|
|
|
NIEUWSSELECTIE Energieonderzoek Centrum Nederland
|
Tsjernobyl: sluiting is nog lang geen
ontmanteling
ROTTERDAM, 7 JUNI. Of de maandag door de Oekraïense president Leonid Koetsjma voor 15 december van dit jaar aangekondigde definitieve sluiting van de kerncentrale van Tsjernobyl ook zal uitmonden in een snelle ontmanteling van het complex is nog onduidelijk. Blijft het bij een sluiting en verwijdering van splijtstof alleen, dan ligt een heel bescheiden operatie in het verschiet: het complex bij Tsjernobyl bestond weliswaar uit vier zware identieke reactoren maar daarvan was er nog maar één in bedrijf. Rampreactor nummer vier ging in april 1986 verloren en staat verwoest onder een provisorische betonnen overkoepeling (de sarcofaag). Nummer twee werd afgesloten na een zware turbinebrand in oktober 1991. Nummer één is in november 1996 buiten gebruik gesteld omdat hij aan het eind van zijn technische levensduur zou zijn gekomen (hoewel hij pas 19 jaar in gebruik was en de levensduur van reactoren vaak op 30 40 jaar wordt gesteld.) De reactoren vijf en zes, die op veel plattegronden prijken, zijn nooit geplaatst. Wat de Oekraïne maandag heeft toegezegd is dat reactor drie over een half jaar ook buiten bedrijf wordt gesteld. Dat is in principe een eenvoudige stap waar operators van kerncentrales normaal gesproken voldoende ervaring mee opdoen omdat reactoren wel vaker moeten worden afgezet. Een Nederlandse reactor als die van Borssele gaat elk jaar korte tijd buiten bedrijf om splijtstof te kunnen wisselen. Bij de zogenoemde RBMK-reactoren van Tsjernobyl kan in vol bedrijf splijtstof worden gewisseld, maar toch zal ook daar regelmatig onderhoud moeten worden gepleegd. Bij het uit bedrijf nemen van een kernreactor schuift men tussen de gewone splijtstofstaven een aantal zogenoemde stop- en regelstaven die door hun samenstelling zoveel neutronen absorberen dat het splijtingsproces vrijwel onmiddellijk stopt en de reactor niet langer 'kritisch' is. De neutronenproductie stopt, maar de splijtstofstaven blijven nog geruime tijd gloeiend heet en kunnen nog lang veel hitte produceren door het natuurlijk verval van de splijtingsproducten die zij bevatten. Het is dus zaak de gewone koeling nog volledig in stand te houden. In Tsjernobyl wordt de koeling verzorgd door een inert gasmengsel van helium en stikstof dat zijn hitte overdraagt aan het water voor de stoomturbines en het ten dele ook rechtstreeks aan de lucht kan afstaan. Na enige dagen zijn de splijtstofstaven (die overigens nog vele maanden lang warm blijven) voldoende afgekoeld om ze met behulp van de 'laadmachine' uit het reactorvat te trekken en over te brengen naar een waterbassin waar ze verder kunnen afkoelen. In feite is dit het moment waarop aan het potentieel grensoverschrijdend gevaar van de kernreactor een einde komt. Zijn de splijtstofstaven na een jaar voldoende afgekoeld dan kunnen ze worden afgevoerd naar de eindberging. Bij de centrale zelf zou tegen die tijd een begin kunnen worden gemaakt met sloop en afvoer van het niet-nucleaire gedeelte van het complex: de turbinehal en de kantoren, de ventilatieschachten en mogelijk zelfs de stoomgenerator. Of men dat in de Oekraïne de moete waard vindt valt te bezien. Het reactorvat, dat door de jarenlange neutronenbestraling zelf radioactief is geworden, moet zeker nog vele jaren 'uitstralen' voor er aan sloop te beginnen is. Dan nog zullen daarvoor geavanceerde, op afstand te besturen toestellen moeten worden ingezet. Het is waarschijnlijker dat de arme Oekraïne kiest voor een afkoeling die ze vele decennia zal laten duren, zoals ook Nederland dat met Dodewaard deed, dan hoeft er tezijnertijd minder omzichtig te worden gewerkt. Het reactorcomplex zal dan worden dichtgemetseld of anderszins ontoegankelijk gemaakt en krijgt mogelijk een permanente bewaking. Gezien de milieu- en veiligheidsmentaliteit die in het Sovjet-tijdperk is aangekweekt en die in de Oekraïne nog volop bestaat is het, goed beschouwd, nòg waarschijnlijker dat Tsjernobyl helemaal nooit zal worden ontmanteld. Als op den duur ook de bewaking wordt opgeheven raakt het complex overgroeid als het kasteel van Doornroosje. Tsjernobyl trof miljoenen
