|
|
|
NIEUWSSELECTIE Regering Indonesië
|
Strijd om vermogen van Soeharto
Een vordering van 100 miljard
JAKARTA, 24 JUNI. President Abdurrahman Wahid van Indonesië doet graag een boekje open in het buitenland. Dinsdag onthulde hij in Egypte een onthutsend cijfer. Het fortuin van zijn ambtsvoorganger Soeharto en diens familie zou liefst 45 miljard dollar (104 miljard gulden) bedragen. "Dat is genoeg om alle schulden van Indonesië bij het Internationale Monetaire Fonds en de Wereldbank in een keer af te betalen", aldus Wahid. De meest boude schatting tot dusverre is die van het Amerikaanse weekblad Time, dat het vermogen van de Soeharto's vorig jaar op 15 miljard dollar hield. Volgens president Wahid zal 'de familie' op den duur 95 procent van dit ten koste van de staat vergaarde vermogen terug moeten betalen, ofwel bijna 100 miljard gulden. Wahid houdt van symboliek. Hij pakte met zijn ronde getal uit in Kairo, waar oud-president Soeharto in mei 1998 - net als Wahid deze week - de top van de G-15 (van ontwikkelingslanden) bijwoonde, zijn laatste buitenlandse visite als staatshoofd. Soeharto noemde de bewering als zou hij een van de vier rijkste mensen ter wereld zijn bij die gelegenheid "lasterlijk". Kort na thuiskomst werd hij door massale demonstraties tot aftreden gedwongen. De netelige kwestie hoe de oud-president ter verantwoording te roepen voor de manier waarop hij tijdens zijn 32-jarige bewind publieke fondsen heeft 'opzijgezet' voor familieleden en zakenvrienden en hem tevens te bewegen dit vele geld terug te geven, staat intussen bekend als de 'zaak-Soeharto'. Wahid heeft meteen na zijn ambtsaanvaarding stelling genomen in deze zaak. Hoe de rechter ook zal oordelen over Soeharto's malversaties, Wahid zal hem zijn eventuele straf kwijtschelden als hij bereid is de staat Indonesië schadeloos te stellen. Dat aanbod was niet bepaald een opsteker voor de nieuwe procureur- generaal, Marzuki Darusman, die tegen de oud-president een strafzaak heeft aangespannen wegens machtsmisbruik. Darusman was nauwelijks begonnen het onder Soeharto's Nieuwe Orde zwaar gecompromitteerde openbaar ministerie aan deze zaak te zetten, of zijn president begon al publiekelijk te onderhandelen met de verdachte. Darusman heropende het door oud-president Habibie 'bij gebrek aan bewijs' gesloten onderzoek naar zeven stichtingen die Soeharto, toen hij nog president was, voorzat. Deze in naam liefdadige stichtingen werden van werkkapitaal voorzien via bij presidentieel decreet geregelde heffingen over ambtenarensalarissen en de winsten van staatsbedrijven en kregen met een soortgelijk machtswoord vrijstelling van belasting. De stichtingen zouden, in strijd met de statuten, boterzachte leningen hebben verstrekt aan familieleden en zakenrelaties van de gewezen president. Soeharto heeft intussen huisarrest en is viermaal thuis verhoord door een speciaal onderzoeksteam van het OM. Darusman zei dinsdag tijdens een hoorzitting van een parlementaire commissie dat op basis van 101 getuigenverklaringen inmiddels vaststaat dat Soeharto wederrechtelijk fondsen heeft afgetapt van de bewuste stichtingen. Onder de getuigen waren stichtingsbestuurders, directeuren van staats- en particuliere banken, voormalige bewindslieden van Economische Zaken en Financiën en ondernemers die banden hebben onderhouden met Soeharto en zijn zakenvrienden. Een van Soeharto's trawanten, 'houtkoning' Mohammad ('Bob') Hasan, is een van de 'begunstigden'. Hij zit al twee maanden in voorarrest. Volgens Darusman houdt het OM zich strict aan dit strafrechtelijke spoor en is het niet betrokken bij onderhandelingen met de familie. Hij zei deze week dat de Indonesische regering een beroep heeft gedaan op de autoriteiten van Zwitserland om tegoeden van Soeharto bij Zwitserse banken te helpen opsporen. Aan de eerste voorwaarde van Zwitserland, namelijk dat Soeharto officieel te boek staat als verdachte, is inmiddels voldaan. De tweede voorwaarde, dat Jakarta rekeningnummers kan overleggen, stuit nog op problemen. De onderhandelingen met de Zwitsers zouden nog in een 'beginstadium' verkeren. Wahid zei in Kairo ook dat intussen besprekingen zijn begonnen met de familie Soeharto over teruggave. Hij zou de minister van Mijnbouw en Energie, luitenant-generaal b.d. Susilo Bambang Yudhoyono, hebben aangesteld als onderhandelaar. Die heeft dit bevestigd, maar zei bezorgd dat publieke mededelingen deze delicate gesprekken kunnen bemoeilijken. Tegen de Indonesische gemeenschap in Kairo sprak Wahid onbekommerd over de te volgen strategie: "In eerste instantie zal de regering de familie- Soeharto vragen om teruggave van de helft van haar vermogen. De studenten die nu te hoop lopen tegen Soeharto zullen daar natuurlijk geen genoegen mee nemen en opnieuw de straat opgaan. Pak (vader) Harto zal daar bang van worden. Dan zeggen we hem: wij kunnen u beschermen, als u meer teruggeeft. Op den duur komen we dan uit op 95 procent, ja toch?" Wahid trekt openlijk in twijfel of de rechter in staat is de Soeharto- clan te bewegen tot teruggave aan de staat van zijn wederrechtelijk verworven rijkdommen. "Als we alleen de rechtbank inschakelen, gebeurt het nooit en zullen banken in de rijke landen uiteindelijk aan het langste eind trekken", zei hij in Kairo. Met een combinatie van maatschappelijke druk en het vooruitzicht op gratie denkt Wahid meer te bereiken. Bambang Trihatmodjo, een van Soeharto's zes kinderen en mede- eigenaar van het conglomeraat Bimantara Citra, zei deze week na verhoor door het OM: "Het voorstel om de zaak te schikken door geld terug te geven, komt niet van ons". Zijn advocaat liet echter weten dat "de familie dit voorstel met sympathie heeft ontvangen, mits de zaak- Soeharto definitief wordt geregeld."
|
NRC Webpagina's 24 JUNI 2000
|
Bovenkant pagina |
|