdat
hij "wel hard dingen op zijn kant kan zetten, maar nooit zonder
respect". Met dat "nooit zonder respect" zullen slechts weinigen het
eens zijn. Ongetwijfeld had hij als kijker menig harde grap gemaakt.
Maar, zo tegenover de persoon zelf, zat hij zenuwachtig aan zijn haar te
plukken, soms ging zijn gezicht schuil achter zijn handen. Hij moest
haar ondervragen en tegelijkertijd voldoen aan de verwachtingen van het
clownschap. Hij probeerde met zijn sardonische, hese stemgeluid wat
galgenhumor, want zij wenste ondanks de zware omgeving geen
plechtigheid. "Wel een goeie. Het is niet, ik ga naar Ajax maar ik ga
dood", zei hij. Dat ze in een cabriolet reed, vond hij wel handig voor
een longkankerpatiënt "zodat je een beetje frisse lucht hebt". Hij
vroeg zich af waarom ze niet naar het Big Brother-huis was
gegaan, want dan had ze kunnen zeggen, doe maar gek, want ik ga toch
dood. Zij lachte dan kucherig. Vele vrienden stonden op haar
antwoordapparaat maar die kon ze niet allemaal te woord staan, vertelde
ze. 's Avonds was ze echt moe van schijnbaar gewone ervaringen, want zo
vlak voor de dood "is een vogeltje niet meer gewoon maar een vogeltje".
Met al die vrienden zou ze haar veertigste verjaardag vieren als ze die
nog haalde. Het gesprek werd in januari opgenomen en volgens het
naschrift heeft ze dat verjaardagsfeest, eind april, kunnen vieren. Haar
zus, nog steeds bevriende ex-man en familieleden vertelden over het
verwerken van de schok. Haar eigen relaas was tamelijk zakelijk, zonder
zelfbeklag. Dat is ook weer uit de tijd. Door een actief persoon,
middenin haar leven, kan de dood niet machteloos tegemoet worden
getreden maar het wordt een zelf gestuurde design-dood.
Door dat Pantheon moest ik denken aan de klassiek-Romeinse miljardair
Trimalchio die volgens de schrijver Petronius zijn eigen begrafenis
ensceneerde. Springlevend lag hij in zijn kist te luisteren naar het
geween van zijn familie, vrienden en personeel. Dat verhaal heeft
vroeger op school indruk op me gemaakt. De logica was ijzersterk, want
eenmaal dood heb je niets aan een mooie begrafenis. Waarom zou je als je
toch het geld en de gelegenheid hebt niet een generale repetitie
organiseren zodat je er wel van kunt genieten?
Trimalchio is nooit geëvenaard. Zoveel macht over hun personeel
hebben alleen nog miljardairs uit arme landen en die zijn voor zover
bekend nog niet op het idee gekomen. Wel hebben bekende persoonlijkheden
hun ziekte en sterven op het beeldscherm aangekondigd en geanalyseerd.
Dit jaar nog een reportage over de dood van Dirk Kuin, presentator van
Opsporing Verzocht. Achteraf zoek ik daar niet zoveel achter. Ik
stel me voor dat de camera voor Kuin een welkome afleiding bood. Hij
mocht tussendoor telkens terug naar zijn oude stiel om verslag uit te
brengen. Toen hij eraan begon, wist hij niet dat zijn kanker
ongeneeslijk was.
Internet biedt de mogelijkheid van het sterven voor de webcam waar
Timothy Leary in is voorgegaan. Dit medium is meer doelgroepgericht dan
televisie en zal vaker worden gebruikt. Nadeel lijkt me dat de mensen
uiteindelijk niet als patiënt of als stervende willen worden
herinnerd maar van het unieke leven daarvoor, want sterven en dood maken
iedereen gelijk.
Met de titel van de uitzending gisteren Niemand weet hoe laat het
is, wil de NCRV iedereen het 'memento mori' inprenten. Niet als
christelijk idee, Ongering gelooft niet in God of een leven na de dood.
De NCRV zoekt het nu in grenservaringen. De stichting Korrelatie staat
na de uitzending klaar met hulpverlening voor kijkers. Helaas storten
NCRV-programmamakers zich ook in allerlei bijgeloof. Maar Ongering deed
niet in druïdes en de dood is niet fictief.