Door een onzer redacteuren
Het is de grootste ramp in de geschiedenis van het vreedzaam gebruik van kernenergie in de wereld en het is dat tot vandaag gebleven. De Sovjet- autoriteiten vergeten even hun officieel geproclameerde beleid van glasnost - openheid - en trachten de ramp in de doofpot te stoppen. Lang wordt volgehouden dat bij de ramp en de daarop volgende pogingen de brand te blussen slechts twee - later dertig - mensen zijn omgekomen en dat de gevolgen van de radioactieve besmetting meevallen. Slechts alarmerende berichten uit het Westen, in de vorm van meetbare stijging van de radioactiviteit in de atmosfeer en op de grond, brengen de gevolgen in beeld. Na de ramp worden honderdduizenden reddingswerkers in de hele Sovjet- Unie - 'liquidators' - opgetrommeld om in Tsjernobyl en de diverse zones eromheen te helpen bij het bestrijden van de gevolgen van de ramp en de evacuatie van alle inwoners. De meesten van hen raken radioactief besmet; velen zijn inmiddels gestorven of invalide. Volgens de jongste gegevens zijn 3,4 miljoen Oekraïeners (en miljoenen Russen en Wit- Russen) op de een of andere manier door de ramp getroffen. 400.000 volwassenen en 1,1 miljoen kinderen in de Oekraïne zijn nog altijd aangewezen op hulp van de staat wegens aan de ramp gerelateerde gezondheidsproblemen. Die staat is armlastig: Kiev kan nog maar éénderde van de financiële verplichtingen jegens de slachtoffers nakomen. Van de 'liquidators' zijn er volgens de officiële gegevens 4.365 overleden aan de gevolgen van hun (in veel gevallen vrijwillige, in veel andere gevallen gedwongen) inzet. In november 1986 wordt getracht reactor nummer vier van de buitenwereld af te sluiten door de bouw van een betonnen sarcofaag. Dat 'graf' vertoont inmiddels talrijke lekken. In oktober 1991 wordt reactor nummer twee na een enorme brand gesloten. De Oekraïne, inmiddels onafhankelijk, staat dan al onder zware internationale druk om Tsjernobyl volledig te sluiten. In 1995 zwicht president Leonid Koetsjma voor die druk, op voorwaarde dat het Westen zijn land daarbij financieel helpt. In december van dat jaar gaat de G7, de groep van grootste industrielanden in de wereld, in Ottawa in een memorandum of understanding op die voorwaarde in, door 2,3 miljard dollar ter beschikking te stellen namens de lidstaten van de G7 en internationale organisaties. Dat geld is niet alleen nodig voor de ontmanteling van Tsjernobyl, maar ook voor de bouw van nieuwe kerncentrales in Rivne en Chmelnitski, om de Oekraïne te compenseren voor het verlies van de in Tsjernobyl opgewekte energie, en de beveiliging van andere kerncentrales in de Oekraïne. In november 1996 wordt kernractor nummer één gesloten. Sinds dat moment is alleen reactor nummer drie nog in functie. In april en mei vorig jaar beginnen met geld van de Oost-Europabank EBRD herstelwerkzaamheden aan de sarcofaag rond de rampreactor. Afgelopen maandag noemt president Koetsjma voor het eerst een datum voor de sluiting van Tsjernobyl: 15 december 2000. De geraamde kosten van de sluiting bedragen 750 miljoen dollar. Internationale donors hebben tot nu toe 400 miljoen toegezegd. President Clinton deed daar maandag nog 78 miljoen bij.
|
NRC Webpagina's 7 JUNI 2000
|
Bovenkant pagina |
|