B E E L D :
Allerhoogste kunst
Maarten Huygen
Videokunst is een tv-vorm die zo
uitgelezen is, dat ze niet kan worden uitgezonden voor een groot
publiek. Vaak zie je mensen die iets gewoons of iets heel raars doen en
dat honderd keer achter elkaar. Als ze over de grond kronkelen, heet het
performance. Het camerawerk ziet er onprofessioneel en primitief
uit maar daarin kan de goede kijker juist de hand van de ware meester
herkennen.
Om van populaire videoclips te genieten moet je een pilletje op hebben.
De vertoning van videokunst op de televisie gaat in een gewijde sfeer.
Voor mij is het niveau te hoog. In de praatshow Remi praat laat
zag ik eens een stukje van een groot kunstenaar van wie ik, arme leek,
de naam vergeten ben, terwijl hij nog zo beroemd leek. Hij vertoonde een
videofragment waarbij een mannelijk lid op een cactus druppelde.
Geniaal! Hij had zich laten inspireren door een koffiezetapparaat dat
hij op een vuilnisbelt had gevonden. Vooral die vuilnisbelt was
belangrijk, want een koffiezetapparaat in de keuken of in de Kijkshop
inspireert niet. Volgens Remi van der Elzen was de video populair, dus
Rick van der Ploeg kan blij zijn: steeds meer mensen in het land staan
op zulk hoog niveau dat ze hier van kunnen genieten.
De NPS Cultuurprijs, de zes uitzendingen durende wedstrijd tussen
allerlei soorten kunstenaars, had ook een videokunstenares in de
aanbieding. Ze liet haar vader in bed stappen, zette toen een met rode
verf gevulde ballon op zijn kussen en liet die uiteen spatten. Iedereen
vond het prachtig, behalve één jurylid dat vroeg: "Maakt
het uit of ik het kan volgen of niet?" "Dat maakt voor mij wel uit", zei
ze. "Ik kon altijd heel pissig worden als mensen in een heel andere
richting denken dan ik bedoelde." Daarna hield iedereen geschrokken zijn
mond en ze overleefde de ronde niet. Toen begon ik al te twijfelen aan
de deskundigheid van die jury.
Gisteren was de slotfinale en presentator Dolf Jansen bleek al helemaal
geen verstand van kunst te hebben. Twee knappe architecten lieten een
foto van een hooiberg zien. Daar had de eigenaar een eigen kantoor in
gebouwd om de voorschriften te ontduiken. Je zag er niks van. De
welstandscommissie ontduiken is een hele kunst, weet ik toevallig. De
volgende foto toonde een veld met hooibalen. "Wat voor kantoren zitten
hier nu in?" vroeg Jansen verbaasd. "Nee, dit is een boer die zijn
hooibalen op zo'n dramatische manier op het land heeft gelegd dat het
een kunstwerk is geworden", zei de architect. Ik begreep dat het duo
zelf nog niet zoveel gebouwd had maar "fantastische ideeën" had.
Een componist had een muziekstuk op kwarttonen geschreven dat zo
moeilijk was dat het alleen op een computer kon worden uitgevoerd. Zelf
vond de componist dat niet zo mooi. Jansen luisterde naar het fragment
met open mond en een panische blik in de ogen.
Twee modeontwerpers hadden kleding gemaakt die was geïnspireerd op
straatafval na een evenement. Ik stelde me de vormenpracht van plastic
bierbekertjes, drankblikjes, pindasaus en frikadelresten na de
Amsterdamse Uitmarkt voor. In een jurk was een "geabstraheerde plastic
zak" en een "geabstraheerd dekentje" verwerkt. Het model sleepte een
geel opgerold gordijn achter zich aan dat was gemonteerd op haar
bovenstukje. Het was bedoeld als jurk en daar moest dan waarschijnlijk
al dat straatafval aan blijven hangen. Hier hadden ze Parijs en Japan
mee geëpateerd en nu de NPS-jury nog. "Het gaat ons om zo mooi
mogelijk", zei de ontwerpster. "Het lijkt me logisch dat kleding zo
mooi mogelijk is", zei Jansen. "Nee, dat is niet logisch", was het
wrevelige antwoord. In hun beraad prezen de juryleden alle finalisten
nog eens uitbundig maar ze stemden bijna allen op Tania Kross, een
verlegen mezzosopraan die weinig over zichzelf praatte maar die
enthousiast een klassiek lied had gezongen, waarvan zelfs ik had
begrepen dat het mooi was. Ik was het hartsgrondig met de keuze eens en
misschien was die daarom wel ondeskundig.