U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
   B U I T E N L A N D
Bepaal nu online uw beleggingsprofiel bij Zurich..
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S c h a k e l s
Dossier Voedingsschandalen

Het verzet tegen 'Frankenstein voedsel' neemt toe


Wetenschappers zijn het niet eens over de risico's van genetisch gemanipuleerd eten. Logisch dat bij burgers het wantrouwen toeneemt. Eerste deel van een serie over biotechnologie en eten.

Door onze redacteur MARCEL AAN DE BRUGH

ROTTERDAM, 24 SEPT. De agrarische biotechnologie in Europa bevindt zich in een diepe crisis. Transgene gewassen komen Europa voorlopig niet meer in omdat Frankrijk, Denemarken, Luxemburg, Italië en Griekenland sinds een paar maanden alle nieuwe aanvragen voor markttoelatingen blokkeren. Greenpeace vernietigde in Engeland onlangs weer een aantal proefvelden met transgene gewassen. Prins Charles, voorstander van biologische landbouw, bestempelt genetisch gemodificeerd voedsel als Frankenstein food. Bij de burger stijgt de onduidelijkheid en het wantrouwen door berichten over ratten die maagklachten krijgen na het eten van transgene aardappelen. Of monarchvlinders die (in het laboratorium) sterven na het eten van pollenkorrels van transgene maïs.

Die crisis is een welhaast logisch gevolg van het systeem waarmee de veiligheid van genetisch gemanipuleerde gewassen wordt vastgesteld. "De procedures in Europa zijn niet ideaal", zegt dr. René von Schomberg, werkzaam bij Directoraat Generaal I van de Europese Commissie, dat zich onder andere bezighoudt met internationale handel. Vorig jaar schreef Von Schomberg voor het Europees Parlement een rapport over de praktijkervaringen met de Europese richtlijn 90/220, die regels vaststelt voor de omgang met genetisch gemanipuleerde organismen (GGO's). In dat rapport legde hij het probleem omtrent GGO's bloot: er bestaat geen definitie van het begrip 'risico'. " Voordeel daarvan is dat het je systeem flexibel houdt", zegt Von Schomberg. " Je kunt van geval tot geval nagaan of de onzekerheden acceptabel zijn en je hebt de mogelijkheid om nieuwe wetenschappelijke gegevens in je overweging te betrekken. Maar helaas zijn de lidstaten het oneens over wat acceptabel is. Ze hebben moeite om met deze flexibele regelgeving om te gaan."

Volgens Von Schomberg weet niemand hoe je het risico van een GGO voor milieu en mens kunt inschatten, of welke dingen je daarvoor moet meten. Dat zorgt voor onduidelijkheid, bij wetenschappers, overheid en uiteindelijk de burger. , ,En de burger wil graag een gevoel van veiligheid, maar dat krijgt hij nu niet", zegt prof.dr. Lucas Reijnders, hoogleraar Milieukunde aan de Universiteit van Amsterdam.

De onduidelijkheid over het begrip 'risico' wijdt Reijnders aan een groot kennisgebrek. Dat blijkt ook uit het rapport van Von Schomberg. "De voorspellende ecologie staat nog in de kinderschoenen", schrijft deze. Volgens Reijnders is er over bijvoorbeeld bodemecologie nog maar bitter weinig bekend. "Dat is een zwart gat. Dus is het ook niet duidelijk wat je in de gaten moet houden als je een genetisch gemanipuleerd organisme in een bodem brengt." Eenzelfde kennisgebrek is er op het gebied van non-target organismen, die ogenschijnlijk niks te maken hebben met een genetisch gemanipuleerd gewas. Neem de genetisch gemanipuleerde Bt-maïs. Het gewas maakt een gifstof die de stengelboorder, een plaaginsect van maïs, doodt. Maar het gif heeft ook onbedoelde neveneffecten op andere insecten, zoals de monarchvlinder. De pollenkorrels van de maïs zijn giftig voor deze vlinder, zo bleek uit een recent Amerikaans onderzoek. "Ook over dit soort effecten is weinig bekend. Iedere ecoloog vat het begrip 'risico' anders op. Wat de een beschouwt als een gevaar, vindt de ander acceptabel", aldus Reijnders.

De milieukundige pleit voor een standaard batterij aan tests waaraan ieder GGO wordt onderworpen. "Zoals chemicaliën worden getest, of medicijnen. Er bestaan nu bijvoorbeeld geen goeie tests om na te gaan of een GGO een allergische reactie kan oproepen. Zolang zo'n set algemeen aanvaarde toetsen ontbreekt, hou je gesodemieter."

Von Schomberg betwijfelt of zo'n standaard serie toetsen er zal komen, zolang niet duidelijk is wát je moet testen. Wel ligt er een voorstel van de Europese Commissie om de richtlijn 90/220 aan te passen. Het voorstel is in juni geaccepteerd door de Europese Ministerraad. Een van de aanpassingen is het instellen van een monitoring-systeem dat GG-producten door de hele productieketen volgt en controleert, tot en met de consument. "Als er dan iets fout gaat, kun je het product meteen terugtrekken. Op soortgelijke wijze worden geneesmiddelen getest", zegt prof.dr. Tjard de Cock Buning, bestuurslid van de Commissie Genetische Modificatie en hoogleraar Dierproefvraagstukken aan de Rijksuniversiteit Leiden. Bovendien maakt de nieuwe richtlijn het mogelijk om ethische aspecten mee te wegen in de beoordeling van een GGO.

