|
|
|
NIEUWSSELECTIE Van Gogh Museum
|
Onderzoek van Van Gogh Museum
Van Goghs omstreden 'De tuin' toch echt
Door onze redacteur GERDA TELGENHOF
Directeur John Leighton wil het onderzoek naar de echtheid van Van Goghs op grotere schaal voortzetten en zal hiervoor overheidssteun aanvragen. Het onderzoek naar De tuin is gedaan in verband met een expositie over de collectie van dr. Paul Ferdinand Gachet (1828- 1909), Van Goghs steun en toeverlaat in de laatste periode van zijn leven. Op de tentoonstelling Cézanne tot Van Gogh (24 september tot en met 5 december) krijgt het schilderij gezelschap van een bijna identieke eerdere versie uit het Museum Folkwang in Essen. Aan de echtheid van dit doek is nooit getwijfeld. Het is afkomstig van Johanna van Gogh-Bonger, de weduwe van Vincents broer Theo van Gogh. Vincent van Gogh (1853-1890) schilderde het in oktober en november 1889 in het Franse St. Rémy, waar hij zich vrijwillig had laten opnemen in de plaatselijke inrichting. De iets gestileerder en donkerder variant in het Van Gogh Museum, nu gedateerd op december 1889, wekte in 1954 al wantrouwen en werd aangezien voor een latere kopie. Het verdween in het depot en werd pas in de jaren tachtig weer op zaal gehangen. Het doek werd in 1954 geschonken door Paul Gachet jr., de zoon van de dorpsdokter, van wie bekend was dat hij schilderijen uit zijn vaders kunstverzameling kopieerde. Ook het recente onderzoek heeft niet kunnen aantonen hoe het werk in Gachets bezit is gekomen. In de briefwisseling tussen Vincent en zijn broer Theo wordt het doek niet expliciet genoemd. Wel is duidelijk geworden dat de - moeilijk na te maken - penseelstreken op het doek typisch voor Van Gogh zijn en dat Gachet jr. op een heel andere, veel 'vlakkere' manier schilderde. Het onderzoek heeft ook aangetoond dat het doek niet zoals wel gedacht pas in 1954 opdook. Louis van Tilborgh, conservator schilderijen van het Van Gogh Museum, liet gisteren een afbeelding van het schilderij zien op een aquarel die tussen 1900 en 1903 was geschilderd door een buurvrouw van dr. Gachet. Deze kopie was bestemd voor een publicatie over Gachets collectie. Van Tilborgh zegt ook een vermelding te hebben gevonden in een overzicht uit 1904 van Van Goghs werk door de Duitse expert Julius Meier-Graefe. Hij had Gachet het jaar ervoor bezocht en maakt melding van 'een groot, nogal donker schilderij, 'Olijfbomen' getiteld'. Gachet bezat 26 Van Goghs en geen ander doek voldoet aan deze beschrijving. Van Tilborgh denkt daarom dat de Duitser de pijnbomen in de tuin voor olijfbomen heeft aangezien en wordt gestaafd in die mening door een stickertje achterop het doek uit 1954, waarop ook sprake is van een 'olijfboomgaard'. Van Gogh 'herhaalde' vaker eerdere schilderijen, waarbij hij corrigeerde wat hem in zijn eerste, vaak spontaan en haastig gemaakte versie niet beviel. Restaurator Ella Hendriks liet gisteren zien dat De tuin nog in de oorspronkelijke staat verkeert. Het is later niet bedoekt. Het gebruikte linnen is vergeleken met 35 andere doeken van Van Gogh uit dezelfde periode. Daarvan waren 32 van dezelfde structuur als De tuin. De losse, provisorische manier van opspannen van het doek op het raam om het later weer los te maken voor verzending of opslag komt ook overeen met Van Goghs werkwijze. Uit verfsporen aan voor- en achterkant blijkt dat het doek ooit plat tussen twee andere werken is opgeborgen. Ook dit is vaker aangetroffen bij werken van Van Gogh. Analyse van de verf, uitgevoerd samen met het Instituut Collectie Nederland, leverde ook geen afwijkingen op. "Dat wil nog niet zeggen dat een slimme vervalser niet dezelfde materialen had kunnen gebruiken", aldus Hendriks. Het overtuigendste bewijs menen de onderzoekers te hebben gevonden in de manier van schilderen. De soms zigzaggende manier waarop de penseelstreken zijn aangebracht en de opbouw in lagen waarbij verf op een laag nog natte verf wordt aangebracht, is volgens de onderzoekers typerend voor Van Gogh en nagenoeg onnavolgbaar. Een van de redenen dat De tuin als onecht werd gezien, is dat de schilder hier en daar heeft zitten 'knoeien'. Vooral de overgang tussen de lucht en de bladeren van de afgebeelde pijnbomen is niet goed gelukt. Bovendien blijken sommige tinten ernstig verkleurd onder invloed van het licht, waardoor het doek op de toeschouwer 'vreemd' overkomt.
|
NRC Webpagina's
22 SEPTEMBER 1999
|
Bovenkant pagina |