|
|
|
NIEUWSSELECTIE Hitler volgens Encyclopedia Britannica
|
Opvoering van Mishima's omstreden stuk 'Mijn vriend Hitler' in Duitsland 'Duitse afrekening met de Führer'
Door onze correspondent MICHÈLE DE WAARD
Een schandaal zou het worden. Het publiek zou geshockeerd zijn. Protesten zouden losbarsten. Neo-nazi's zouden zelfs het theater kunnen bestormen. Het opvoeren van een stuk van een Japanse nationalist met zo'n titel middenin het Oost-Duitse Brandenburg - bolwerk van Duitse rechtsradicalen - leek een pure provocatie. De première van Yukio Mishima's Mein Freund Hitler, gisteravond in het stadstheater van Brandenburg aan de Havel, wàs provocerend. Dat was ook precies de bedoeling van de Duitse regisseur Claude-Oliver Rudolph (43), bekend als schurk in films (James Bond) en televisiestukken. 'Der Böse bringt das Böse auf die Bühne', schreef de Duitse pers. Niet voor niets is Rudolph een leerling van Rainer Werner Fassbinder, die met zijn theaterstukken als Het vuil, de stad en de dood grote verontwaardiging wist los te maken. ,,Natuurlijk ben ik uit op een schandaal. Dat is het enige dat me interesseert bij theater'', liet Rudolph voor de opvoering weten. Maar Rudolphs bravoure - hij verschijnt in zwart met donkere zonnebril en dweept met zijn Hell's Angels' vrienden - is misleidend. Rudolph wil immers meer dan een schandaal. Dat bleek uit de opvoering van het stuk, dat op de aanplakbiljetten in het Japans werd aangekondigd Waga tomo Hittora - de politici in Brandenburg houden niet van provoceren. Centraal in het stuk staat de 'nacht van de lange messen' op 30 juni in 1934 als Hitler zijn vriend, SA-chef Ernst Röhm, evenals de 'linkse' Gregor Strasser, tweede man bij de NSDAP, laat vermoorden vanwege coupplannen. Een kleine Hitler, Rolf Peter Kahl, wordt gepresenteerd als een ogenschijnlijk klunzige marionet van het grootkapitaal, die steeds van stoelen en banken valt. De SA-chef Ernst Röhm, met wie Hitler een homoseksuele verhouding heeft, wordt door een grote, dikke vrouw gespeeld (Renate Muhri). Strasser wordt als een zwakzinnige psychopaat neergezet, die zo nu en dan in de huid van een sissende slang over de grond kruipt. Rudolf gaat het niet zozeer om een historische reconstructie van de weergaloze moordpartij in de bewuste nacht, die Stalin tot zijn zuiveringen hebben geïnspireerd. Hij zet de hoofdfiguren in het duistere NS-hoofdstuk van de geschiedenis neer als figuren, die zichzelf in hun rol belachelijk maken en dat is de spelers overtuigend gelukt. Rudolphs belangrijkste wapen om het fenomeen-Hitler ten tonele op te voeren is de ironie. Mein Freund Hitler is zeker geen verheerlijking van het nationaal-socialisme, zoals de critici vreesden. Het theaterstuk is eerder een parodie op Hitler zoals Charlie Chaplin het deed in The Great Dictator. Opvallend is dat dit nu, 55 jaar na de oorlog, in Duitsland door een (Franse) Duitser gebeurd, want tot nog toe heeft geen Duitser zich daaraan gewaagd. ,,Mel Brooks, Chaplin en Roberto Benigni (La vita è bella) zijn mijn voorbeelden'', bekent Rudolph. ,,Het monster-Hitler, de gruwelen die hij heeft aangericht, kun je op het toneel met geen ander middel aanpakken dan met ironie. Stel je voor dat Hitler het verdomde examen op de kunstacademie in München destijds had gehaald. Wat was de wereld niet bespaard gebleven!'', zegt Rudolph. Rudolph speelt met Hitlers gestoorde seksualiteit, onderdrukte homoseksualiteit en de onmogelijkheid schilder te worden - scènes die hij afwisselt met spectaculaire vondsten zoals Hell's Angels in zwart leer die als SA-mannen op motoren over het toneel rijden en een zwevende wolk met een zanger, die een aria zingt uit de Matteus Passion. Claude Rudolph heeft een stuk willen maken waarvan de ,,beelden op je netvlies blijven plakken'', waarover iedereen over ,,vijftig jaar'' nog spreekt. Het publiek reageerde verdeeld. Geen gefluit, geen gejoel, de Oost-Duitse acteur Rolf Peter Kahl, die bij het Berlijnse Maxim Gorki-theater speelt, werd door zijn vertolking van Hitler hard toegeklapt. Rudolph ging niet ver genoeg, kritiseerde Benno Rougk, cultuurchef van de plaatselijke Märkische Allgemeine Zeitung. ,,Hitler moet harder worden aangepakt''. Het is spelen met vuur, verwijten de critici Rudolph. ,,Hoezo spelen met vuur?'', reageert de regisseur. ,,Ik speel met vuur als ik Hitler positief zou neerzetten: hij heeft toch de Autobahnen gebouwd, de werklozen van de straat gehaald. Dat zou pas een provocatie zijn en gevaarlijk. Bij mij krijgen Hitler en zijn aanhangers de ene na de andere oorvijg. Er is met Hitler nog niet zo afgerekend als in dit stuk.'' Hij wil wel kwijt dat het geen grap is dat in zijn stuk een lilliputter meespeelt en een onvolgroeide jongen. ,,Brandenburg had een van de eerste concentratiekampen in Duitsland. We hadden een centrum van euthanasie, 150 meter hier vandaan. Daar zijn de gehandicapten, lilliputters, doven en blinden vergast. Om in Brandenburg met deze spelers zo'n stuk op te voeren, is een oorvijg in het gezicht van de SA, die blauwe ogen en blonde haren verheerlijkte.'' Gefascineerd door Hitler is Rudolph niet. Maar er zijn hem in Duitsland teveel mensen die menen dat de ,,proeftijd voorbij'' is. ,,Ik vind die tendens griezelig. Iedereen is met veertig jaar rijk, speculeert aan de beurs en zegt Schluss met het verleden. Dat gaat te ver. Daar doe ik niet aan mee.'' Waga tomo Hittora (Mein Freund Hitler). 10,11, 14 en 15 juni, telkens om 19.30 uur in Brandenburger Theater in Brandenburg aan de Havel. |
NRC Webpagina's 8 JUNI 2000
|
Bovenkant pagina |
|