|
|
|
NIEUWSSELECTIE Dossier Oost-Timor
|
Een dag uit het leven van Peter van Walsum, voorzitter
van de V-raad
Zwijgen als het moet
Het is dinsdagmorgen half tien, nazomerweer in New York en op de zestiende etage van een kantoorflat in de 45ste straat werkt de voorzitter van de VN-Veiligheidsraad, Peter van Walsum, al uren in de hoogste versnelling: om kwart over zeven het eerste telefoontje van een Amerikaanse diplomaat over de belangrijke VN-resolutie over Oost-Timor, daarna stafberaad en nu telefonisch overleg met zijn Amerikaanse collega-ambassadeur Richard Holbrooke over Oost-Timor.
De Nederlandse diplomate Pauline Genee waarschuwt ambassadeur Van Walsum op de drempel van zijn kantoor dat hij over 25 minuten, als voorzitter van de V-raad, moet verschijnen bij het luiden van de Japanse vredesbel, een jaarlijks ceremonietje voor het VN-hoofdkwartier, waar ook VN-chef Kofi Annan zal spreken. Van Walsums programma bevat vandaag meer protocollaire rimram waar zijn hoofd niet naar staat. Zo snel mogelijk een vredesmacht voor Oost-Timor op de been brengen, dt houdt hem bezig. "Jezus", reageert hij verschrikt met een blik op zijn horloge en schema - een dubbel gevouwen A4-tje - "dan moet ik nú Holbrooke bellen!" Van Walsum (65) mag dan een veteraan zijn als oud-rechterhand van minister Van den Broek en als ex-ambassadeur in Bonn en Bangkok, ook voor hem zijn dit soort crises geen routine. Enigszins onrustig staat hij met de telefoon in zijn hand achter zijn bureau, deels leunend op zijn stoel. "Hi Dick, Peter here, how are you", opent Van Walsum het overleg met Holbrooke, die hij nog kent als collega-ambassadeur uit Duitsland. Al snel gaat het gesprek over in een conference call tussen Holbrooke, Van Walsum en hun Britse ambtgenoot Sir Jeremy Greenstock, eveneens collega uit vroeger jaren en opsteller van de Oost- Timor-resolutie. Van Walsum luistert vooral en geeft korte antwoorden. Wat hij niet zeker weet, maar wel bevroedt, is dat de vijf vaste leden van de V-raad een dag eerder al bijeen zijn geweest en de Britse ontwerpresolutie hebben bekeken - een tekst die Van Walsum nog niet kent. Zijn vermoeden over zo'n onderonsje, van oudsher een doorn in het oog van de niet- permanente leden, blijkt juist te zijn: Holbrooke heeft daarbij al druk uitgeoefend op Rusland en China om mee te stemmen. Holbrooke en Greenstock vinden dat de resolutie wegens de ernst van de situatie op Oost-Timor bij voorkeur vandaag - in twee zittingen - door de V-raad moet worden gejaagd. Daarbij speelt Van Walsum als voorzitter een cruciale rol. "Als jullie op dezelfde lijn zitten, is het voor mij okee. Dat is alles", zegt de Nederlandse ambassadeur. "De eerste ontmoeting kan kort zijn, die is alleen nodig om dat stukje papier te deponeren", zegt hij doelend op de ontwerpresolutie, waarover dan vervolgens het debat kan beginnen. "Daarna komen we dan nog een keer bijeen." Het telefonisch overleg met de Amerikaan en de Brit is voor Van Walsum het begin van een etmaal vol onzekerheden, maar uiteindelijk zullen de afgesproken strategie en zijn voorzittersrol de weg effenen naar een ongebruikelijk snelle aanname van een VN-resolutie in een crisis, zeventien uur later. Nederland deelt mee in de eer en beleeft een hoogtepunt in het voorzitterschap van de V-raad, waarvan het sinds 1 januari voor twee jaar lid is. Waant Nederland zich nu voor even president van een 'werelddirectie', zoals idealisten de V-raad ooit hebben gezien? En wat is de speelruimte in dit selecte gezelschap van vijftien landen? Met daarbinnen het nog selectere gezelschap van de 'P5', de vijf permanente leden met vetorecht: de Verenigde Staten, Rusland, China, Groot-Brittannië en Frankrijk. Een gezelschap dat de afgelopen jaren door onwil, onmacht en verdeeldheid geen raad wist met een hausse aan crises zoals Bosnië, Somalië, Rwanda, Kosovo en Irak, en dat daardoor zelf in een crisis is beland? Wie op zoek naar antwoorden een dagje meeloopt met Van Walsum, merkt al snel dat Nederland de voorzittersstoel zonder al te hoge verwachtingen bekleedt. De Nederlandse opstelling in de V-raad balanceert tussen gedrevenheid en scepsis, exact zoals Van Walsum zelf in het diplomatieke leven staat. Het blijft "modderen" bij de VN, zei hij vorige week in deze krant naar aanleiding van Oost-Timor. De uitspraak is hem op het ministerie in Den Haag niet in dank afgenomen, omdat ze als bevestiging kon overkomen bij Kamerleden die Van Walsum 'moedeloosheid' verweten. Maar Franse VN-diplomaten roemden de opmerking juist om haar trefzekerheid. De Nederlandse nuchterheid valt tot nu toe in de smaak op First Avenue. De Britse VN-ambassadeur Greenstock zegt met pretoogjes: "Peter is kristalhelder, zegt wat hij denkt. Hij zegt het kort en hard, maar niet onbeleefd, en het is effectief. En het houdt bovendien verband met het echte leven, en dat kun je van de raad niet altijd zeggen. Peters timing is goed, zijn informatie is goed en zijn uitvoering is goed."
