F I L M V O O R A F :
Western-regisseur vertilt zich
BAS BLOKKER
Je kunt ook overdrijven
natuurlijk. Dat de Italiaanse regisseur Sergio Leone (1929-1989) een
mooie plaats verdient aan de filmhemel, dat staat buiten kijf. Niet om
zijn debuutfilm Gli ultimi Giorni di Pompeii en volgens mij ook
niet om zijn finale Once upon a Time in America, maar wel om
twee, misschien zelfs om drie van de vier westerns die hij maakte tussen
1964 en 1969.
Maar vanavond wordt ons als documentaire over deze filmmaker een
praalgraf van Mussoliniaanse allure voorgeschoteld - met excuses aan de
tijdens de oorlog geheel goede Leone. Once upon a Time Sergio
Leone laat zich bekijken als een van de plechtigheid losgezongen
ere-Oscar-avond. De greats en de fantastics vliegen je om
de oren.
De in dit soort producties bijna onvermijdelijk wordende Quentin
Tarantino (moet die niet gewoon weer eens een film maken?) komt met een
paar wijsheden, waarvan 'it's almost like how far can you go' nog
het meeste hout snijdt. Zeker als je die opmerking combineert met twee
getoonde reclamefilmpjes van Leone. Die laten pijnlijk duidelijk zien
dat Leone vooral een erg pompeuze regisseur was, die een razende Renault
filmde in het Colosseum met Morricone-muziek eronder. "Ik denk eigenlijk
dat het Wilde Westen nog niet groot genoeg voor hem was", zegt zijn
cameraman Tonino delli Colli.
Het is moeilijk te verklaren waarom zijn spaghetti-westerns dan toch zo
goed te verteren zijn. Vooral The Good, the Bad, the Ugly en
Once upon a Time in the West zijn bijna perfecte films. Daarin
komen de grootste kwaliteiten van Leone het best tot uiting: casting en
mise-en-scène. Hij haalde de jonge tv-acteur Clint Eastwood naar
het grote doek, en hij liet de tot dan toe liefste Amerikaanse filmster
ooit, Henry Fonda, in zijn eerste scène een kind doodschieten. En
het begin van The West, 14 zwijgende minuten: onovertroffen.
Hoe doet-ie het? Dat had je graag van zo'n deskundig gezelschap gehoord.
Maar nee. Héél af en toe is er iets als een onthulling.
Als zijn schoolvriend en vaste componist Ennio Morricone vertelt dat hij
de muziek bij een bepaalde scène in Once upon a Time in the
West al af had, voor Leone hem op film zette. "Sergio regisseerde
die scène op de maat van de muziek." Een van de schrijvers van
Once upon a Time in America vertelt dat hij Leone de eerste
versie van zijn scenario liet lezen en dat die toen 400 pagina's lang
zat te hikken van het lachen en zei: het is grappig, maar ik wil niet
grappig. Daar heeft de documentaire even beet: Leone wilde serieus
genomen worden - een onvergeeflijke vergissing voor een beperkte
regisseur. Once upon a Time in America had zijn Godfather
moeten worden, dat onvervalste meesterwerk van die andere Italiaan,
Coppola, maar Leones film werd genadeloos afgemaakt door de kritiek. De
3 uur en 40 minuten die de NPS later op de avond uitzendt, zijn van een
verstikkende zelfvoldaanheid; typisch het werk van iemand die naar een
hoger niveau van waardering reikt en zich vertilt.
Het is een mooie vergelijking die hoofdrolspeler James Woods maakt, als
hij spreekt over het publiek op de Italiaanse premiere van Once upon
a Time in America. "Alsof ze net een copieuze maaltijd achter de
kiezen hebben." Benieuwd wie vannacht om kwart voor drie nog pap kan
zeggen.
Once upon a Time, Sergio Leone, Ned.3, 20.50-21.50u. En Once upon a
Time in America (1984); Ned.3, 22.55-2.43u.