|
|
|
NIEUWSSELECTIE President van Iran (Officiële site) Ministerie van Buitenlandse Zaken, Israel Amnesty International over Iran
|
Westen boos en bezorgd
Gevangenis voor tien Iraanse joden
De rechtbank in Shiraz sprak drie joden vrij van het tenlastegelegde. Zij waren al op borgtocht in vrijheid gesteld. Ook twee moslims werden vrijgesproken. De zaken tegen nog vijf moslims blijven open. De rechtbankfunctionaris die tijdens de besloten zittingen de vonnissen voorlas, zei later tegen journalisten dat geen van de beschuldigden tot zweepslagen was veroordeeld, een vaak voorkomend element in straffen in de Islamitische Republiek. Het proces begon in april; de joodse veroordeelden - winkeliers, leraren Hebreeuws en een part-time rabbijn - zaten al meer dan een jaar in voorarrest. Het hoofd van de rechterlijke macht in Shiraz, Hossein Ali Amiri, meende dat de rechter, die in revolutionaire tribunalen tevens als aanklager optreedt, zich mild had opgesteld. De beschuldigingen, opgesomd in een 71 pagina's tellend document, omvatten samenwerking met een vijandelijke regering, lidmaatschap van een verboden spionagegroep en het ronselen van nieuwe agenten. Iraanse haviken hadden de terechtstelling van de joden geëist. De leider van de verdediging, Esmail Nasseri, noemde de uitspraak "politiek" en "onacceptabel" maar zei tevreden te zijn dat geen van de beklaagden ter dood was veroordeeld. Hij vertrouwde erop dat de gevangenisstraffen in hoger beroep worden verminderd. Verwanten van de veroordeelden reageerden niettemin ontsteld op de straffen. Buitenlandse regeringen en joodse groepen veroordeelden de uitkomst van het proces scherp. De Amerikaanse ambassadeur bij de Verenigde Naties, Richard Holbrooke, bij voorbeeld sprak van een "schertsproces". Het Europees Joods Congres zei dat de joden onschuldige slachtoffers waren van een "middeleeuws" proces. Joodse leiders in de VS riepen op tot verscherpen van de bestaande Amerikaanse sancties tegen Iran. Sommige joodse organisaties toonden zich echter ook opgelucht dat er geen doodvonnissen waren uitgesproken. De Iraanse regering wees de buitenlandse veroordelingen als inmenging in haar aangelegenheden van de hand. Een woordvoerder omschreef de kritiek als "verdacht, verbazingwekkend en onacceptabel" en als "bedoeld om het justitieel proces in Iran te beïnvloeden". (Reuters, AP, AFP) |
NRC Webpagina's 3 JULI 2000
|
Bovenkant pagina |
|