U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
24/7 Media Europe ad
N R C   H A N D E L S B L A D  -  B U I T E N L A N D
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 

S c h a k e l s
Dossier Vrijheid Papoea's

Den Haag moet oppassen voor mijnenveld

Kwestie Nieuw Guinea springlevend

Door onze redacteur FRANK VERMEULEN
ROTTERDAM, 7 JUNI. De Nieuw Guinea-kwestie lijkt bijna veertig jaar na dato nog springlevend. Begin deze week vroeg de Indonesische regering Nederland om "herbevestiging" van het Verdrag van New York uit 1962 waarin de overdracht van Nederlands Nieuw Guinea aan Indonesië werd overeengekomen. Aanleiding was de ontkenning door het Papoeacongres, afgelopen weekeinde, van het Indonesische gezag over de provincie Papoea (voorheen Irian Jaya). De Nederlandse regering, en de Tweede Kamer, reageerden gisteren al afwijzend op het Indonesische verzoek.

Nederlandse deskundigen verkennen het mijnenveld dat schuil gaat achter de wens van de voormalige kolonie. Mensenrechtenspecialist prof.dr. C. Flinterman noemt het "pikant" dat de Indonesische regering tot voor kort buitenlandse bemoeienis beschouwde als inmenging in binnenlandse aangelegenheden waar zij nu buitenlandse bemoeienis willen gebruiken om een binnenlands probleem op te lossen. "Het verzoek van de Indonesiërs om herbevestiging van het Verdrag is een vreemde manoeuvre waaruit de onzekerheid van Indonesië blijkt. Er is geen enkele aanleiding om internationale overeenkomsten steeds weer te blijven herbevestigen. De Nederlandse regering kan zich het beste afzijdig houden, want hier wordt met dynamiet gespeeld."

Die afzijdigheid kan in gevaar komen sinds minister Van Aartsen (Buitenlandse Zaken) op verzoek van de Tweede Kamer besloten heeft tot een onderzoek naar de soevereiniteitsoverdracht van Nederlands Nieuw Guinea. Dr. P. Drooglever van het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis dat dit onderzoek hoogstwaarschijnlijk gaat doen, meent echter dat "geschiedenis nu eenmaal altijd politiek is". Volgens hem leven in de gedachtenwereld van de Papoea's "fictieve voorstellingen" over wat er in 1961 is gebeurd. "Feit is dat het eerste Papoeacongres eind 1961 een vlag heeft gekozen en een volkslied. Maar er is geen sprake van dat toen de onafhankelijkheid is geproclameerd."

Dr. C.S.I.J. Lagerberg, oud-bestuursambtenaar in Nederlands Nieuw Guinea, zegt niet onder de indruk te zijn van het voorgenomen onderzoek. "Als er problemen zijn tussen Amerikanen en Chinezen gaan ze pingpongen. Als hetzelfde gebeurt tussen Nederland en Indonesië wordt er een culturele commissie benoemd die de zaken moet toedekken. Feit is dat Nederland zich in de jaren zestig internationaal heeft geblameerd door de Indonesiërs hun gang te laten gaan." Flinterman is van mening dat de Papoea's beter met Jakarta kunnen gaan overleggen over de toekomst: "Terugkijken is mooi maar voor de Papoea's is het een doodlopende straat. Vergelijk het met de tegenstellingen tussen Palestijnen en Israel. Pas toen in Oslo werd afgesproken vooruit te kijken, kwam er vooruitgang in het vredesproces." Ook historicus prof. dr. mr.C. Fasseur meent dat de geschiedenis nu eenmaal haar loop heeft genomen en dat het weinig zin heeft te proberen daaraan iets te veranderen. Ironisch: "Als we dan toch bezig zijn het met herbevestigen van het Verdrag van New York kunnen we misschien ook de soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië nog eens overdoen."

Jakarta moet nationalistische reflex temmen

Door onze correspondent DIRK VLASBLOM
JAKARTA, 7 JUNI. In de Indonesische hoofdstad is de 'vrijverklaring' van het Papoeacongres zondag heel verschillend uitgelegd. Zowel bij juristen als bij politici valt een nationalistische reflex te bespeuren, maar in beide milieus zijn er ook die hun kalmte bewaren.

Minister van Justitie Yusril I. Mahendra sluit zich aan bij het harde oordeel van een aantal collega-staatsrechtsgeleerden, onder wie de gezaghebbende hoogleraar uit Bandoeng Sri Soemantri, die reppen van 'subversie'. Mahendra zei gisteren: "Dit is geen louter intellectuele exercitie, maar een politieke uitspraak die neerkomt op een besluit tot afscheiding. Ik beschouw dit als een subversieve daad en juridische stappen zijn dan ook geboden". Welke stappen wist de minister nog niet.

Zijn collega voor Hervorming van het Staatsapparaat, Freddy Numbery, de enige etnische Papoea in het kabinet, riep zijn collega's op tot bezinning. "Papoea staat allang niet meer op de agenda van de Verenigde Naties, dus er is geen reden tot zorg over buitenlandse interventie. Dat gebeurt pas als Indonesië ginds de mensenrechten op grote schaal schendt."

De regering hoeft zich vanuit juridisch oogpunt geen zorgen te maken, vindt prof. Hikmahanto Juwama, hoogleraar internationaal recht aan de Universiteit van Indonesië. De 'vrijverklaring' door het Papoeacongres vindt volgens hem geen enkele steun in het volkenrecht. "In augustus 1962 sloten Indonesië en Nederland het Verdrag van New York en daarin wordt niet gerept van een onafhankelijk West-Papoea. Dat verdrag bepaalde dat een volksraadpleging zou worden gehouden, volgens het principe 'one man, one vote'. Dat gebeurde in 1969 maar niet op die manier. Omdat Nederland als verdragspartij nooit bezwaar heeft gemaakt tegen de door Indonesië toegepaste methode is het resultaat rechtsgeldig." Bovendien is de uitslag van de volksraadpleging op 12 november 1969 goedgekeurd door de Algemene Vergadering van de VN. Hikmahanto: "De VN kennen geen mechanisme om besluiten van de Algemene Vergadering te herzien. Dat wil zeggen, resolutie 2504/1969 kan niet meer ongedaan worden gemaakt."

Toch lijkt Jakarta hieraan te twijfelen zoals maandag bleek toen de Nederlandse regering het verzoek kreeg om als medeondertekenaar van het Verdrag van New York de betreffende VN-resoluties te 'reconfirmeren'. Hikmahanto: "De term 'reconfirmatie' is in deze van belang. Men vroeg immers geen 'bevestiging'. Dit verzoek moet worden gezien als een 'pre- emptive strike'. De Papoeagemeenschap zal Nederland immers vragen de historische gang van zaken nog eens kritisch te bezien. Dit formele verzoek aan Den Haag duidt niet zozeer op twijfel aan het bindende karakter van genoemde resoluties, maar is bedoeld om de Papoeagemeenschap ervan te overtuigen dat vragen om herwaardering van de volksraadpleging geen zin heeft.

"Dat Nederland de gevraagde verklaring blijkbaar overbodig vindt, is een herbevestiging op zichzelf. Ik maak daaruit op dat de Nederlandse regering de in de jaren zestig gemaakte afspraken niet ter discussie stelt."

NRC Webpagina's
7 JUNI 2000


( a d v e r t e n t i e s )

24/7 Media Europe ad

24/7 Media Europe ad

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad