|
|
|
NIEUWSSELECTIE Oproep door programma Vermist, uit 1993
|
Mysterie verdwenen vrouw opgelost
GANZEDIJK, 8 FEBR. De klei is vet. Venema zet zijn graafmachine een ogenblik stil. Hij kon er nachten niet van slapen, en hij wil er liever niet over praten. "Je kent de geruchten, dus je houdt er een beetje rekening mee, maar het blijft verschrikkelijk", zegt Venema. Hij schudt zijn hoofd en start zijn graafmachine. "Ik heb haast. Ik loop achter." Vorige week donderdag vond de man tijdens graafwerkzaamheden aan de G. Gernaatweg 21 in het buurtschap Ganzedijk, Noordoost-Groningen, de resten van een menselijk skelet. Een forensisch orthodontist onderzocht wat er over was van het gebit. De stoffelijke resten waren van de vroegere bewoonster, Hannelore Klinkhamer-Godfrion, zo wees het onderzoek uit. Op 2 februari 1991 deed haar man, Richard Klinkhamer, aangifte van haar verdwijning. Gisteren bekende hij dat hij zijn vrouw heeft vermoord en in de tuin heeft begraven. Klinkhamer, tweeënzestig jaar, was schrijver en oud-strijder in het Franse vreemdelingenlegioen. "De verdwijning liet onze gemeenschap niet met rust", zegt buurman Peter Prijt een paar uur na de bekentenis van Klinkhamer. "Eindelijk is de zaak opgelost." Ganzedijk is een gehucht in het Groningse Oldambt, vlakbij de dijk die het vlakke land beschermt tegen de Dollard. De inwoners werkten er in de landbouw en de agrarische industrie. Nu is de werkloosheid er hoog, meer dan de helft van alle huishoudens leeft van een uitkering. De bevolking vergrijst, goed opgeleide jongeren trekken weg. Aan de G. Gernaatweg staan de kleine huizen waar vroeger landarbeiders woonden, ze werkten bij de hereboeren. Veel huizen verkeren in vervallen staat. "Het verloop in de buurt is groot", zegt Prijt. "Veel mensen uit het westen kopen een huisje voor een ton. Hartstikke goedkoop als je dat vergelijkt met de prijzen in het westen. Ze wonen hier een paar jaar, maar dan slaat de heimwee toe. Vooral 's winters is het hier erg eenzaam, daar moet je tegen kunnen." In het voorjaar van 1991, na de verdwijning van zijn vrouw, stond Richard Klinkhamer vaak met een verrekijker op de weg. "Hij maakte een radeloze en verwarde indruk", zegt buurman Nap. "Iedere week op de dag van haar vermissing draaide hij harde muziek", zegt Prijt. Later kwamen de grappen. Prijt: "Hij had eens woorden met de buurvrouw van nummer 23." Klinkhamer wees op een kuil in zijn tuin. "Die is voor jou, naast mijn vrouw." Houthandelaar Udema uit het nabije buurtschap Hongerige Wolf noemt die opmerking "karakteristiek voor zijn bijzondere gevoel voor humor". In het blad Doodgewoon, een tijdschrift over de dood, zei Klinkhamer in 1997 dat Hannelore zijn 'grote jeugdliefde' was. Hij was twaalfeneenhalf jaar 'gelukkig' met haar geweest. "Zes jaar geleden is ze verdwenen. Ze was opeens weg." Hij werd gearresteerd en verdacht van moord, zei Klinkhamer in het interview, omdat hij zelf schapen slachtte, in het vreemdelingenlegioen had gezeten, en zich 'onconventioneel' gedroeg. "De buurt roddelde. Ik zou haar door de gehaktmolen hebben gedraaid. Steeds maar weer die gehaktmolen. Dat is zo'n dingetje. Ik wil er niet meer over praten. Het verhaal hangt me de strot uit. " Over zijn arrestatie, het vermoeden van de buurt en de politie schreef Klinkhamer een boek, 'Woensdag gehaktdag', omdat hij het "zo'n interessant gegeven vond". Een uitgever vond hij er niet voor. Vic van de Reijt van uitgeverij Nijgh en Van Ditmar, die in de jaren tachtig twee boeken van Klinkhamer publiceerde ('Gehoorzaam als een hond', 'De hotelrat en andere verhalen'), vond het "literair mislukt". "Het was een halve bekentenisroman, hij ging heel gedetailleerd in op die