Door onze correspondent
BRUSSEL, 9 JUNI. De vijftien lidstaten van de Europese Unie hebben gisteren overeenstemming bereikt over een EU-richtlijn voor copyright in de informatiemaatschappij. Het gaat onder meer om de reproductierechten en het beschikbaar maken van muziek, video en andere informatiedragers voor consumenten, internetproviders, bibliotheken en andere belanghebben.

In de richtlijn worden de uitzonderingen genoemd waarvoor geen speciale autorisatie nodig is, zoals 'technische kopieën' door transmissie via internet of 'kopieën voor eigen gebruik'.

Volgens de richtlijn moeten EU-lidstaten de houders van het copyright een "eerlijke vergoeding" garanderen. De wijze waarop deze wordt gerealiseerd, bijvoorbeeld via een belasting op onbespeelde cassettes of op opname-apparatuur, wordt aan de lidstaten overgelaten. Lidstaten mogen houders van copyrights de mogelijkheid geven het aantal privé-kopiëen met technische middelen te beperken.

Een functionaris van de Europese Commissie erkende dat slechts "een lage graad van harmonisatie" is bereikt, maar sprak toch van een "evenwichtig" akkoord. De belangenorganisatie IFPI (International Federation of Phonographic Industry), waarbij niet alleen Europese maar ook Amerikaanse bedrijven als Time Warner zijn aangesloten, wil bij het Europees Parlement aandringen op aanscherping van de regels. Volgens een woordvoerster brengt de ontwerp-richtlijn "onzekerheid" door de ruimte die aan de EU-lidstaten wordt gelaten. "Zekerheid is onder meer nodig voor de elektronica-industrie om bijvoorbeeld encryptologie-technieken te ontwikkelen voor bescherming van copyrights".

Frankrijk, België en Italië vroegen vergeefs om meer garanties voor auteurs. Volgens een vage formulering in de tekst mag de vergoeding "in sommige gevallen" nihil zijn. De ontwerp-richtlijn werd gisteren besproken in het Comité van permanente vertegenwoordigers van de lidstaten. Hun akkoord betekent dat de EU-ministers zonder verdere stemming hun fiat geven.

( a d v e r t e n t i e s )