|
|
|
NIEUWSSELECTIE Dossier Crisis Europese Commissie
|
Van Buitenen is nergens welkom
ROTTERDAM, 8 OKT. Volgens de Britse Conservatieven heeft hij nu al meer invloed op Europa gehad dan Commissievoorzitter Romano Prodi ooit zal krijgen. Vooraanstaande bladen als Die Zeit typeerden hem als 'het geweten van Europa'. Van de Europese Vereniging van Belastingbetalers heeft hij een prijs gekregen voor zijn strijd tegen de verkwisting. En in de ogen van (Nederlandse) Europarlementariërs was hij de eenzame David die de bureaucratische Goliath in Brussel versloeg. Paul van Buitenen mag de status van onsterfelijkheid dan binnen bereik hebben, gelukkig is hij niet. Naar eigen zeggen 'snakt' hij naar zijn oude, anonieme bestaan als ambtenaar bij een Europese controledienst. Daaraan kwam op 9 december 1998 abrupt een einde nadat hij de Groene fractie in het Europees Parlement documenten had verstrekt over fraude en andere misstanden binnen de Europese Commissie. Zijn klokgelui droeg bij aan de val van de Commissie. Van Buitenen werd geschorst en kreeg een baantje bij de dienst Gebouwenbeheer van de Europese Commissie. Daar werd hij ongelukkig. Zijn zoektocht naar een alternatief verloopt echter uiterst moeizaam. Een terugkeer naar de interne financiële controledienst van de Europese Commissie kan hij uit zijn hoofd zetten, nadat die hem deze week officieel heeft berispt. De Europese Rekenkamer, ook een controlerend orgaan, is verdeeld over een functie voor hem. En toen hij solliciteerde bij een dienst van het Europees Parlement, bleken ineens de criteria voor de opengestelde functie te zijn gewijzigd. Warme aanbevelingen voor Van Buitenen waren er genoeg, met name uit kringen van Nederlandse Europarlementariërs. Die zeiden te hopen dat hij snel bij een van de ambtelijke diensten van het parlement aan de slag zou kunnen. Ze beschouwden het zelfs als een erekwestie. Vorige week nog zei Joost Lagendijk, lid van de Groene fractie in het Europees Parlement (EP), tegen Trouw: "Nu moet het EP iets voor hem doen. In het verleden hebben we dat geopperd, nu moet het ook worden waargemaakt." Inmiddels is Lagendijk minder stellig. Gisteren zei hij desgevraagd: "Uiteindelijk beslissen wij daar natuurlijk niet over, maar de ambtelijke dienst van het EP zelf. We hebben ons in het verleden altijd verzet tegen politieke benoemingen in het ambtelijk apparaat, dus we moeten nu oppassen dat we niet hetzelfde gaan doen." Een van de weinige niet-Nederlanders die zich inspannen voor de klokkenluider is de Deen Jens-Peter Blonde, die in het Europees Parlement zit om het te bestrijden; geen prettige referentie bij Europese sollicitaties. Zo wordt het geval-Van Buitenen als een hete aardappel tussen allerlei Europese diensten heen en weer geschoven. Van Buitenen schrijft in zijn dagboek op de door zijn broer ontworpen website bij 28 september 1999: "Ik breng een bezoek aan het afdelingshoofd van DG XVI van de Commissie om te informeren naar een vacante post van budget-manager en assistent- auditor voor regionale fondsen. Men vertelt mij dat ze geen mensen zoals ik nodig hebben. Ze willen geld uitgeven in een positieve atmosfeer en kunnen zich niet de luxe veroorloven een programma op te schorten als zich onregelmatigheden voordoen. So much for a changed culture." Een financiële controleursbaan bij de Europese Rekenkamer behoorde tot de mogelijkheden, maar daar zei men eerst de tuchtrechtelijke procedure van de Europese Commissie tegen Van Buitenen te willen afwachten. Nu die afgerond is, doemen echter nieuwe struikelblokken op. Zo presenteert Van Buitenen maandag zijn omstreden boek over zijn ervaringen als klokkenluider. Zal de Rekenkamer onder deze omstandigheden Van Buitenen in de armen willen sluiten? Dan de baan bij de interne financiële controledienst het Europees Parlement zelf. Van Buitenen vertelt daarover: "Het is een baan die ik ambieer. Aanvankelijk konden ambtenaren in de rang van B5 tot B1 solliciteren. Ik ben B3, dus dat kwam goed uit. Later bleek de functie een B5-baan, waardoor ik buiten de boot viel. Pas als er geen geschikte B5-kandidaat komt, mogen ook andere rangen meedoen." Joost Lagendijk van de Groenen zegt hierover: "Dat lijkt op manipulatie, hoewel ik de precieze achtergrond van deze wijziging van functievereisten niet ken." Is de ambtelijke dienst van het Europees Parlement bang dat Van Buitenen, eenmaal binnen, opnieuw orde op zaken gaat stellen, maar dan onder parlementariërs zelf? Of zetten Franse socialisten 'monsieur Van Buitènèn' de voet dwars omdat ze nog steeds niet hebben kunnen verkroppen dat 'hun' Edith Cresson, oud-Eurocommissaris en oud-premier van Frankrijk, door dat 'ambtenaartje' (dixit Cresson) te kakken is gezet? De sociaal-democraat Max van den Berg, delegatieleider van de PvdA in het Europees Parlement, ontkent het ronduit. "Ik geloof niet dat er nog sprake is van ressentiment tegen Van Buitenen. De meesten hier willen met een schone lei beginnen en de hervormingen een kans geven." Van Buitenen blijft hopen op een rustig ambtelijk bestaan ergens in Europa. Maar Van den Berg noch Lagendijk durft daar gif op in te nemen. Lagendijk zegt: "De sollicitatie-Van Buitenen is natuurlijk nooit meer een gewone sollicitatie. Hij is een halve politicus geworden die uitgesproken standpunten niet schuwt. De vraag is of hij daarmee nog in een ambtelijke cultuur past".
|
NRC Webpagina's
8 OKTOBER 1999
|
Bovenkant pagina |