Ook van die monitoring is trouwens nog niet duidelijk waar precies op gelet moet worden. "De enige manier waarop je dat kunt vaststellen is het doen van lange-termijn proeven met transgene gewassen in het open veld", zegt de Cock Buning. "Je zult je eerst moeten blootstellen aan een risico, wil je er meer over te weten komen."

Maar zijn alle risico's wel vast te stellen? "Nee", zegt De Cock Buning. " Je kunt het risico tot een minimum beperken, maar niet uitsluiten." En daar zal de overheid mee moeten leren omgaan, meent Von Schomberg. "De risico's van GGO's zijn klein. Mensen accepteren veel grotere gevaren, zoals uitlaatgassen en pesticiden. Ze stellen GGO's op één lijn met bijvoorbeeld dioxine en BSE, maar die brengen veel meer risico's met zich mee. Mensen hebben moeite met het inschatten van risico's ."

Sleutelen aan maïs, tomaat en aardappel

Door een onzer redacteuren
ROTTERDAM, 24 SEPT. Landbouwproducten kunnen door genetische manipulatie (GM) steeds gemakkelijker worden aangepast aan de wensen van boer, voedingsmiddelenindustrie en consument. Maar vooral die laatste heeft bedenkingen. Politici worden daardoor gedwongen terughoudend te zijn met toestemming voor nieuwe experimenten. Supermarktketens overwegen GM-producten uit hun schappen te halen.

Waar gaat het om? Door de kennis van de DNA-structuur van planten en dieren is het mogelijk om erfelijke informatie (opgeslagen in genen) van het ene organisme aan een ander organisme toe te voegen. Veel wetenschappers beschouwen dit als een zegen voor de mensheid. Planten hoeven niet langer via kruising en selectie eindeloos veredeld te worden en dieren niet meer volgens ingewikkelde schema's gefokt te worden om sterkere, vruchtbaarder of productievere soorten te ontwikkelen. Sterker nog, er kunnen eigenschappen worden toegevoegd, die van een koe een geneesmiddelenproducent maken en maïs ongevoelig voor schadelijke insecten. Wie zal daar tegen zijn?

Een paar voorbeelden:

  • Gemanipuleerde enzymen die koolhydraten, vetten of eiwitten afbreken kunnen de smaak van brood verbeteren.

  • Enzymen uit gemanipuleerde schimmels kunnen vruchtensappen helder maken doordat ze de wand van vruchtencellen afbreken.

  • Zetmeel uit gemanipuleerde maïs en soja vormt een grondstof in een groot aantal voedingsmiddelen, variërend van pindakaas tot kauwgum.

  • Door middel van genetische manipulatie worden aardbeien resistent gemaakt voor insecten en wortelen voor schimmels.

  • Genetisch gemanipuleerde tomaten hebben een vel dat beter verwerkt kan worden in tomatenpuree.

  • Genetisch gemanipuleerde soja en bloemkolen zijn bestand tegen het gebruik van bestrijdingsmiddelen.

  • Een gen dat zorgt voor de blauwe kleur van de petunia wordt gebruikt om blauwe trosanjers te kweken. Ook de houdbaarheid van bloemen wordt met behulp van biotechnologie verbeterd.

    Deze 'zegeningen' hebben de tegenstanders niet overtuigd. Kun je zonder gevaar sleutelen aan het leven? De critici zijn bang dat genetisch gemanipuleerd voedsel schadelijk is voor de gezondheid en vinden dat het tegendeel onvoldoende is aangetoond. Ze wijzen erop dat nieuwe plant- en diersoorten worden gecreëerd, zonder dat de consequenties daarvan te overzien zijn. En ze vinden het gevaarlijk dat de voedselproductie in handen komt van een paar multinationals.

    'Risico' niet gedefinieerd in richtlijn

    Centraal in de Europese richtlijn 90/220, die de omgang met genetisch gemanipuleerde organismen (GGO's) regelt, is het voorzorgsprincipe. Elk bedrijf of instituut dat met GGO's aan de slag wil, is volgens dit principe verplicht om een risicobeoordeling te schrijven. Daarin worden de 'directe, indirecte, onmiddellijke en vertraagde effecten' van een GGO gerapporteerd. In ons land geeft de minister van VROM vergunningen af voor het maken van of het handelen met GGO's. De minister kan zich daarbij laten adviseren door de Commissie Genetische Modificatie, die bestaat uit een groot aantal deskundigen. Beoordelingen verlopen via een case-by-case (iedere aanvraag wordt apart bekeken) en step-by-step procedure (eerst een aanvraag voor laboratorium-experimenten, daarna voor veldexperimenten en voor markttoelating). Elke volgende stap mag pas worden genomen als de vorige veilig is gebleken. Over de risico's van GGO's in laboratorium-omstandigheden is inmiddels veel bekend. Minder duidelijk zijn de effecten, zeker op de lange termijn, van grootschalige veldproeven en marktoelatingen. Die onduidelijkheid is terug te vinden in de regelgeving, waar het begrip 'risico' niet gedefinieerd is.

  • NRC Webpagina's
    24 SEPTEMBER 1999


    ( a d v e r t e n t i e s )
    Autoverzekering....
    Maak kennis met JM
    Alles over gezondheid...
    Quote

        Bovenkant pagina

    NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)