U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
24/7 Media Europe ad
N R C   H A N D E L S B L A D  -  B I N N E N L A N D
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 

S c h a k e l s
Nederlandse Windenergie Vereniging

Veel wind, weinig molens


Windenergie blijft achter bij de ambities. Nederland maakt zich op voor een inhaalslag, op land en ter zee.

Door onze redacteur ARJEN SCHREUDER

ROTTERDAM, 7 JUNI. Windenergie is big business aan het worden. Wereldwijd groeit windenergie jaarlijks met dertig procent. Vorig jaar groeide het mondiale vermogen van 10.000 megawatt (MW) naar 13.500 MW bij een omzet van zes miljard gulden. Van dit vermogen wordt 85 procent opgewekt in vijf landen: Duitsland, Denemarken, VS, Spanje en India. Serieuze plannen voor uitbreiding hebben Frankrijk, China, Italië en Ierland. Windenergie is de snelst groeiende energiebron.

Maar Nederland blijft achter. Niet alleen bij andere landen, maar ook bij de eigen doelstellingen. Er staat nu voor ruim 400 MW aan windmolens, terwijl lang werd gestreefd naar 1.000 MW dit jaar. Het ambitieuze doel van Nederland lijkt verder weg dan ooit. Dat is dat over twintig jaar 3.000 MW aan windturbines op land en op zee moet staan, en dat tien procent van alle energie duurzaam moet zijn opgewekt.

"De vraag is niet of windenergie een grote toekomst heeft, maar of dat voor windenergie in Nederland geldt," stelt Gijs van Kuik, hoogleraar windenergie aan de Technische Universiteit Delft. De vraag naar duurzame energie stijgt, de consument is bereid er meer voor te betalen, zoals hij dat ook doet voor duurzaam geproduceerde voedingsmiddelen. De kosten voor het opwekken van windenergie blijven dalen, vooral door de grotere productie, en over tien jaar is windenergie goedkoper dan fossiele energie.

Oorzaak van het Nederlandse fiasco is jarenlang geweest het gebrek aan draagvlak, de matige publieke acceptatie. Tien jaar geleden sloot het rijk een bestuursconvenant met provincies voor het plaatsen van windparken. Daar is weinig van terechtgekomen. Vooral de gemeenten hebben het laten afweten. Een geschikte locatie is moeilijk te vinden en lang niet iedere burger houdt van het geluid van zoevende wieken, dansende schaduwen en van de verstoring van het open landschap. Zonder verplichting is het voor de gemeenten verleidelijk niet al te hard van stapel te lopen om een bijdrage te leveren aan de abstracte idee van een duurzame toekomst. De procedures zijn lang, klaagt de industrie, en iedere klager wordt serieus genomen. "Wij zijn een regelmatige klant van de Raad van State en ook rechtbanken zien wij geregeld van binnen". aldus dr. Annemarie Goemakers, directeur duurzame energie bij Nuon. Maar nu is het welletjes, vinden politici, ambtenaren, milieuorganisaties en bedrijven die brood zien in windenergie. Nederland moet een inhaalslag maken. , ,Van overheden vragen we doortastendheid, begeestering en coördinatie", aldus Tjeu van Mierlo van de Zeeuwse Milieufederatie namens de milieubeweging. De roep klinkt om een nieuw bestuursconvenant waarin de gemeenten vanaf het begin worden betrokken en ook aangesproken kunnen worden op het halen van doelstellingen. Oud- minister van milieu Margreet de Boer presenteerde vorig jaar een plan om gemeenten te verplichten een aandeel windenergie voor hun rekening te nemen naar rato van het aantal inwoners, een aandeel dat verhandelbaar is met andere gemeenten.

Bovendien hebben alle milieufederaties samen met de Stichting Natuur en Milieu onlangs gedetailleerde voorstellen gedaan voor het plaatsen van windmolenparken. Een hele prestatie, aangezien windturbines de milieubeweging verdelen. Enerzijds is er het goede doel van duurzame energie, anderzijds dreigt aantasting van het landschap en gevaar voor vogels. De milieubeweging stelt nu dat met zorgvuldig uitgekozen locaties windenergie een goede optie is. Zorgvuldigheid betekent dan plaatsing van driewiekers in grote clusters zoals in het Rotterdamse havengebied, de Wieringermeerpolder, de Eemshaven en de Zonzeelse polder in Noord-Brabant. Windturbines moeten worden geplaatst in lijnopstelling op bedrijventerreinen, langs spoorlijnen, snelwegen, waterwegen en hoogspanningsmasten. Er is onlangs zelfs een haalbaarheidsstudie verricht naar een hoogspanningsmast en windmolen in één. Energiebedrijf Nuon gaat binnenkort kleine windmolens verkopen aan particulieren.

Minister Jorritsma (Economische Zaken) zei deze week in de loop van dit jaar een aantal grote locaties aan te wijzen, alsmede samen met minister Pronk (VROM) een nieuw convenant af te sluiten met alle provincies voor het stimuleren van windenergie. Ambtenaren van Economische Zaken bereiden inmiddels een liberalisering van de markt voor groene energie voor. De vraag naar groene stroom in een vrije markt zal dermate groot zijn, is de verwachting bij EZ, dat het aandeel windenergie vanzelf flink zal stijgen. Windenergie behoudt fiscale voordelen, zoals vrijstelling van de regulerende energiebelasting voor afnemers van groene stroom en financiële steun uit de opbrengst van de regulerende energiebelasting die wordt geheven op fossiele energie. Ook komt er een systeem van groencertificaten. De Amsterdam Power Exchange werkt aan de voorbereiding voor de handel in deze certificaten voor groene stroom.

Bij alle strubbelingen van windmolenparken op land koestert het bedrijfsleven grote verwachtingen van windenergie uit parken op de Noordzee. Er ligt een kabinetsplan om acht kilometer uit de kust bij Egmond een demonstratiepark te bouwen en het bedrijf E-Connection heeft vergevorderde plannen veel verder uit de kust twee parken te bouwen. Stichting de Noordzee, het Productschap Vis en de ANWB waarschuwden onlangs voor een wildgroei van windmolens op zee. Dat bedrijven zo ver uit zee willen bouwen, heeft te maken met de publieke acceptatie. Hoe verder uit de kust, hoe meer draagvlak.

De ervaring leert overigens dat geld veel bezwaren wegneemt. Het Energieonderzoek Centrum Nederland in Petten heeft anderhalf jaar onderhandeld met achttien boeren om te komen tot een testpark voor grote turbines van drie tot vijf MW met diameters van meer dan 100 meter. ECN-directeur ir. Wouter Schatborn: "Die boeren doen uiteindelijk mee omdat ze de last die ze ervan hebben, kunnen dragen. Ze hebben uitgerekend dat als ze 's nachts liggen te slapen bij iedere zoef die ze horen van de turbinebladen twee cent verdienen. Dat slaapt heel lekker."

NRC Webpagina's
7 JUNI 2000


( a d v e r t e n t i e s )

24/7 Media Europe ad

24/7 Media Europe ad

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad