F I L M V O O R A F :
Kletsend ten onder gaan
FRANK NOË
Nog voor de openingstitels van
Reservoir Dogs zijn afgelopen is de dialoog al begonnen. Alsof
Quentin Tarantino in zijn debuutfilm tijd tekort kwam om alle tekst
kwijt te kunnen.
Acht gangsters praten, lachen, en schelden tijdens het ontbijt in een
café en de camera cirkelt er omheen. Ze hebben het over Madonna,
over fooien. De vonken spatten eraf. Iedereen heeft wel een paar rake
opmerkingen. Verhalen lopen door elkaar heen, vullen elkaar aan. Dit
zijn dialogen zoals ze bedoeld zijn. En als de mannen aan het eind van
de scène in hun donkere pakken naar buiten lopen, verwacht je een
geweldige film. Na zo'n intro kan het niet meer stuk, denk je. Dat kan
wel.
Het verhaal is simpel. Een overval op een diamantair gaat mis. Er volgt
een schietpartij en de overlevende boeven verzamelen zich in een pakhuis
waar ze scheldend, bloedend en stervend de zaak uitvechten. De gangsters
hebben schuilnamen, uit voorzorg. Mister Orange, mister White, Blonde,
Brown, Pink etc. Waarom mogen we zelf geen kleur uitkiezen? vraagt mr.
Pink. "Mr. Pink sounds like mr. Pussy." Maar de oude baas van de bende
weet wat er dan zou gebeuren: dan wil iedereen mr. Black heten. De namen
zijn de enige kleur aan de overvallers die allemaal eenzelfde zwart pak
dragen. In flashbacks worden de mannen geïntroduceerd. Maar
feitelijk zijn ze maar één personage: dat van het
scheldende, snel op zijn tenen getrapte bluffertje. Wilde honden
('reservoir dogs') in paniek. Harvey Keitel (Mr. White) probeert die
paniek te bezweren door dwangmatig zijn haar te kammen. Maar aan paniek
is niet te ontkomen.
De enige uitzondering is mr. Blonde. Hij is cool en ontpopt zich tot een
verontrustend personage tijdens de marteling van een gevangengenomen
politieagent. Dit is een scène die niemand vergeet. De sterkste
van de film. Blonde zet de radio aan. Stuck in the middle with
you van Steelers Wheel. Meezingend snijdt hij het rechteroor van de
vastgebonden politieagent af. De ironie van de dansende zingende
gangster die martelt, zuigt je de scène in. Samen met het oor en
de harde grappen zorgt dat voor een gemene, intense scène. Zo
intens dat als Blonde het oor afsnijdt de camera wegdraait. Alsof het te
gruwelijk is om aan te zien en zelfs de camera bevangen wordt door
emotie.
In het vervolg worden de overvallers stuk voor stuk neergeknald en dan
is van emotie geen sprake meer. Het pakhuis wordt een slachthuis en na
de scène met het oor laat het je eigenlijk koud. Dat is de zwakke
kant van Reservoir Dogs. De overvallers worden buikspreekpoppen
van dialoogschrijver Tarantino: zelfs stervend lullen ze eindeloos door.
Bovendien ontwikkelen de karakters zich amper en stelt de ontknoping
weinig voor. In de slotscène houdt mr. White voor het eerst zijn
mond. Hij kreunt, steunt en huilt alleen nog maar. Wat een verademing.
Reservoir Dogs (Quentin Tarantino, VS, 1992), Net5, 22.35-0.15u.