|
|
|
NIEUWSSELECTIE Dossier Srebrenica
|
Vredesmissies: het 'afschuiven' is begonnen
DEN HAAG, 22 MEI. Bij de ingang van het Tweede Kamergebouw zit 's ochtends vroeg vredesactivist Mient-Jan Faber. Hij zal de de hoorzittingen bijwonen van de parlementaire commissie-Bakker, die vandaag is begonnen met het onderzoek naar politieke besluitvorming over deelname van Nederlandse militairen aan vredesmissies. Faber verwacht er, zegt hij, weinig van. "We zullen manoeuvres te zien krijgen, omtrekkende bewegingen. Men zal proberen er ongeschonden uit te komen, de schuld af te schuiven." Het onderzoek zal vooral gaan over Srebrenica, de moslim-enclave in Bosnië die zou worden beschermd door Nederlandse VN-militairen. Faber mist belangrijke namen op de lijst van mensen die gehoord zullen worden. Waarom spreekt de commissie niet met generaal Nicolai? Hij maakte, na de val van de Srebrenica, een evacuatieplan dat alleen gold voor de Nederlandse VN-eenheid Dutchbat, ook al had de VN opdracht gegeven de evacuatie voor te bereiden van alle moslimvluchtelingen op de VN-basis. "En waar is Karremans? Kolonel Brantz? Het zijn de mannen op de grond die belangrijke beslissingen namen, maar daarvoor wel achteraf politieke rugdekking hebben gekregen."Het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) is bezig met een 'prachtig geschiedenisboekje' over Srebrenica, zegt Faber. Dat wordt volgend jaar gepubliceerd. "Daarna zal gezegd worden: er is nu zoveel onderzocht, er liggen zoveel rapporten, een parlementaire enquete is niet meer nodig." Een paar meter verder, bij de receptie van de Tweede Kamer, meldt zich mr. P. van Walsum, ambassadeur voor Nederland bij de Verenigde Naties in New York. Tot het voorjaar van 1993 was hij directeur-generaal politieke zaken op het ministerie van Buitenlands Zaken. Hij is de eerste die door de commissie zal worden ondervraagd. "Maar ik heb", zegt hij met de regenjas over de arm, " weinig interessants te vertellen." Een uur lang wordt Van Walsum ondervraagd door de Kamerleden A. Harrwijn (GroenLinks) en E. Balemans (VVD). Het 'afschuiven' lijkt begonnen. Was er op Buitenlandse Zaken wel voldoende 'Balkan-deskundigheid' aanwezig? "Dat denk ik wel", zegt Van Walsum en hij glimlacht. "Maar het probleem is: zet twee van die deskundigen naast elkaar en ze zullen het met elkaar oneens zijn." De commissie wil weten wat de ambtelijke top begin jaren negentig aan plannen bedacht om de crisis in Joegoslavië op te lossen. Nederland was vanaf juni 1992 voorzitter van - toen nog - de Europese Gemeenschap. Van Walsum moet uitleggen hoe het mogelijk was dat Nederland aan de EG-partners voorstelde om Joegoslavië maar op te delen langs etnische lijnen. En of de toenmalige minister Van den Broek wist van dat plan. Van Walsum geeft onmiddellijk toe dat Van den Broek erover werd geraadpleegd terwijl hij in de ministerraad zat. Maar, zegt hij, "het was géén voorstel, het was een optie". De Nederlandse topambtenaren hadden er niet gedacht dat zo'n 'oplossing' een precedent zou scheppen voor de Sovjet-Unie, de EG-partners moesten er niks van hebben. Van Walsum: "Dat argument overtuigde ons onmiddellijk." En hij zegt: "Maar u moet niet vergeten dat zo'n opdeling langs etnische lijnen toen nog niet zo beladen was." Het grote 'etnische zuiveren', bedoelt hij, moest nog beginnen. De commissie wil ook van de vroegere topambtenaar horen waarom Nederland, een belangrijke leverancier van troepen, nooit meer invloed heeft gekregen in de pogingen vrede te brengen in Joegoslavië. Nederland had toch in de Contactgroep moeten zitten? Dat was de groep van grote landen die het conflict in het gebied probeerde te beheersen en onderhandelingen voerde. Heeft de ambtelijke top wel genoeg gedaan om dat te bereiken? Italië, die er eerst ook niet in zat, slaagde er wel in om zich 'ertussen te dringen'. Van Walsum reageert geïrriteerd. "U hebt het over de tijd waarvoor ik niet verantwoordelijk ben." Na afloop ontmoet Van Walsum op de gang zijn vroegere baas, oud-minister H. van den Broek en diens echtgenote. Ze praten, ze lachen hard. Van den Broek is de tweede die deze ochtend voor de commissie moet verschijnen. Ook tijdens zijn verhoor staat commissie-voorzitter lang stil bij de pogingen die Nederland had moeten ondernemen om lid te worden van de Contactgroep. "De Contactgroep is in het leven geroepen om de VS en Rusland te betrekken bij Joegoslavië", legt Van den Broek uit. En natuurlijk heeft Nederland geprobeerd om erbij te komen. Ook Van den Broek reageert geïrriteerd op het aandringen van voorzitter Bakker. "We hadden weinig kans van slagen", erkent Van den Broek, "want dan zouden er nog veel meer landen lid kunnen worden." De vroegere minister beantwoordt plichtmatig de vragen van de commissie en raakt maar één keer enthousiast. Dat is als hij kritiek kan uitoefenen op de besluitvorming van de VN. "Ik kies voor de menselijkheid", zegt Van den Broek. Hij hekelt de trage besluitvorming van de bureaucratische instelling. Volgens Van den Broek zat Nederland in de 'kopgroep' van landen die in 1992 hard wilden optreden in Bosnië. "Ik schaam me er niet voor om te zeggen dat ik altijd voorstander ben geweest van militair ingrijpen."
|
NRC Webpagina's
22 MEI 2000
|
Bovenkant pagina |