B E E L D :
Dikke soep
Maarten Huygen
Soms begin je verwachtingsvol
aan een uitzending om een paar minuten later zwaar te worden
teleurgesteld. Dat gebeurde me gisteren bij een portret van de Sloveense
filosoof en psychoanalyticus Slavoj Zizek die het over voetbal en
multiculturalisme zou hebben.
Ik zag een in het Engels gehouden monoloog van een bebaarde man met een verwilderde blik. Ik herkende van alles in
het betoog, dat bestond uit een dikke soep van recente krantenkoppen,
flarden sociologische bestsellers, opiniestukken uit de International
Herald Tribune, beetje Marx, postmoderne gedachtebrokjes,
Wagnermuziek, gegarneerd met hier en daar snufje Freud. Het klonk
geniaal maar ik kon er geen touw aan vastknopen. Ik verlangde zelfs naar
de open vragen van Wim Kayzer. Waarom kon het geen gesprek zijn met de
interviewer die de onderwerpen een beetje kon inleiden voor onnozele
kijkers als ik? Hier was het redigeermes ruw gehanteerd, zodat de
opgewonden filosoof met zijn gezicht recht voor de camera abrupt van het
ene onderwerp op het ander oversprong met zo nu en dan een reepje tekst
als enige leidraad.
Tijdens de uitzending van het gesprek werd op het belendende net tussen
de voormalige federatiegenoten Klein-Joegoslavië en Slovenië
een verbeten strijd om de bal uitgevochten. Zizek kijkt niet graag naar
voetbal begreep ik. In zijn diensttijd bood hij zich altijd aan voor de
wacht, als zijn maten naar een wedstrijd keken. Hij had wel veel
ideeën over voetbal. Hij wist dat de Chinezen helemaal niet
nationalistisch waren. Zo vertelde hij van een wedstrijd waarin 50.000
Chinezen in het stadion niet alleen de verrichtingen van hun eigen ploeg
maar ook die van de Joegoslavische ploeg toejuichten. Zizek trok hieruit
de conclusie dat de identificatie met het eigen team typisch Europees
was. De bron van deze wetenswaardigheid bestond uit "Sloveense
journalisten" die deze wedstrijd tussen China en Joegoslavië hadden
bijgewoond. Nu heb ik weinig vertrouwen in zo'n mededeling. Ooit
schreven "Amerikaanse journalisten" dat Chinezen geen narcose nodig
hadden en dat een paar naaldjes in de oorschelp genoeg waren voor een
pijnloze operatie. Het applaudisseren van Chinezen heb ik al vaak gezien
in beelden van partijcongressen. Ik vroeg me dus af in welke tijd die
wedstrijd was gehouden, of de eigenzinnige maarschalk Tito toen nog aan
de macht was en wat de Chinezen indertijd van hem wilden. Helaas werd
Zizek daar niet naar gevraagd of was dat deel eruit gesneden. Na de
opmerkingen over voetbal volgden zijn Paul-Scheffer-achtige visie op het
multiculturalisme, het zoeken naar de "oorspronkelijke wijsheid" die
Europa zou hebben verloren en het monopoliekapitalisme. En heel
plotseling wijdde hij een paar gedachten aan "het menselijke themapark
van Sloterdijk" en de gemiddelde kijker zal zich hebben afgevraagd of
dat een nieuw Amsterdams filiaal van de Efteling was. Sloterdijk is een
Duits filosoof die een debat begon over gentechnologie dat in Nederland
weinig weerklank had.
Ze moeten bij de Ikon toch wat aan televisievormgeving doen, want
rommelig pratende hoofden zijn kenmerkend voor de rubriek Het Andere
Gezicht. Het is lelijke televisie zonder context of verhaal. Wat een
contrast met het kristalheldere Zembla, gelijktijdig op Net 3.
Waarom niet een gewoon gesprek van een uur met verhelderende historische
televisiefragmenten waarbij ook de interviewer in beeld komt? Waarom
niet gewoon uitleggen aan de kijker wat hij ziet? Kayzer zou het beter
hebben gedaan, maar hij had Zizek waarschijnlijk weer gevraagd naar de
troost die uitging van Wagner en wat er door hem heen ging bij de dood
van zijn geit en het gesprek had wel twee uur geduurd. Terwijl ik nog
niet eens wist wie Zizek was en waarom het van belang was om iets over
de dood van zijn geit te weten. Exotische vormgeving en gekke vragen
zijn gauw bedacht maar niets is zo moeilijk als een gewoon vraaggesprek.