U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    M E D I A  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

Inzagerecht kan leiden tot minder openbaarheid


Het kabinet voelt er weinig voor gedetailleerd inzage te geven in de declaraties van ministers.

Door een onzer redacteuren

DEN HAAG, 7 FEBR. Premier Kok toonde zich onaangenaam verrast, toen hij afgelopen vrijdag na de ministerraad bekend maakte dat er sprake was van een 'WOB-hype'. Met de Wet Openbaarheid van Bestuur in de hand, waarvan WOB de afkorting is, zouden de media vrijwel voltallig het vuur hebben geopend op het kabinet in de breedste zin van het woord, door inzage te eisen in de bonnetjes die 'ten grondslag liggen aan de declaraties van de bewindslieden'.

Daarvoor kon de WOB, die op 1 mei 1980 van kracht werd, nooit bedoeld zijn, verklaarde Kok. Hij zei in te stemmen met het hoger beroep dat minister Peper (Binnenlandse Zaken) heeft aangetekend bij de Raad van State. Dat beroep volgt op de uitspraak van de rechtbank in Alkmaar eerder vorige week. De rechtbank stelde dat journalisten terecht een beroep op de WOB kunnen doen, teneinde te zien wat bewindslieden in rekening brengen bij hun departement.

De zaak begon eind september vorig jaar, toen freelance-journalist D. Berts per brief van het ministerie van Binnenlandse Zaken inzage eiste in de bonnetjes die aan Pepers declaratieformulieren gehecht zitten. Half oktober kreeg hij te horen dat dit niet doorging. Daartegen maakte Berts eind die maand weer bezwaar. Uiteindelijk heeft het ministerie een overzicht gegeven van Peper declaraties, maar Berts wilde inzicht in "alle betalingen die er sinds het aantreden van de minister voor hem zijn gedaan, al dan niet door middel van creditcards, met uitzondering van zijn salaris."

Berts stapte tot twee maal toe naar de Alkmaarse rechtbank, die vorige week nog eens bepaalde dat hij die bonnetjes mag zien. Het ministerie had de bonnetjes wel naar de president zelf gestuurd, "omdat openbaarmaking van de door eiser gevraagde documenten in zijn algemeenheid een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen zou maken".

De president heeft de bonnetjes goed bekeken en komt tot de conclusie dat dit onzin is. Het opeisen van een bonnetje leidt inderdaad tot inzicht in 'de menu-keuze' van de bewindsman of zijn gezelschap, maar wat zou dat als die menu-keuze in het openbaar is gemaakt? En als er op die bonnen nummers van bankrekeningen, huisadressen, plaats en tijd van bijeenkomsten staan, dan zijn die toch simpel weg te strepen? De president is nu twee maal tot dezelfde conclusie gekomen. De vraag is of de Raad van State heel anders zal oordelen. Zo niet, dan zou de wet wellicht gewijzigd moeten worden, viel uit Koks woorden af te leiden. Niet dat Kok er zelf slecht van zou slapen als journalisten gedetailleerde inzage in zijn declaraties zouden vragen, zo maakte hij vrijdag duidelijk. Hij heeft niets te verbergen.

NRC Webpagina's
7 FEBRUARI 2000


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)