R A D I O & T E L E V I S I E
|
NIEUWSSELECTIE
S e l e c t i e
Televisie
|
F I L M V O O R A F :
Mobsters
DANA LINSSEN
Vijftien jaar later waren Bugsy Siegel, Lucky Luciano, Meyer Lanski en Frank Costello nauwelijks ouder geworden, althans niet in de optiek van debuterend speelfilmregisseur Michael Karbelnikoff. Het roemruchte gangsterkwartet uit de jaren twintig liet hij spelen door een clubje acteurs dat te jong was om tot de Brat Pack (Emilio Estevez, Andrew McCarthy, Matthew Broderick, waar zijn ze gebleven?) van de jaren tachtig te worden gerekend en te oud voor de generatie van Johnny Depp, Keanu Reeves en Matt Dillon. Christian Slater (Luciano), Patrick Dempsey (Lansky), Richard Grieco (Siegel) en Costas Mandylor (Costello) werden door een Amerikaanse recensent zelfs denigrerend de acteurs van de 'Vidal Sassoon School of Acting' genoemd. Hun enige kwaliteit zag hij in hun puistjesvrije wangen en hun goedgecoifuurde kapsels. De gladheid die Hal Hinson van de Washington Post aan de acteurs toeschreef, is zeker ook een kenmerk van Mobsters (1991) in z'n geheel. De film is hard, bijdehand en gewelddadig, precies zoals je van het genre mag verwachten. Hij is wat bloederiger dan bijvoorbeeld The Godfather-cyclus, waaraan Mobsters soms wel erg schatplichtig is, inclusief z'n palet van roodbruine tinten. Er wordt een neus afgebeten, een paar lippen afgehakt en een gezicht langdurig met een mes bewerkt, waardoor dat roodbruin wel erg aan geronnen bloed doet denken. Voormalig reclamefilmer Karbelnikoff weet van elke scène een verkoopplaatje voor zichzelf te maken. Gecombineerd met die model- gangsters levert dat een wonder van effectiviteit op. Dat is de charme van de film, z'n looks. Maar er moeten geen beelden van James Cagney of Marlon Brando door je hoofd spoken. Mobsters (Michael Karbelnikoff, 1991, VS), BBC1, 0.05-2.15u.
|
NRC Webpagina's
23 MEI 2000
|
Bovenkant pagina |