U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    M E D I A  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

Gespecialiseerde financiële websites laten klant betalen

Geld online


Abonnementsgeld vragen voor een elektronische krant is vrijwel onmogelijk, hetzelfde nieuws is meestal ergens anders op Internet ook gratis beschikbaar. Toch slagen gespecialiseerde financiële websites als The Wall Street Journal Interactive Edition (wsj.com) en TheStreet.com daar wel in.

Door Jochen van Barschot

Het heeft even geduurd voordat uitgever Dow Jones overtuigd was van het nut van een elektronische versie van zijn zakenkrant The Wall Street Journal. "Ik heb het bedrijfsplan en de eerste prototypes van de website in mijn vrije tijd moeten maken", zegt hoofdredacteur Neil Budde van The Wall Street Journal Interactive Edition.

Dat was begin jaren negentig. In 1995 kreeg de zakenkrant zijn eerste website. Op proef. "We zijn begonnen met een elektronische versie van ons dagelijkse katern 'Money Investing Update'. De uitgever durfde het niet aan om direct met de hele Wall Street Journal online te gaan." Dat gebeurde pas een jaar later, toen de website had bewezen niet schadelijk te zijn voor het imago van de prestigieuze zakenkrant.

De eerste vijf maanden van zijn bestaan was de elektronische Wall Street Journal gratis toegankelijk. Sinds 1 april 1996 is 90 procent van de website alleen bestemd voor betalende abonnees. "Voor ons stond vanaf het allereerste begin vast dat we geld zouden gaan vragen voor toegang tot onze website. Wij weten dat ons publiek zo'n grote waarde aan onze berichtgeving hecht, dat het bereid is ervoor te betalen."

Inmiddels komt meer dan de helft van de omzet van de website uit advertenties. "We hebben ons wel eens afgevraagd of we niet beter een gratis website kunnen worden", erkent Budde. Daardoor zal het aantal bezoekers immers fors stijgen en kunnen de hogere reclame-inkomsten die dat met zich meebrengt het verlies aan abonnee-inkomsten compenseren. Toch handhaaft de elektronische krant het betaalsysteem. "Betalende abonnees bezoeken de website veel vaker en lezen die aandachtiger dan niet-betalende lezers. Adverteerders zijn bereid daar meer voor te betalen."

Verder laten betalende abonnees hun gegevens achter bij de Wall Street Journal, zodat de website adverteerders inzicht kan geven in de opbouw van het lezersbestand. "Geregistreerde gebruikers zijn op de advertentiemarkt veel meer waard dan anonieme bezoekers", weet Budde. In het geval van de zakenkrant gaat het bovendien veelal om hoog opgeleide lezers met een bovenmodaal inkomen, een interessante doelgroep voor adverteerders. Door niet volledig afhankelijk te zijn van advertentie-inkomsten is de elektronische Wall Street Journal volgens Budde minder gevoelig voor de economische conjunctuur en kan de website zijn journalistieke onafhankelijkheid beter bewaken. "Je ziet op Internet toch al dat redactie en commercie dichter bij elkaar liggen dan bij de papieren krant. Bij veel gratis websites is duidelijk te zien dat adverteerders een dikke vinger in de pap hebben gehad bij bijvoorbeeld de opmaak van de site. Dat willen wij zo veel mogelijk beperken."

De elektronische Wall Street Journal heeft op dit moment 375.000 betalende abonnees (ter vergelijking: de drie edities van de papieren Wall Street Journal in de Verenigde Staten, Azië en Europa hebben samen een oplage van 1,9 miljoen exemplaren). De Interactive Edition heeft de papieren krant volgens Budde nog geen enkele abonnee gekost. "Voor zover wij kunnen nagaan, is de kannibalisering nul."

Een abonnement op de elektronische Wall Street Journal kost 59 dollar per jaar. Abonnees van de papieren krant krijgen korting en betalen 29 dollar per jaar. Een op de vijf abonnees komt van buiten de Verenigde Staten. Om dit aantal op te krikken, heeft de website sinds kort ook afzonderlijke edities voor Azië en Europa. "Wij verwachten dat daar de komende jaren de grootste groei vandaan zal komen", zegt Budde.

