|
|
|
NIEUWSSELECTIE
|
Linkse leiders zien veel uitdagingen op Derde
Weg
ROME, 22 NOV. President Clinton vroeg om "iets meer dan woorden". Hij vroeg om een "allesomvattende theorie". Maar in een debat gisteren met gelijkgestemde regeringsleiders over hoe je sociale rechtvaardigheid moet verzoenen met de eisen die globalisering stelt, bleek dat te veel gevraagd. Op de topontmoeting in Florence, bedoeld als een vrije gedachtenuitwisseling tussen links-georiënteerde bestuurders, bleven de punten van verschil ongeveer in evenwicht met die van overeenstemming. Sociale rechtvaardigheid als een actief na te streven beleidsdoel, natuurlijk. Meer en beter onderwijs als een instrument om sociale gelijkheid te realiseren, oké. Nieuwe technologieën en Internet als motor van werkgelegenheid, vanzelfsprekend. Maar daarna kwamen de accentverschillen. Clinton, de Britse premier Blair, de Duitse bondskanselier Schröder, de Franse premier Jospin, de Portugese premier Guterres (voorzitter van de Socialistische Internationale) en de Braziliaanse president Cardoso waren door de Italiaanse leider D'Alema uitgenodigd voor een weekeindje brainstormen. Centrale vraag: wat is een goed links antwoord op de uitdagingen en problemen die de economische globalisering met zich mee brengt? De verschillende antwoorden zaten al ingebakken in de titel van de conferentie. Voor Fransen en Italianen ging het, vertaald, om 'het reformisme in de 21ste eeuw': bijstelling en aanpassing van het bestaande sociaal-democratische gedachtengoed, maar niet meer. De Engelstaligen spraken in bredere zin over 'progessive governance', progressief beleid. En in het Duits was het thema, pragmatisch, 'op de toekomst georiënteerde politiek in de 21ste eeuw'. Clinton was de enige die sprak over een Derde Weg tussen kapitalisme en socialisme. Jospin maakte opnieuw duidelijk dat hij de bestaande socialistische weg, na wat onderhoud, nog uitstekend begaanbaar vindt. Hij bespeelde een typisch Frans thema door te onderstrepen dat globalisering er nooit toe mag leiden dat het specifieke karakter van de natie-staat verdwijnt. Ook Schröder zat dit keer dichter bij Jospin. Hij legde de nadruk op de economische democratie die voortkomt uit het 'Rijnlandmodel' van grote invloed van vakbonden binnen bedrijven. Liberalisering is prachtig, was zijn boodschap, maar niet als dat betekent dat het Britse telecommunicatiebedrijf Vodaphone zomaar de Duitse concurrent Mannesmann kan overnemen. Er blijft ruimte voor een gezonde dosis protectionisme en staatsinterventie, luidt het credo van Jospin en Schröder. Tegenover deze continentaal-Europese benadering stond het Angelsaksische accent op voorwaarden scheppen. Sociale rechtvaardigheid bereik je niet via herverdeling, zei Blair, maar door te proberen mensen gelijke kansen te bieden. Wat er daarna gebeurt, valt onder de persoonlijke, individuele verantwoordelijkheid, niet onder die van de overheid. Romano Prodi, de voorzitter van de Europese Commissie, had dit dilemma al op tafel gelegd in een toespraak tijdens het galadiner, zaterdagavond. Op het gebied van onderwijs en scholing, informatietechnologie en het opheffing van bureaucratische belemmeringen voor groei kan Europa nog veel leren van de Verenigde Staten, zei hij. "Maar ik wil een Europese uitdaging voorleggen aan de VS", vervolgde Prodi. "Kunnen jullie onze sociale prestaties evenaren op het gebied van een eerlijke verdeling van kansen en inkomens?" Prodi zei dat Europa zijn sociale verworvenheden niet snel zal opgeven. Hij noemde Nederland met Denemarken, Oostenrijk en Portugal als voorbeelden van landen die zijn geslaagd in het combineren van sociale zekerheid met economische groei en stijging van het aantal banen. De mogelijkheid om vrijelijk van gedachten te wisselen werd beperkt door het feit dat heel het debat zondag openbaar was. Iedereen wist dat hij thuis afgerekend zou worden op wat hij zei. Maar de discussie werd wel als zo nuttig ervaren dat zij een vervolg krijgt.
|
NRC Webpagina's
22 NOVEMBER 1999
( a d v e r t e n t i e s )
|
Bovenkant pagina |