U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    R A D I O  &   T E L E V I S I E  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S e l e c t i e


Televisie

Radio

T V   V O O R A F :
Waar eens machines stonden

KESTER FRERIKS
Het Noord-Hollandse toneelgezelschap Hollandia komt de eer toe oude en verlaten fabriekshallen, loodsen, autosloperijen tot toneelruimte bestempeld te hebben. De laatste jaren is het gezelschap, in de regie van Floor Huygen, een stap verder gegaan: de vaste acteurs spelen teksten, ontleend aan interviews met fabrieksarbeiders.

Vaak zijn die arbeiders net zo oud als de fabriek zelf, waarmee ze zo intens verbonden zijn. Dat levert prachtige vormen van oral history op. De mannen spreken een taal die verloren is gegaan, ze refereren aan een wereldbeeld dat niet meer bestaat. Hun zinnen zijn knoestig en wrokkig. Deze mannen zijn de onderdaan van hun baas, en dat verschaft hen geluk.

Acteur Bert Luppes speelt in Kingkorn, of zogezegd en alles de laatste arbeider in de Leidse meelfabriek 'De Sleutels', bekend als de bakermat van het eeuwig verse Zweedse wittebrood King Corn. De filmversie van het toneelstuk, geregisseerd door Erik Lint, begint dan ook met de beroemde reclame van het jongetje dat bij zijn buurjongetje gaat logeren. Na deze jeugdige frisheid vertelt Luppes als de trouwe arbeider Bram zijn verhaal, dwalend door de geheel lege fabriek. Zijn fysiek is intrigerend; een mengeling van explosieve verbittering en schitterend geacteerd, onverwoestbaar vertrouwen in zijn levenslot. Over Luppes' voorhoofd hangt een verwoed vastgeplakte haarlok. In zijn ogen kan hij soms ineens een wilde, opflitsende blik te voorschijn toveren. Intrigerend is het taalgebruik van de arbeider, ontleend aan authentieke gesprekken. De ondertitel 'zogezegd en alles' keert als een leidmotief terug, een ogenschijnlijk achteloos uitgesproken zinnetje dat veel betekent. Alles schuilt daarin: eens was het zo, nu niet meer. Daar stonden de machines, ginds beneden de kade waaraan de schepen met graan meerden.

Luppes bouwt zijn personage met rust, intelligentie en precisie op. Heel anders benadert Peter Paul Muller de hoofdrolspeler in Biotex, of zogezegd en alles. Muller treedt op als de laatste fabrieksarbeider in een afgedankte soda- en zeepfabriek in Delfshaven. Muller is een acteur die nadrukkelijk acteert. Met aangeplakte snor, een vreemd afgesteld gebit dat geslis veroorzaakt en wapperende haren is hij kunstmatiger dan Luppes. En, helaas, ook minder goed verstaanbaar. Regisseur Erik Lint heeft duidelijk een andere stijl willen ontwikkelen. Niet de berustende arbeider maar de opstandige man, die zich verzet tegen de sloop van zijn gebouw. De enige manier om zijn verdriet te maskeren is door mensen rond te leiden langs aftandse muren, over desolate trappen. Een gebouw is als een mens, verkondigt Muller. Ooit ontwikkeld, zichzelf een bestaan verworven, en na verloop van tijd oud, afgedankt en overbodig.

Kingkorn en Biotex brengen meer dan lege fabrieken tot leven. De beide films vertellen over welke gevoelens heersten onder de arbeiders, welke hoge verwachtingen ze koesteren van het leven. Hun droom is werk, een baas, een plaats in het leven. Luppes vertolkt dat prachtig. Bijna een halve eeuw in dienst geweest bij dezelfde fabriek. Op hem kon je bouwen. Hij is fier en trots. Het is een levenshouding uit een andere tijd.

Kingcorn, Ned.1, 23.24-23.55u. Biotex, zondag 20 februari, Kunstkanaal.

NRC Webpagina's
9 FEBRUARI 2000


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)