|
|
|
NIEUWSSELECTIE Site van de Franse president (Engelse versie) Site van de Franse premier (Engelse versie) Site van het Franse ministerie van Buitenlandse Zaken (Engelse versie)
|
Ambassadeur die Nederlander begrijpt
DEN HAAG, 28 FEBR. "Toen ik begon heerste er in Den Haag en Parijs een stemming van: zó kan het echt niet langer. Najaar 1995 was dat. De wederzijdse irritaties over onze kernproeven en het Nederlandse drugs- en politiebeleid waren zó hoog opgelopen, en de betrekkingen zó verkoeld, dat er iets móest gebeuren. " Bernard de Montferrand (54) schudt bij deze terugblik het hoofd. Het is alsof de Franse ambassadeur er nog steeds niet over uit kan hoe beroerd de relaties tussen Frankrijk en Nederland waren. Maar het bezoek van Chirac mag worden gezien als bevestiging van een ongewoon snelle verbetering van de betrekkingen sinds die tijd. "Van groot belang was de ontmoeting van premier Kok en minister Van Mierlo met president Chirac in november 1995. Daarbij is besloten van weerskanten met concrete stappen op technisch niveau aan betere betrekkingen te gaan werken", zegt de Montferrand. Geleidelijk aan heeft dat resultaat gehad. Want al zijn de verschillen van mening niet verdwenen, de scherpe kanten gingen eraf. Er kwam meer politiële en justitiële samenwerking. De Nederlandse politie ging meer doen tegen drugs-runners, politie en douane in Noord-Frankrijk gingen minder ostentatief te werk. In Marseille en Rotterdam werden wederzijdse cursussen voor de politie georganiseerd. En de stationering in Parijs van de Rotterdamse commissaris van politie Hessing, voor uitleg, coördinatie en advies, bleek een schot in de roos. De term 'narco-staat' voor Nederland, een paar jaar geleden opgedoken in een rapport van de Franse Senaat, wordt niet meer gebezigd. Zelf begonnen De Montferrand en zijn ambassade eind 1995 een strategisch pr-offensief, na gesprekken met de Franse gemeenschap in Nederland en een reeks Nederlandse politici, wetenschappers en industriëlen. Hij herinnert zich dat het officiële Frankrijk-beeld in Nederland in die tijd nogal verschilde van de betere cijfers van opinie-onderzoeken. "We besloten de dialoog met Nederland te verbeteren. Daaraan hebben we als gekken gewerkt. Ik heb daaraan zelf bijgedragen door onze politiek uit te leggen op scholen en universiteiten, op bijeenkomsten van het Maison Descartes en voor allerlei gespreksgroepen. Ik heb ook geprobeerd om Nederland zo veel mogelijk 'op straat' te ontmoeten en te leren begrijpen. We hebben via de ANWB 500.000 brochures verspreid waarin de Française Marianne de Nederlandse Marjan beter wegwijs maakt in haar land. En we hebben bezoeken van ministers over en weer aangemoedigd."De ambassadeur, die goed Nederlands spreekt, toont trots een lijstje met 24 van zulke bezoeken sinds begin 1997, waarover president Chirac zaterdag in zijn gesprek met deze krant ook sprak (vóór 1995 was het jaarlijkse gemiddelde 2 3). "De Nederlands-Franse betrekkingen zullen altijd een beetje gevoelig blijven. We zijn verschillende en trotse volken, met respect voor elkaars geschiedenis. Nederland is uit de decentralisatie ontstaan en sinds de zestiende eeuw een handelsnatie. De Franse natie is opgebouwd op een gecentraliseerd systeem en altijd agrarisch en continentaal geweest. Maar de vooroordelen en karikaturen van 15 jaar geleden - Nederlanders als Europese federalisten tegenover het Franse Europa der naties, vrijhandelaren tegenover protectionistische Colbert-aanhangers, Atlantici tegenover continentalisten - zijn grotendeels verleden tijd". Ook de ontwikkeling van de handelsrelaties heeft bijgedragen aan de goede sfeer. In 1995 bedroeg de export ruim 35 miljard gulden (invoer: 23 miljard), in 1998 was de uitvoer gestegen tot bijna 43 miljard (invoer 25,8 miljard). Ook is Nederland de eerste buitenlandse investeerder in Frankrijk (143 miljard franc), dat op zijn beurt hier de tweede buitenlandse investeerder is (137 miljard franc). In de Tweede Kamer wordt hoog opgegeven van de kwaliteit van De Montferrand, wiens activiteit, intelligentie en uitstraling hem volgens D66'er Hoekema tot "een topdiplomaat" maken. De man die voor hij naar Den Haag kwam twee jaar adviseur was van de toenmalige premier Edouard Balladur geldt als specialist voor de buitenlandse en veiligheidspolitiek. In zijn laatste boek waarschuwt De Montferrand dat Europese landen te weinig doen voor de veiligheid van hun continent, en te veel aan alleen maar het scheppen van welvaart. Het boek kwam uit terwijl nog onduidelijk was of Nederland zou willen meedoen aan versterking van de Europese defensiesamenwerking. "Dat was voor De Montferrand reden om voor praktisch alle fracties in de Tweede Kamer een verhaal op papier te zetten over het belang van die samenwerking, en de woordvoerders van die fracties voor gesprekken uit te nodigen. Hij vreesde dat Nederland in Europa achteraan zou blijven hangen", aldus Hoekema. Ook andere Kamerleden menen dat mede door toedoen van de Franse ambassadeur de bilaterale betrekkingen zijn verbeterd. De VVD'er Weisglas wijst erop dat De Montferrand een gelukkige hand heeft in "het kiezen van thema's en de momenten voor gesprekken". Koenders (PvdA), sinds 1997 voorzitter van de Frans-Nederlandse vereniging van parlementariërs, meent dat het ook aan de ambassadeur is te danken dat de betrekkingen van "dramatische gestes naar pragmatisch verkeren" zijn gebracht. "Frankrijk en Nederland zijn op zoek naar nieuwe partners in Europa. Beide landen vinden meestal dat ze het vrij goed weten. Maar sinds Jospins aantreden begint er wat te veranderen aan de Franse uitzonderingspositie, aan de verheerlijking van de nationale staat en de traditionele top-downbenadering".
Zie ook:
Harmonisering drugsbeleid in Europa is nodig; Nederland moet zich aanpassen, Bernard de Montferrand (5 juni 1996)
|
NRC Webpagina's
28 FEBRUARI 2000
( a d v e r t e n t i e s )
|
Bovenkant pagina |