|
|
|
NIEUWSSELECTIE Chicago Tribune Failure of the death penalty in Illinois
|
Een zaak van leven en dood in de VS
ROTTERDAM, 15 JUNI. Volgende week donderdag is het weer zo ver. Dan staat in Texas de executie op het programma van Gary Graham, een zwarte man die ter dood is veroordeeld voor de moord op een toevallige passant in Houston in 1981. De veroordeling is omstreden, omdat de bewijsvoering berust op de verklaring van slechts één ooggetuige die wordt tegengesproken door andere getuigen. Bovendien was de veroordeelde op het moment van de moord nog maar 17 jaar oud. De executie van Graham is een nieuwe test voor de gouverneur van Texas, George W. Bush, aankomend presidentskandidaat van de Republikeinen. Bush blijft zeggen dat het juridische systeem in zijn staat eerlijk en nauwkeurig is. "Ze hebben alle kans gehad op een eerlijk proces", zegt hij over de ter dood veroordeelden. Maar het wordt voor hem steeds moeilijker dat vol te houden. Maandag nog erkende de openbare aanklager in Texas, John Cornyn, dat racistische overwegingen een rol "kunnen hebben gespeeld" bij doodvonnissen tegen negen mensen in Texas. Deze erkenning kwam nadat het Amerikaanse Hooggerechtshof het vonnis tegen een Argentijnse man ongedaan had gemaakt in verband met mogelijk racisme van de jury. Tegelijk publiceerde deze week de krant The Chigaco Tribune een onderzoek waaruit blijkt dat aan tientallen van de 131 executies die onder het bewind van Bush in Texas plaatsvonden, een twijfelachtig proces vooraf was gegaan. Zo was het vonnis in meer dan twintig gevallen deels gebaseerd op een verklaring van een psychiater die de verdachte niet zelf had onderzocht. Texas is de staat met de meeste executies sinds het landelijke moratorium op de uitvoering van de doodstraf in 1976 werd opgeheven. Het merendeel van die executies - 131 van de 219 - vond plaats onder gouverneur Bush. Maar de nu op gang gekomen discussie beperkt zich niet tot Texas. De Republikeinse gouverneur van Illinois, George Ryan, schortte in januari alle executies op. "Ik denk dat de doodstraf in sommige gevallen de goede straf is", verklaarde hij. "Maar we moeten er wel zeker van zijn dat we de juiste dader hebben. Elke gouverneur die over leven en dood beschikt heeft daarover dezelfde vrees als ik." In Illinois was in januari het aantal herzieningen van de doodstraf sinds 1976 inmiddels hoger (13) dan het aantal executies (12). Afgelopen maandag verscheen een onderzoek van de Columbia Universiteit waaruit blijkt dat Illinois daarmee zo'n beetje op het landelijke gemiddelde zit. De uitvoerder van het onderzoek, James Liebman, ontdekte dat maar liefst tweederde van alle 4578 beroepsprocedures tussen 1973 en 1996 leidde tot herziening van het vonnis. De veroordeelden moesten wel geduld hebben: gemiddeld duurt een beroepsprocedure 9 10 jaar. In slechts vijf procent van alle 5760 doodvonnissen kwam het tot daadwerkelijke executie van de veroordeelde. Belangrijkste oorzaak van de slordige rechtspraak is volgens Liebman incompetentie van advocaten. De vaak onderbetaalde advocaten - soms krijgen ze slechts 500 dollar voor een death penalty case - laten ontlastend bewijsmateriaal liggen of verzuimen tijdig in beroep te gaan. De veroordeelde Graham werd in eerste instantie verdedigd door een deeltijd-advocaat die ook barkeeper was in Buster's Drinkery. Volgens Liebman, die tien jaar heeft besteed aan zijn onderzoek, is het Amerikaanse rechtssysteem "aan het bezwijken onder het gewicht van zijn eigen fouten". Maar Liebman is een tegenstander van de doodstraf. Voorstanders interpreteren zijn bevindingen anders: volgens hen toont het geringe aantal daadwerkelijke executies (313 in de onderzochte periode) dat het rechtssysteem juist uiterst zorgvuldig is. Wie er ook gelijk heeft, in elk geval is het aantal doodvonnissen in de VS sinds 1996 explosief gestegen: de teller staat inmiddels op 625. Vorig jaar werden 98 mensen geëxecuteerd, het hoogste aantal sinds 1951. De nijpende vraag op dit moment is dan ook hoe kan worden gegarandeerd dat er geen onschuldige mensen worden geexecuteerd. De roep om een moratorium op de uitvoering van de doodstraf zwelt inmiddels aan. In de Senaat liggen inmiddels verschillende voorstellen om de wetgeving op federaal niveau te hervormen en de doodstraf in afwachting daarvan te schorsen. Een belangrijke hervorming die ter discussie staat is de erkenning van het recht van reeds ter dood veroordeelde gevangenen om alsnog DNA- onderzoek te laten uitvoeren. In veel gevallen kan zulk onderzoek hun onschuld of schuld onomstotelijk bewijzen. De Republikeinen willen de toegang tot DNA-onderzoek aan strenge restricties binden, terwijl de Democraten, gesteund door president Clinton, deze hervormingen juist willen uitbreiden. Zij willen het recht op goede rechtsbijstand voor verdachten vastleggen en garanderen dat jury's worden geïnformeerd over alle mogelijke strafsancties. Nu komt het voor dat jury's de doodstraf toekennen zonder op de hoogte te zijn van de mogelijkheid de verdachte te veroordelen tot de zwaarste versie van levenslange gevangenisstraf (waarbij een voorwaardelijke vrijlating uitgesloten is). Het zijn discussies die beide presidentskandidaten liever mijden. Zowel Bush als Al Gore is voorstander van de doodstraf. De traditioneel sterke steun van de Amerikanen voor de doodstraf mag dan tanende zijn, nog altijd is 66 procent er vóór. Maar terwijl Gore zich op de vlakte houdt, kan Bush als Texaans gouverneur het debat niet vermijden. Hij maakte begin deze maand voor het eerst gebruik van zijn recht om een executie met dertig dagen uit te stellen. Ricky McGinn, veroordeeld voor moord en verkrachting van zijn 12-jarige stiefdochter in 1993, stond al klaar voor de injectie, toen Bush besloot dat eerst nog het DNA van McGinn moest worden onderzocht, zoals zijn advocaten hadden gevraagd. In de Amerikaanse pers wordt deze actie van Bush al voorzichtig aangemerkt als een mogelijk keerpunt in het verzet tegen de hervorming van de doodstraf. In elk geval geeft deze zaak weer hoezeer het klimaat is omgeslagen sinds 1992. In dat jaar onderbrak onderbrak presidentskandidaat Bill Clinton zijn verkiezingstournee juist om toe te zien op de executie van een andere Ricky die ter dood was veroordeeld: Ricky Ray Rector. Daarmee gaf Clinton een stevig signaal dat het cliché van de 'softe' Democraten niet langer opging. De vraag is nu of George W. Bush, die zich graag presenteert als caring conservative, op zijn beurt bereid zal zijn afbreuk te doen aan het cliché van de Republikeinen als onvoorwaardelijke verdedigers van de doodstraf.
|
NRC Webpagina's 15 JUNI 2000
|
Bovenkant pagina |
|