moord. Maar het was ook weer géén bekentenis." Willem Donker van uitgeverij Ad Donker in Rotterdam vond het slecht geschreven en ook 'afschuwelijk': "Hij beschreef hoe de hoofdpersoon het gehakt van de vrouw aan de meeuwen voerde." De buren in Ganzedijk vonden Klinkhamer een zonderling. Roemrucht is het verhaal dat hij op een warme dag door Ganzedijk fietste, hij was bloot, hij droeg alleen een hoed. "Voor alle vrouwen nam hij die hoed af", herinnert buurvrouw Nanninga zich. In zijn huis hingen wervingsposters van de Waffen-SS. In de tuin stonden beelden die hij had gemaakt van botten van lammetjes en kippen. Klinkhamer at alleen maïskip en lam, vertelt uitgever Donker. "Hij dacht dat daar het minste gif in zat." En hij dronk bier, alleen maar Grolsch, van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat. Drie weken lang, daarna dronk hij een week niks. Hij schreef Donker dat hij in die week "zeven dagen bezig was om geen Grolsch te drinken. Het is alleen maar thee en kwelling, en een ontregelde stoelgang". Donker kwam af en toe op bezoek bij Klinkhamer in Noordoost-Groningen. Hij beschrijft Klinkhamer als een man 'zonder moraal', met een 'duivelse kop': " Grote, borstelige wenkbrauwen, zwarte ogen zonder gevoel. Het merkwaardige was: hij had altijd vrouwen om zich heen, en dat waren geen domme blondjes." Donker was er, zegt hij nu, al jaren van overtuigd dat Klinkhamer zijn vrouw had vermoord. "Ik zei weleens: 'Vertel het me nou, Klinkhamertje, heb je het gedaan of niet?' Dan zei hij: 'Dat kan ik je nu nog niet zeggen.' Het verbaasde me wel dat er botten werden gevonden in zijn tuin. Ik dacht dat hij slimmer was." In het blad 'Doodgewoon' vertelde Klinkhamer dat hij een Oostenrijkse moeder had en een Nederlandse vader, ze scheidden in 1940. Zijn moeder werkte in Nederland voor de Wehrmacht, Richard Klinkhamer woonde bij een oom en tante in Oostenrijk. Zijn oom had zeven Poolse krijgsgevangenen in dienst die hij slecht behandelde. De gevangenen werden bevrijd door de Russen, de oom werd doodgeslagen. Klinkhamer was acht. Hij kwam naar Nederland, hij sprak alleen Duits. Zijn moeder was kaalgeschoren, ze zat in de gevangenis. Daarna trok ze door Europa, ze werkte in bordelen, Klinkhamer reisde met haar mee. "Na mijn turbulente jeugd", zei Klinkhamer in het interview, "ben ik een beetje losgeslagen." Op aanraden van uitgever Donker gebruikte Klinkhamer twee hoofdstukken uit 'Woensdag gehaktdag', over zijn jeugd in Oostenrijk en over het vreemdelingenlegioen, voor een nieuw boek, 'Losgeld'. Dat werd bij Donker uitgegeven. Klinkhamer schreef ook een verhaal over twee officieren in het Duitse leger, 'Kruis of munt'. Volgens Donker was dat "geen prettig manuscript". "Het zal vol fascistische tendensen." Het werd in 1996 uitgegeven bij Bodoni, het werd ook in het Duits vertaald. Donker: "In Duitsland en Oostenrijk heeft het heel goed verkocht." De uitgever lacht hard. "Je kunt zien dat ze daar niet deugen." In 1997, zes jaar na de verdwijning van zijn vrouw, verhuisde Klinkhamer naar Amsterdam. De nieuwe bewoners, uit Utrecht, lieten de tuin met hoge struiken grotendeels intact. Maar er kwamen nieuwe bewoners en die wilden de wijde blik herstellen, ze huurden het loon- en grondverzetbedrijf van Venema in. Buurman Prijt: "Toen ze begonnen zei ik nog tegen mijn vriendin 'het zou me niet verbazen als ze nu wel iets zouden vinden'." In maart 1991 heeft de politie ook al een keer in de tuin gewroet. "Ze namen messen, vleeshaken en een gehaktmolentje in beslag." Die voorwerpen wilde Klinkhamer laten afbeelden op de omslag van het boek 'Woensdag gehaktdag'.
|
NRC Webpagina's
8 FEBRUARI 2000
( a d v e r t e n t i e s )
|
Bovenkant pagina |