|
|
|
NIEUWSSELECTIE DVD.com
|
Komst van DVD lijkt filmconsumptie drastisch te
veranderen
Bioscoopervaring in de huiskamer
Nederland heeft het laagste bioscoopbezoek per hoofd van de bevolking van heel Europa. De relatief geringe kwaliteit van service, variatie in het filmaanbod en projectiekwaliteit zou wel eens een rol kunnen spelen. Daarentegen worden er in Nederland meer video's gehuurd dan in omringende landen, maar het aantal gekochte video's is weer lager. De komst van de DVD lijkt de toekomst van de filmconsumptie drastisch te kunnen veranderen. De Digital Versatile Disc is een schijfje dat zich uiterlijk in niets onderscheidt van een audio-cd of een cd-rom, maar een veel grotere opslagcapaciteit heeft: bij tweezijdige opslag tot 4,5 Gigabyte, dat wil zeggen zeven keer een cd-rom. Er kan ongeveer acht uur film worden opgeslagen op een DVD, met een kwaliteit van beeld en geluid die onvergelijkbaar veel beter is dan op een VHS- videocassette. Bovendien is een DVD-schijfje langer houdbaar dan een VHS-tape, die al na enkele jaren ernstig aan beeld- en geluidskwaliteit inboet. De vraag is of in de huiskamer met een DVD-speler, een Dolby surround- geluidssysteem en een breed- of grootbeeldtelevisie de bioscoopervaring tegen een redelijke prijs geëvenaard kan worden. We hebben een test uitgevoerd met een Sony all-in-one DVD-speler met vijf speakers en een subwoofer (zie inzet) en een 100 Hertz breedbeeldtelevisie. De nieuwprijs van televisie, DVD-speler en geluidssysteem bedraagt tezamen ongeveer 5.000 gulden, exclusief de foeilelijke zuiltjes die Sony aanbiedt om de speakertjes in te hangen. Ik zou ze niet in mijn kamer willen hebben, en de luidsprekers zijn klein genoeg om ze op listige plekken in de boekenkast of op de vensterbank te verstoppen. Er zijn ook al grotere platte televisieschermen in de handel, die het formaat van een bioscoopdoek in City 3 of Lumière 4 benaderen, tegen een prijs van 4. 000 tot 10.000 gulden, maar de geadviseerde afstand tussen kijker en scherm bedraagt drieënhalve meter, en stelt dus hogere eisen aan zowel het budget van de consument als aan zijn behuizing. De grootste openbaring van deze manier van thuis film kijken is de geluidskwaliteit van het Dolby-surround-systeem. Net als in de bioscoop komt het geluid van zes kanten, wat vooral bij de door de firma Dolby voor elke film geplakte animatie-leader, met gillende sirenes en helikopters, een overdonderende ervaring oplevert. Met het oog op de buren heb ik de volumeknop nooit op de hoogste stand gezet, maar het halve volume is al genoeg voor een schrikeffect. Natuurlijk zijn de speciale geluidseffecten in actiefilms als The Mummy of The Matrix uitermate geschikt voor een spectaculaire ervaring, maar minstens zo aardig zijn meer voor de hand liggende geluiden als een regenbui of een rinkelende telefoon. Ook al weet je wat je kunt verwachten, de eerste reactie bij aanzwellende regendruppels is uit het raam kijken of het niet echt is. En het is ook een bijzondere ervaring om Harrison Ford in Random Hearts achter je te horen smakken. De beeldkwaliteit van speelfilms op DVD is eveneens zeer goed, maar het blijft een digitale weergave van analoge filmbeelden. Het effect is dat de film spatscherp wordt, een enorme tegenstelling met de wat wollige waas die over een VHS-cassette lijkt te hangen, zeker wanneer die niet brandnieuw meer is. Maar het digitale beeld is soms zo scherp dat het iets klinisch en kunstmatigs krijgt, zonder de diepte en warmte van geprojecteerd celluloid. Een interessante vergelijking levert de BBC-documentaireserie The Colour of War op, een tegelijkertijd op video en op DVD uitgebrachte compilatie van origineel in kleur gedraaid archiefmateriaal uit de Tweede Wereldoorlog. De kleuren