U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    M E D I A  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

Camera redde Latoya


Bijna was een 14-jarig meisje teruggestuurd naar haar stiefvader in Suriname. Een vastbesloten burgemeester bracht de zaak in de publiciteit. Mooie beelden: de strategie rond een tearjerker.

Door onze redacteuren
KOEN GREVEN en SHEILA KAMERMAN

EDAM, 6 NOV. Verlicht door de felle lampen van de televisieploeg van Netwerk, loopt burgemeester IJsselmuiden van Edam-Volendam het voortuintje in van de familie Rijssen. "Ik heb goed nieuws", zegt hij tegen een vrouw die de deur opent. Meer woorden zijn niet nodig. Huilend valt ze hem om de hals. De camera zoemt in. Een Surinaams meisje komt het halletje binnen en wordt omstandig omhelsd. Haar vader Erik stapt breed lachend in beeld. Hij kan het nog niet geloven, zegt hij. Zijn vriendin Herma wel: "Eindelijk voorbij", zucht ze. De kurk van de champagnefles knalt.

Eind goed al goed. Het 14-jarige Surinaamse meisje Latoya Rijssen mag voorlopig in Nederland blijven. Strikt volgens de regels zou ze terug moeten naar haar biologische moeder in Paramaribo, waar haar stiefvader haar slaat, ze niet naar school mag, de vloer moet dweilen en voor haar halfbroertjes moet zorgen.

Als Nederland via de media geen kennis had gemaakt met de aandoenlijke Latoya, zou ze volgende week waarschijnlijk op het vliegtuig naar Suriname zijn gezet. "Dat is de kracht van de televisie", zegt A. van der Meiden, emeritus hoogleraar communicatiewetenschappen. "Latoya is opeens een meisje van vlees en bloed, dat vanwege een krankzinnige regel weg moet. Geen zinnig denkend mens die dat wil."

Volgens de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) mocht Latoya niet in Nederland blijven, omdat de gezinsband tussen vader en dochter te lang verbroken was. Wanhopig deed het gezin zijn verhaal bij burgemeester IJsselmuiden van Edam. Die was verbijsterd. IJsselmuiden: "Ik werk niet mee aan deze absurde uitwijzing. Dat doe ik gewoon niet, dacht ik. Regels of geen regels. Ieder kind heeft recht op geborgenheid. Ik verbood de politie een uitzetting door te voeren."

IJsselmuiden kent de kracht van de media. Als voormalig burgemeester van Haarlemmerliede belde hij regelmatig de pers op als het verkeerd dreigde te gaan met het kunstenaarsdorp Ruigoord. "Publiciteit zoeken was de laatste kans en dan ga je niet naar het dorpskrantje. Ik heb Fons de Poel van Netwerk gebeld en die zag wel wat in het verhaal van Latoya. Tegen het gezin heb ik gezegd dat ze 'wat drukke dagen' zouden krijgen."

De zaak-Latoya kwam enkele dagen later op televisie. De Poel: "Journalistiek gezien was dit een prachtig verhaal. Vooral zo'n weerspannige burgemeester maakte het interessant." De kranten, radio en andere televisieprogramma's pikten het nieuws de volgende dag op, vele met berichten op de voorpagina. Het Algemeen Dagblad kopte bijvoorbeeld 'Uitwijzingsdrama Surinaams meisje'. Vervolgens leefde heel Nederland mee met het "schrijnende geval" dat een gezicht en een naam kreeg.

Mr. J.L. Plokker, advocaat vreemdelingenzaken bij het Haagse kantoor Prinsegracht: "Als ik dit soort verhalen lees dan ben ik altijd wel verbaasd. Het dorp wordt gemobiliseerd en dan kan zo'n zaak opeens een andere wending krijgen. Ik ken niet het hele dossier, maar op het eerste gezicht lijkt het me volgens de regels een praktisch onmogelijke zaak. De IND hanteert een termijn van maximaal drie tot vier jaar dat de (natuurlijke) ouder van het kind gescheiden mag zijn geweest. Die tijd was ruim overschreden. De rechter had bovendien het verzoek om te blijven al afgewezen. De media inschakelen kan echter heel effectief zijn."

P. Vasterman, docent massacommunicatie aan de school voor journalistiek in Utrecht: "Je kunt het niet bewijzen, maar het lijkt erop dat Latoya het aan de media te danken heeft dat ze mag blijven. Als er een camera op staat, blijkt er vaak een hele hoop te kunnen. Betrokken organisaties en personen gaan opeens aan hun imago denken. Het gaat om de personificatie van een probleem. Het moet een tearjerker zijn, goed drama. Dat wil het publiek graag zien. Dan wordt de druk op de autoriteiten om er iets aan te doen heel groot. "

De tactiek van burgemeester IJsselmuiden heeft gewerkt. Maar het mobiliseren van de media is niet altijd een garantie voor succes. Maria Meijers, beleidsmedewerker van de afdeling juridische zaken van het multicultureel expertisecentrum Forum, wijst op de zaak van de Amsterdamse illegale kleermaker Gümüs die ondanks grote media-aandacht niet in Nederland mocht blijven. Uiteindelijk, na een stemming in de Tweede Kamer, werd het hele gezin-Gümüs het land uitgezet. "Publiciteit doet in negen van de tien gevallen de zaak geen goed", zegt Meijers. De zaak-Gümüs werd zo hoog opgespeeld dat er een patstelling ontstond. Zelfs de staatssecretaris kon geen uitzondering meer maken omdat het tot Kamerstemming was gekomen. Zij waren bang voor precedentwerking."

Volgens de IND is "er geen sprake van" dat de dienst onder druk van de media alsnog heeft besloten dat Latoya voorlopig niet weg hoeft. "Er zijn nieuwe medische gegevens boven water gekomen die een ander licht op de zaak werpen", zegt een woordvoerder. "Er is een goede kans dat het oordeel daarom wordt herzien. Wij hadden die gegevens ook liever eerder gehad. Dan was deze hele pijnlijke geschiedenis wellicht niet nodig geweest."

Maar volgens Herma Grumböck, de partner van Latoya's vader, is er recentelijk niets aan het dossier toegevoegd. "Latoya kreeg hulp om haar traumatische ervaringen uit het verleden te verwerken, maar dat was twee jaar geleden ook al bekend. Ze hebben het nu eindelijk goed bekeken."

Op het gemeentehuis van Edam stromen de steunbetuigingen met tientallen tegelijk binnen. Burgemeester IJsselmuiden wil zich geen overwinnaar noemen. " Ik ben gewoon een burgervader die voor zijn mensen opkomt. Laten we het daar maar op houden."

NRC Webpagina's
6 NOVEMBER 1999


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)