U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
   B U I T E N L A N D
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S c h a k e l s
Federale Republiek Joegoslavië

Het sleutelwoord is Montenegro


De moord op de Joegoslavische minister van Defensie, Pavle Bulatovic, kan - ongeacht de dader en zijn motief - leiden tot een climax in het verbitterde conflict tussen Servië en Montenegro.

Door onze redacteur PETER MICHIELSEN

ROTTERDAM, 8 FEBR. In de louche samenleving die Servië het afgelopen decennium is geworden is moord niets vreemds. In een wereld waar de politiek, de criminaliteit en het zakenleven elkaar overlappen, waar ministers zich verrijken en zakenimperia bezitten en waar de geheime dienst samenwerkt met huurmoordenaars en etnische zuiveraars vallen bij afrekeningen regelmatig slachtoffers.

Toch reageerde men in Belgrado gisteren geschokt op de moord op Pavle Bulatovic, de Joegoslavische minister van Defensie. Anders dan eerdere slachtoffers had Bulatovic géén dubieuze zakelijke contacten. Hij deed geen spectaculaire uitspraken. Hij was ondanks zijn prominente en gevoelige functie eerder stil en onopvallend, een man met een rol in de schaduw, trouw aan zijn baas, Slobodan Milosevic. Hij was geen profiteur, zoals de meeste andere prominente politici in Belgrado. Hij was ook niet invloedrijk - dat is in het land van de alleenheerser vrijwel niemand. Hij was een uitvoerder, die in 1992 minister van Binnenlandse Zaken en een jaar later minister van Defensie werd. Als minister van Binnenlandse Zaken in het kabinet van Milosevic' tegenstander Milan Panic heeft Milosevic Bulatovic nog eens lelijk in zijn hemd gezet door zijn ministerie te laten bezetten door de Servische geheime dienst, die even alle documenten moest weghalen waarmee Panic had kunnen bewijzen dat Milosevic de hand had in de bloedige etnische zuiveringen in Bosnië.

Over de motieven voor de moord op de 51-jarige Montenegrijn kan alleen worden gespeculeerd. Een criminele en/of geheime dienst-afrekening lijkt het ditmaal niet te zijn. Sommigen zien er een wraakactie voor de recente moord op Arkan in, de beruchtste van alle Servische militieleiders. Want had die zich niet het laatste jaar steeds duidelijker verbonden met de pro-Westerse Milo Djukanovic, de Montenegrijnse president, de enige serieuze rivaal voor Milosevic binnen de Joegoslavische federatie? Had Belgrado na de moord op Arkan niet "de Montenegrijnse mafia" de schuld gegeven? En kan aldus de moord op Bulatovic niet een wraakactie zijn van de tegenstanders van Milosevic in de machtsstrijd tussen hem en zijn Montenegrijnse criticus Djukanovic?

Anderen zien de moord - los van die op Arkan - eerder als een incident in die machtsstrijd tussen de regimes in Belgrado en Podgorica. De felle ruzies tussen de twee regeringen groeien snel naar een climax toe. Montenegro zondert zich steeds duidelijker af van Servië, met zijn steeds verdergaande gepraat over onafhankelijkheid, zijn eigen munt (de Duitse mark) en zijn weigering het federale parlement en de federale regering in Belgrado te erkennen - 'privé-instanties' van Milosevic, volgens de Montenegrijnen. Het conflict tussen Belgrado en Podgorica, zei Djukanovic op 29 januari, wordt "dit jaar opgelost". De Serviërs van hun kant hebben op 3 februari een economische boycot tegen Montenegro ingesteld - met zo'n boycot dreven de Serviërs ooit de Slovenen uit de oude federatie. De spanningen tussen Servië en Montenegro zijn zo hoog opgelopen dat het Westen zich regelmatig geroepen voelt Milosevic te waarschuwen tegen actie in Montenegro. Op 2 februari, een dag voor de nieuwe economische boycot van de Serviërs, oordeelde de chef van de CIA dat een finale afrekening tussen Servië en Montenegro "niet te voorkomen" is. Vast staat dat ls Milosevic in actie komt tegen het regime in Podgorica, Bulatovic (zelf Montenegrijn, maar pro-Milosevic) daar als federaal minister van Defensie een sleutelrol in zou gaan spelen. Hij speelde al een rol: onder zijn verantwoordelijkheid bewapent het federale leger aanhangers van Milosevic in Montenegro en verzamelt het ze in wat straks paramilitaire milities zullen blijken te zijn. Ook stelt het leger arrestatiebevelen tegen Djukanovic' aanhangers op voor het geval het conflict escaleert tot een machtsgreep.

Het is vooralsnog louter speculatie een 'Montenegrijnse' hand te zien achter de moord op de minister. Maar het ligt sterk voor de hand dat de kwestie-Montenegro sinds gisteren nòg hoger op de agenda van Belgrado staat. Ook als Milosevic geen Montenegrijnse hand ontwaart achter de moord, kan hij die zonder meer als voorwendsel gebruiken om na twee jaar van zware ergernis iets aan het probleem-Djukanovic te gaan doen. En dat zou een nieuw hoofdstuk in het permanente conflict op de Balkan openen.

NRC Webpagina's
8 FEBRUARI 2000


( a d v e r t e n t i e s )

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)