zijn weliswaar origineel, maar het is waarschijnlijk dat het oude filmmateriaal een digitale bewerking heeft ondergaan, om beschadigingen, zoals kabels en spatjes, weg te werken. Wie op DVD kijkt naar de bevrijding van Buchenwald of de slag om Okinawa, ziet een oorlog die zich uiterlijk niet onderscheidt van wat we nu dagelijks op het tv-journaal kunnen zien: een curieus, vervreemdend tijdmachine- effect. Als je vervolgens dezelfde beelden op VHS bekijkt, waar de digitale oppoetsing weer deels ongedaan wordt gemaakt door de wolligheid van video, dan lijkt het authentieker. Ook het bekijken van Alfred Hitchcocks Vertigo (1958) op DVD is een niet geheel bevredigende ervaring, alsof een schilderij van Rembrandt uit een paintbox is gekomen. Voor eigentijdse films is DVD echter een uitkomst, die van de lompe videobanden snel archaïsche curiosa zal maken. Daar komt bij dat het overschot aan opslagruimte op een DVD-schijfje doorgaans benut wordt om nog veel meer informatie dan de film alleen beschikbaar te stellen. Zo is bijna elke Europese DVD met behulp van een menu in te stellen op verschillende taalversies. Je kunt Hook van Steven Spielberg in het Engels of in het Duits beluisteren, en kiezen voor ondertitels in naar believen IJslands, Pools, Nederlands, Hindi of noem maar op. Dan bevat de doorsnee- DVD zogeheten talent profiles, geschreven biografieën van de belangrijkste medewerkers; trailers van de film en van vaak een of meer andere films van dezelfde regisseur; in de eindmontage gesneuvelde scènes; en een aparte geluidsband waarop de regisseur, een van de hoofdrolspelers of beiden, door de film heen commentaar leveren op wat je ziet. In een enkel geval, zoals bij Hook, was er zelfs nog ruimte voor een klein met de afstandsbediening te spelen primitief computerspelletje. De meerwaarde van al die extra's is gering. Tenzij je kennissen uit Duitsland of India te logeren hebt, is er weinig behoefte aan al die taalversies, en dient het alleen het gemak van de distributeur, die met één schijfje een groot deel van de wereld kan bedienen. Het gebabbel van de regisseur zou in principe persconferenties of publiciteitsactiviteiten van de makers overbodig maken, als de DVD al direct bij de bioscooppremière verspreid werd, maar daar verzet het filmbedrijf zich juist met hand en tand tegen. Het handhaven van de zogeheten windows (de overeengekomen wachttijden tussen de uitbreng van een film in de bioscoop, op video, op DVD, op betaaltelevisie en op gewone televisie) vormt een groot probleem voor de filmindustrie en een belemmering voor de snelle toegankelijkheid van DVD's van recente films. Sommige distributeurs brengen een film tegelijkertijd uit op huurvideo en op DVD, zodat de consument in de videotheek kan kiezen, andere wachten totdat de film voor de gewone consument ook op koopvideo uitkomt. De kwaliteit van met name het beeld wordt steeds beter. Wie een paar jaar oude DVD uit de videotheek haalt, kan nog wel eens geconfronteerd worden met kinderziektes, zoals het compressie-probleem: door de aanvankelijk minder grote opslagruimte, moesten sommige scènes met relatief weinig beweging in het beeld gecomprimeerd worden. Als er dan onverhoeds toch heftig bewogen wordt, duurt het even voordat het systeem zich heeft hersteld, en zie je storende vlekkerige effecten. Het zijn aanloopproblemen. Wie eenmaal een DVD-speler heeft, zal alleen nog maar zijn videorecorder gebruiken om oude tapes te bekijken en om zelf op te nemen. De grote doorbraak zal komen, wanneer de eerste DVD-spelers op de markt komen, waarmee je ook zelf films kunt opnemen, al is dat dan niet in een betere kwaliteit dan de bron, waarschijnlijk een gewoon televisiekanaal, toestaat.
|
NRC Webpagina's 26 JUNI 2000
|
Bovenkant pagina |
|