Zoals bij de meeste elektronische versies van Amerikaanse kranten gebruikelijk is, staat The Wall Street Journal Interactive Edition zakelijk gezien los van de papieren krant. De redactie leunt weliswaar deels op de artikelen uit de papieren krant - die ze zelf aanvult met actueel nieuws - maar staat financieel volledig op eigen benen. In het vierde kwartaal van vorig jaar haalde de website een omzet van 10,8 miljoen dollar, het dubbele van dezelfde periode het jaar daarvoor. Over heel 1999 zette de elektronische Wall Street Journal 31 miljoen dollar om (1998: 17 miljoen dollar). De website is nog niet winstgevend, "zoals dat hoort bij een Internet-bedrijf", aldus Budde. " Vorig jaar in september belandden we ineens in de zwarte cijfers. Toen hebben we onmiddellijk onze investeringen fors opgevoerd, zodat we nu weer gewoon verlies maken."

The Wall Street Journal Interactive Edition dankt een groot deel van haar bezoekers aan de naamsbekendheid van de papieren krant. Budde hoopt via Internet echter ook een lezerspubliek aan te boren dat The Wall Street Journal met de papieren krant niet bereikt. De reputatie van de papieren krant staat dat doel juist in de weg. "Wij hebben toch het imago van de saaie, droge zakenkrant. Zo zien we er, zeker in de Verenigde Staten, ook uit", erkent Budde.

The Wall Street Journal drukt bijvoorbeeld geen foto's af en hanteert voor alle artikelen nagenoeg dezelfde opmaak. Alleen de opmaak van de Europese editie is, sinds de Wall Street Journal Europe onlangs de concurrentieslag aanging met de aan deze kant van de oceaan veel grotere Britse zakenkrant Financial Times, iets speelser.

TheStreet.com, ook een financiële website, heeft geen papieren evenknie en ondervindt daar dus de voordelen noch de nadelen van. Net als de elektronische Wall Street Journal brengt TheStreet.com vanuit Wall Street, het financiële hart van New York, online zakennieuws, economische analyses, beurskoersen, informatie op het terrein van persoonlijke financiën en een databank met financiële gegevens over beursgenoteerde bedrijven. Net als de website van de Wall Street Journal is TheStreet.com in 1996 begonnen. "Het heeft ons meer moeite gekost om onze naam te vestigen", zegt hoofdredacteur Dave Kansas, "maar nu we voldoende bekendheid verworven hebben, zien wij het alleen maar als voordeel dat we geen krant hebben die ons in de weg staat."

Hoezo staat een krant zijn eigen website in de weg? "Wij hoeven niet op te passen dat we de papieren krant kannibaliseren", zegt Kansas. "Wij hebben geen grote uitgever als Dow Jones achter ons staan die allerlei markten veilig moet stellen. Wij hoeven ons nooit zorgen te maken dat we te hard groeien of dat onze marketing te agressief is."

Kansas noemt ook een inhoudelijk argument. "Als wij een keer een mooie primeur hebben, hoeven we die niet te bewaren tot de krant uitkomt. Wij zetten het nieuws direct op het net. De interactieve Wall Street Journal kan dat niet doen."

"Onzin", reageert Neil Budde van The Wall Street Journal Interactive Edition. "Natuurlijk houden wij geen nieuws op, of het moet echt een hele grote primeur van een redacteur van de papieren krant zijn." Maar het gaat ook wel eens andersom, weet Budde. "De overname van Time Warner door America Online was een scoop van een redacteur van ons. Tegen de tijd dat dat in de krant had kunnen staan, zou het nieuws al lang bekend zijn. Dus toen hebben we het als eerste op onze website gemeld."

