|
|
|
NIEUWSSELECTIE Vakbond Franse wegvervoerders
|
Wegblokkades duperen Nederlandse
transporteurs
'Die Fransen zijn heethoofdig'
ZOETERMEER, 10 JAN. In het crisiscentrum op het hoofdkantoor van de verladersorganisatie EVO in Zoetermeer hing de frustratie over de acties van de Franse vakbroeders vanochtend voelbaar in de lucht. "Onder de maat om op deze manier je Europese collega's te duperen", oordeelt C. Erasmus, manager im- en export van EVO. "Het is echt schandalig wat die Fransen steeds flikken." Hij verwijst daarmee naar de slechte reputatie van het land als het om blokkadeacties gaat. Het gaat deze keer niet eens om de chauffeurs zelf, maar om werkgeversorganisaties die met het dichtgooien van de grenzen protesteren tegen de invoering van de 35-urige werkweek, de vehoging van de dieselrijs en nog wat andere fiscale maatregelen. Volgens EVO heeft de Franse gewoonte om snel naar het actiemiddel te grijpen het Nederlandse bedrijfsleven de afgelopen jaren veel schade opgeleverd. In november 1996 kostten blokkades de transportsector 55 miljoen gulden en ook in de jaren daarna stonden vervoerders regelmatig vast aan de grens. "Het is toch een beetje de cultuur", zegt Erasmus. "Ze zijn daar nou eenmaal erg heethoofdig. Maar vanuit Europees perspectief kan dit natuurlijk echt niet meer." De onvrede bij de Nederlandse transportsector ligt voor de hand. Per jaar wordt er voor 40 miljard gulden over de weg naar Frankrijk uitgevoerd, terwijl er nog eens voor 25 miljard gulden wordt geïmporteerd. Daarbij is het transport van goederen naar landen waarvoor Frankrijk als 'doorgangsland' telt (Spanje, Portugal en via de Kanaaltunnel en de havens ook Engeland en Ierland) niet eens meegerekend. Volgens Erasmus kost één dag stilstaan de sector alleen al aan transportkosten twee miljoen gulden. Niet voor niets was Nederland in 1998 een van de felste lobbyisten bij de Europese Commissie voor een verordening die wegblokkades strenger zou aanpakken. Onder meer na druk van EVO, werkgeverscentrale VNO/NCW en het ministerie van Verkeer kwam er op 7 december 1998 een Europese richtlijn tot stand die stelt dat de lidstaten "al het mogelijke moeten doen om het vrije verkeer van goederen in stand te houden en met bekwame spoed op te treden tegen handelingen die leiden tot ernstige verstoring van het vrije verkeer". Maar de praktijk is weerbarstig. De richtlijn onderstreept dat maatregelen het stakingsrecht of de stakingsvrijheid niet mogen "beperken of aantasten" en geeft lidstaten bovendien ruim de tijd voor ze daadwerkelijk actie moeten ondernemen. "Die regeling is ons nog lang niet streng genoeg", zegt Erasmus, die aankondigt dat bij de evaluatie van de richtlijn, in december van dit jaar, opnieuw een lobby zal worden gestart om de regels aan te scherpen. EVO denkt daarbij aan het verplicht openstellen van 'vrije transportcorridors', Europese routes die altijd berijdbaar moeten blijven en zo een routenet garanderen tussen de belangrijkste bestemmingen voor het wegvervoer. Verder wil EVO het blokkeren van internationale routes strafbaar gesteld zien. Erasmus: "In 1985 heeft de Nederlandse rechter wegblokkades als onrechtmatig beoordeeld en dat zou in Frankrijk eigenlijk ook moeten gebeuren". Maar waarom stappen de Nederlandse ondernemers dan niet naar de Franse rechter? Tenslotte deden Engeland en Duitsland dat in 1998 ook, om zo de kosten van wegblokkades te verhalen op de Franse staat. Erasmus, de instelling van de Nederlandse transportondernemer schetsend: "Een juridische procedure in Frankrijk levert bureaucratische rompslomp. Die acties zijn vervelend, maar uiteindelijk zijn wij Nederlanders ook pragmatisch. Wij nemen na afloop onze schade en gaan het liefst zo snel mogelijk weer over tot de orde van de dag".
|
NRC Webpagina's
10 JANUARI 2000
( a d v e r t e n t i e s )
|
Bovenkant pagina |