|
|
|
NIEUWSSELECTIE Ministerie van Justitie
|
Slachtoffer zoekt plaats in strafrecht
ROTTERDAM, 6 NOV. In de Telegraaf was het gedicht te lezen. Een maand zonder jou is als een jaar zonder zomer, schreef de 14-jarige Kim, kort voordat ze vorig jaar bij een verkeersongeluk in Amsterdam om het leven kwam. Moeder Lea droeg het gedicht afgelopen dinsdag voor in de rechtszaal. De rechter had haar spreektijd gegeven in de strafzaak tegen de 20-jarige automobilist die het ongeluk had veroorzaakt. "Ik mis je zo Kim", zei Lea, gekleed in een T-shirt met daarop de foto van haar dochter. Even daarna moest de rechtszaal worden ontruimd. Woedende familieleden waren de verdachte te lijf gegaan. In veel rechtbanken is het al gebruik. Maar volgens een voorstel van D66-kamerlid Boris Dittrich moet het spreekrecht van slachtoffers van misdrijven en hun nabestaanden ook in de wet worden vastgelegd. Minister Korthals is niet enthousiast, zo bleek deze week tijdens de behandeling van de Justitiebegroting in de Tweede Kamer. Korthals is bang voor "te veel drama" in het strafproces. Dittrich niet. "Er zijn vaak rellen in de rechtszaal, juist omdat de slachtoffers hun zegje níet hebben kunnen doen. Slachtoffers zijn voor het leven getekend, of hebben een partner of kind verloren. Maar in de strafzaak draait alles om de verdachte. Dat begrijpen mensen niet." Het voorstel van Dittrich heeft het tij mee. Daar waar in de jaren zeventig en tachtig de dader alle aandacht kreeg, zijn de slachtoffers van een misdrijf aan het einde van de jaren negentig in het middelpunt van de maatschappelijke belangstelling komen te staan. Vorig jaar sprak vader Tjoelker tijdens een bijeenkomst tegen 'zinloos geweld' in Leeuwarden premier Kok toe. Na de schietpartij in Gorinchem in januari van dit jaar haalde de open brief van de ouders van de omgekomen Froukje Schuitmaker alle media. Vorige maand, de dag nadat bekend werd dat een Iraakse asielzoeker vrijuit ging voor de moord op Marianne Vaatstra, belegde broer Ferry in Kollum namens de familie een persconferentie. Het leek de normaalste zaak van de wereld. Politici zijn gevoelig voor de geluiden uit de samenleving. Na de lustmoorden op Chanel Naomi, Whitley, Sybine buitelden de kamerleden deze week over elkaar heen in hun pogingen om het publiek te beschermen tegen recidiverende zedendelinquenten. "Het lijkt alsof er de laatste tijd een veenbrand door Nederland woedt, zei Dittrich in de Kamer, refererend aan de onrust over pedofielen in de buurt. "D66 vindt dat ons strafrecht uitdrukking moet geven aan wat de samenleving in het nieuwe millennium nodig heeft." In de marge van het Kamerdebat dienden PvdA, CDA en D66 een motie in waarin wordt voorgesteld slachtoffers en nabestaanden het recht te geven op een 'second opinion' wanneer het OM heeft besloten een zaak te seponeren. De familie Vaatstra hoopt op misdaadverslaggever Peter R. de Vries, zei Ferry Vaatstra vorige maand. In justitie hebben de Vaatstra's geen enkel vertrouwen meer. Dittrich kan het zich wel voorstellen. "De positie van het slachtoffer is in het strafrecht onderbelicht. Het komt nog steeds voor dat de politie en het openbaar ministerie slachtoffers en hun nabestaanden niet goed bejegenen. Het invoeren van spreekrecht tijdens de zitting kan dit veranderen. Want om het spreken tijdens de zitting goed te laten verlopen, moeten officieren van tevoren het gesprek met de slachtoffers aangaan." Yvonne van der Meer, landelijk officier slachtofferzorg van het openbaar ministerie, reageert verongelijkt op de uitlatingen van Dittrich. "Het OM krijgt altijd de incidenten voor de voeten geworpen. De laatste jaren hebben we juist een enorme inspanning verricht om de positie van slachtoffers te verbeteren. In plaats van dadergericht zijn we slachtoffergericht gaan werken." Het OM heeft alleen dit jaar al 6 miljoen gulden uitgetrokken voor slachtofferbegeleiding, zegt Van der Meer. Ze somt op. "Eén loket voor slachtoffers in alle 19 arrondissementen, cursussen slachtofferomgang voor officieren, een schadebemiddelaar op elk parket en extra personeel om de formulieren te controleren van slachtoffers die via de officier van justitie een schadeclaim in willen dienen." M. Groenhuijsen, hoogleraar strafrecht aan de Katholieke Universiteit Brabant en acht jaar lang voorzitter van Slachtofferhulp Nederland, is het met Van der Meer eens. "De afgelopen 15 jaar is de situatie ontzettend verbeterd." Daar waar justitie in het verleden doof was voor de slachtoffers van misdrijven, tekende zich vanaf het midden van de jaren tachtig een kentering af, zegt Groenhuijsen. "Dat was deels het gevolg van de toename van de criminaliteit. Rechters en officieren van justitie kregen zelf ook te maken met inbraak en beroving op straat." Groenhuijsen maakte deel uit van de commissie Terwee, die in 1987 voorstelde om slachtoffers de gelegenheid te geven om via de officier van justitie een schadeclaim in te dienen. De 'Wet Terwee' werd in 1995 ingevoerd. Tegelijkertijd kwam er een nieuwe richtlijn voor het OM, die bepaalde dat officieren van justitie 'slachtoffergesprekken' moesten voeren. Groenhuijsen: "Natuurlijk blijft er altijd wat te wensen over. Maar in vergelijking met andere Europese landen doet Nederland het heel goed." Het parket Roermond wil het nog beter doen. Sinds 1 september loopt een project 'slachtofferbejegenaar'. Persofficier D. van Delft: "Ondanks alle verbeteringen van de laatste jaren staat in het strafproces nog steeds de dader centraal. De dader spreekt direct met de rechter. Reclassering, psychologen en psychiaters staan klaar om over de jeugd van de verdachte te vertellen en om aan te geven welke invloed de straf zal hebben. Het slachtoffers zit tandenknarsend op de publieke tribune." Het OM in Roermond heeft daarom een aparte kracht ingehuurd die gesprekken voert met het slachtoffer. Het proces-verbaal van het gesprek komt vervolgens terecht in het strafdossier van de verdachte. Van Delft: "Daarmee is de verklaring van het slachtoffer een processtuk en moet de rechter er wel kennis van nemen." Hij is niet bang dat dit zal leiden tot zwaardere straffen voor de dader. "Onderzoek wijst uit dat dat niet het geval is. Maar als het toch gebeurt, dan nemen we dat voor lief."
|
NRC Webpagina's
6 NOVEMBER 1999
( a d v e r t e n t i e s )
|
Bovenkant pagina |