TheStreet.com is er inmiddels in geslaagd zich te ontwikkelen tot een geduchte concurrent van The Wall Street Journal op Internet. De website trekt 1,2 miljoen bezoekers per maand. Kansas claimt een hoger bereik dan de elektronische Wall Street Journal. Hij erkent dat dat deels komt doordat een veel groter deel van de website van TheStreet.com - ongeveer 60 procent - gratis toegankelijk is. Het aantal betalende abonnees dat toegang heeft tot het resterende deel van de website is beduidend lager dan dat van de Wall Street Journal: ongeveer 100.000. Daar staat tegenover dat abonnees van TheStreet.com aanmerkelijk meer abonnementsgeld betalen: 100 dollar per jaar. TheStreet.com haalde in 1999 een omzet van 14,3 miljoen dollar, 210 procent meer dan het jaar daarvoor. Het verlies bedroeg vorig jaar 33,6 miljoen dollar. TheStreet.com heeft behalve zijn Amerikaanse website ook een financiële site voor het Verenigd Koninkrijk (www.thestreet.co.uk) en een website met financiële commentaren, RealMoney.com. Het bedrijf levert verder financieel nieuws aan de website van The New York Times, die ook een belang van 7 procent in TheStreet.com heeft, en aan de websites van America Online, Netscape en CompuServe. News Corp, het mediaconcern van Rupert Murdoch, bezit ook een paar procent van de aandelen en TheStreet.com maakt een dagelijks financieel televisiejournaal voor Murdochs Fox TV.

Om zijn snelle groeistrategie te kunnen bekostigen, heeft TheStreet.com, zoals veel Internet-bedrijven, een eigen beursnotering. Door een beroep te doen op de kapitaalmarkt heeft TheStreet.com miljoenen dollars opgehaald.

Op eigen benen

Van de landelijke dagbladen in Nederland heeft alleen het Financieele Dagblad een gespecialiseerde website met financieel-economisch nieuws. Op www.hfd.nl verzorgt de Financieele Nieuwsdienst van de krant gedurende de hele dag actueel zakennieuws. Een uitgebreide versie van de nieuwsdienst en een financiële databank zijn tegen betaling beschikbaar. De Telegraaf heeft plannen om in de loop van dit jaar met zo'n website te beginnen. De Telegraaf-i is al de meest bezochte elektronische krant van Nederland en de uitgever wil het financiële gedeelte daarvan uitbouwen tot een zelfstandige site. Behalve artikelen uit De Financiële Telegraaf (het katern van de papieren krant) gaat de site ook actueel zakennieuws en koersinformatie bevatten. De Telegraaf is van plan een gedeelte van de financiële website alleen toegankelijk te maken voor betalende abonnees. Ook de grote Nederlandse uitgevers verwachten inmiddels dat zakennieuws op Internet lucratief kan zijn. Reed Elsevier heeft een website geopend die is gekoppeld aan zijn weekblad Beleggers Belangen (www.beleggersbelangen.nl). De website bevat nieuws en koersinformatie voor betalende abonnees. Een beperkte selectie daaruit is gratis toegankelijk. VNU heeft onlangs een overeenkomst getekend met het Duitse Gatrixx om samen websites met aandelenkoersen, bedrijfsnieuws en onderzoeksgegevens op te zetten met verschillende versies voor het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland en Nederland.

Een gratis Nederlandse website met financieel nieuws is www.businessnieuws.nl van het radiostation Business Nieuws Radio. De berichtgeving op de website loopt parallel aan die op de radio. Het station heeft een eigen financiële nieuwsdienst.

De meeste financiële websites in Nederland zijn niet gekoppeld aan een ander medium, maar staan op eigen benen. Een van de grootste is InfoExchanges (www. iex.nl), dat geen zakennieuws, maar vooral beleggingsadviezen, columns, discussiegroepen en onderzoeksinformatie bevat. Een andere veelbezochte site is Businessnet Telequotes (www.businessnet.nl) van The Financial Source en datacommunicatiebedrijf Proxs. De website bevat een gratis gedeelte met beursnieuws en biedt betalende abonnees ook actuele koersinformatie. Op www.bfn.com biedt persbureau Betten Beursmedia Nieuws financieel nieuws aan betalende lezers. Beursdata Informatie Systemen exploiteert een gratis website voor particuliere beleggers, www.debeurs.nl. Een uitgebreide gratis site met financieel nieuws is www.hebel.nl. De website van de Amsterdamse effectenbeurs, www.aex.nl, bevat behalve (vertraagde) koersinformatie een uitgebreid archief met alle persberichten van beursgenoteerde ondernemingen. Deze krant tenslotte brengt op www.nrc.nl de rubriek Economie voor jou, over 'de achterkant van het economische nieuws'.

NRC Webpagina's
11 APRIL 2000


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)