|
|
|
NIEUWSSELECTIE Economie voor Jou
|
Professor Arnold Heertje neemt afscheid
'Overheid moet falen economie corrigeren'
AMSTERDAM, 26 NOV. De economische theorie faalt. Unieke, onvervangbare goederen - zoals historische gebouwen en natuurgebieden - worden opgeofferd aan de onverzadigbare productiedwang. Dat betoogde professor Arnold Heertje vanmiddag in zijn afscheidscollege aan de Universiteit van Amsterdam. "Natuur en cultuur hebben in de economie geen waarde, dus moet er een actieve overheid zijn die als een goed huisvader het erfgoed beheert", zei Heertje gisteren in een toelichting, onderwijl de laatste hand leggend aan zijn college getiteld 'Mien, je kunt toch nieuwe bakken; Einstein en de economische wetenschap'. Heertje pleit voor een paternalistische overheid. "De Waddenzee, het Naardermeer, het zijn unieke gebieden waarvan de waarde niet in geld is uit te drukken", vindt de econoom. "Wij zijn gewend om alles in geld uit te drukken, maar er zijn situaties waarbij dat niet mogelijk is. Niet alles van waarde heeft een prijs. Ik vind het een taak voor de overheid om dan in te grijpen." Het is een opvatting die niet voorkomt in het door Heertje geschreven leerboek 'Kern van de economie' - voor veel middelbare scholieren de eerste kennismaking met het vak economie (inmiddels vijftien drukken). "Dat is het voordeel van ouder worden", erkent de 65-jarige econoom. "Je krijgt inzichten. Je gaat relativeren. En je moet je losmaken van de pure economische theorie en kijken wat andere disciplines kunnen bieden." Heertje ging buurten bij de natuurkunde en 'ontdekte' Einstein en Lorentz. Einstein kwam met zijn relativiteitstheorie tot het inzicht dat er geen absoluut referentiekader is voor het beschrijven van natuurkundige gebeurtenissen. Dit is afhankelijk van het referentiekader van de individuele waarnemer en is bepaald door ruimtelijke dimensies en tijd. Nobelprijswinnaar Lorentz ontdekte een theorie om alles onder één noemer te brengen, waardoor er toch een universeel referentiekader ontstond. "Zo'n kader ontbreekt in de economie", constateert Heertje. "Bij gewone, reproduceerbare, goederen hebben we de prijs als maatstaf. Maar bij niet-reproduceerbare goederen, zoals de Nachtwacht en de Waddenzee, ontbreekt die." In onze economie worden dagelijks niet-reproduceerbare goederen opgeofferd met het oog op de voortbrenging van reproduceerbare goederen." Als voorbeeld noemt Heertje historische boerderijen die worden afgebroken ten behoeve van de Betuwelijn, historische gebouwen die worden opgeofferd ten behoeve van projectontwikkelaars en natuurgebieden in Ede en de Wijkermeerpolder die worden vernietigd ten behoeve van "ordinaire woningbouw en laagwaardige bedrijvigheid". Deze ontwikkeling is van alle tijden, maar de econoom signaleert dat het tempo wordt verhoogd. De kern van de economie is eenvoudig. "Sinds de zondeval in het Paradijs, of wellicht tijdens de oerknal, is met de eindigheid van het menselijk leven de schaarste aan tijd geboren." En met de schaarste aan tijd zijn alle middelen beperkt ten opzichte van de behoeftebevrediging. Het niveau van de behoeftebevrediging bepaalt de welvaart van de burgers. Die welvaart is subjectief vanwege de afhankelijkheid van het individuele oordeel. Zo bevinden wij ons allen, volgens Heertje, van de wieg tot het graf in ons economisch leven in het spanningsveld van objectieve schaarste en subjectieve welvaart. Dit spanningsveld is hanteerbaar gemaakt door het invoeren van het geld, waardoor de economische werkelijkheid calculeerbaar is. Deze calculatie is schijn. "De economische werkelijkheid is niet volledig te vangen in cijfermatige opstellingen", aldus Heertje. Normale goederen worden verhandeld en zo wordt de prijs bepaald, maar er is geen markt voor niet-reproduceerbare goederen. Hun prijs is grillig en wordt bepaald door "wat een gek ervoor geeft". De overheid moet, als hoedster van het algemeen belang, dan ingrijpen. Heertje noemt de Victory Boogie Woogie van Piet Mondriaan als voorbeeld. Voor dit schilderij, een cadeau van De Nederlandsche Bank aan de Nederlandse samenleving bij het afscheid van de gulden, is tachtig miljoen gulden betaald. Premier Kok, minister Zalm en bankpresident Wellink hebben zonder last en ruggespraak dit schilderij weten te verwerven voor Nederland. "Dit zou nooit zijn gelukt wanneer bijvoorbeeld de Tweede Kamer zou zijn geraadpleegd. Dat had de prijs opgedreven en had kapers op de kust wakker gemaakt." Het is "een fraai voorbeeld" van een paternalistische overheid. "We moeten ons culturele erfgoed koesteren èn het milieu." Zijn vanmiddag uitgesproken rede heet 'Mien, je kunt toch nieuwe bakken', troostende woorden die Wim Kan in 1973 tijdens zijn oudejaarsconferentie richtte tot zijn vrouw Corry Vonk toen de oliebollen waren mislukt. "De economie geeft alleen maar aandacht aan de prijs van de oliebol; kosten en vraag bepalen de prijs. De aandacht zou nu moeten worden verlegd naar producten die niet te vervangen zijn."
|
NRC Webpagina's
26 NOVEMBER 1999
( a d v e r t e n t i e s )
|
Bovenkant pagina |