Praten of zwijgen als het moet, daar komt de Nederlandse rol in de V- raad volgens Greenstock kort gezegd op neer: "Nederland is duidelijker dan bijna iedereen in de raad. De Nederlanders zijn nog openhartiger dan de Britten. Maar ze houden hun mond als ze de macht niet hebben om iets te bereiken. Ze preken niet. Deze Nederlandse karakteristiek is heel waardevol in een organisatie waar veel wordt gezwamd." Greenstock vindt Nederland "erg functioneel" en "gericht op de kern" in de kwestie-Irak bij de gezamenlijke Brits-Nederlandse resolutie voor een nieuw wapeninspectieregime, die op dit moment overigens weinig kans maakt door diepe verdeeldheid in de V-raad. De Franse VN-ambassadeur Alain Dejammet ziet de Nederlandse "aandacht voor morele waarden" in de V-raad eruitspringen. Hij citeert Van Walsums uitspraak van juni over de belangrijke resolutie over het VN-bestuur in Kosovo, waarover hij van de grote landen met China mocht onderhandelen. Van Walsum zei dat de resolutie een verschuiving betekende in de verhouding tussen respect voor mensenrechten en nationale soevereiniteit. " Vandaag heeft geen enkele soevereine staat het recht zijn eigen burgers te terroriseren", zo citeerden de internationale kranten hem de volgende dag. Dejammet: "En Oost-Timor bewijst dat kleinere landen zoals Nederland een belangrijke rol kunnen spelen bij resoluties." Een naaste medewerker van secretaris-generaal Annan meent dat "Nederland als nieuw lid - nog meer dan de andere nieuwkomer Canada - energie heeft toegevoegd aan de Veiligheidsraad. Van Walsum is misschien voor de camera niet zo expressief en kleurrijk als privé. Maar hij is een gerespecteerde professional. Nederland neemt in de raad altijd no-nonsense-posities in - zonder bullshit." Al vanaf de allereerste dag van zijn voorzitterschap heeft Oost-Timor Van Walsum inbeslaggenomen. Zijn stafberaad is er deze ochtend om kwart voor negen weer mee begonnen. "Ik wil iedereen verzoeken klaar te staan om naar de V-raad te rennen, want er is haast geboden met Oost-Timor", zegt hij bij aanvang tegen de twaalf aanwezige stafleden. "Als de Indonesische regering zelf zegt de situatie niet meer aan te kunnen, is er geen enkele reden om nog één seconde langer te wachten." Daarna flitsen de andere agendapunten van de V-raad voorbij. Een lang niet compleet lijstje brandhaarden: Kosovo en de ontwapening van het Kosovo Bevrijdingsleger, het uitstel van de verkiezingen in de Centraal-Afrikaanse Republiek, de vredesoperatie in Angola, de bezetting van de politiemacht in Bosnië en Irak. "We moeten echt iets doen aan Angola", zegt een diplomate. De VS houden een resolutie over verlenging van de vredesmacht tegen, bij gebrek aan goedkeuring van het Congres. "Ik zal Holbrooke aanspreken", belooft Van Walsum. Gaan de Russische troepen zich eindelijk coöperatief opstellen in Kosovo? En hoe moet in dit verband het recente doodschieten van Serviërs door Russen worden gezien? "Als coöperatief opstellen", grijnst een diplomaat bij wijze van kantoorgrap. Van Walsum grijnst mee. Wie voorzitter is van de V-raad, is nog meer slaaf van het VN-protocol. Van Walsum ondergaat het gelaten. De V-raad krijgt vandaag aanklaagster Arbour van het Haagse oorlogstribunaal op afscheidsbezoek. Maar Van Walsum moet tegelijkertijd verschijnen bij de opening van het nieuwe zittingsjaar van de Algemene Vergadering van de VN, het VN- parlement. Een delicaat probleem. "Ik moet Arbour toch opvangen!", roept Van Walsum. Overmorgen kan hij ook al niet opdraven bij de opening van de nieuwe ECOSOC-zaal, en dat neemt de Italiaanse VN- ambassadeur, voorzitter van de ECOSOC, hem bepaald niet in dank af. Van Walsum besluit na enig heen en weer gepraat eerder weg te gaan bij de opening van het nieuwe zittingsjaar om op tijd te zijn voor Arbour. Het laatste woord is hierover nog niet gezegd, blijkt later. Als het stafberaad en het aansluitende overleg met Holbrooke en Greenstock klaar zijn, ziet Van Walsum dat hij al over tien minuten bij de vredesbel-ceremonie moet zijn, twee Avenues verder. De boomlange ambassadeur sprint het gebouw uit. In de lift en op straat leest hij het toespraakje dat hij bij de vredesbel moet houden. "De bel is een gelegenheidscadeau waarmee de agenda van de VN nog voor jaren wordt belast", gnuift hij onderweg. " Waarschijnlijk zullen de VN in 2067 besluiten dat het luiden wordt afgelast omdat er een barst in het ding zit." Van Walsum negeert op Second Avenue twee rode stoplichten. Terwijl hij rent en leest, gaat zijn mobiele telefoon: Greenstock weer. De ontwerpresolutie is klaar en kan worden ingediend. Inmiddels is de Nederlandse ambassadeur aangekomen op het gazon voor het VN- hoofdkwartier. Een jeugdig strijkje speelt klassieke deuntjes. Van Walsum telefoneert nog steeds met Greenstock, totdat Kofi Annan eraan komt. Na de VN-chef, die naast hem op de voorste rij tussen de genodigden staat, is het woord aan hem. Een korte toespraak, met als slotzin: "Laten we met zijn allen zorgen dat het geluid [van de vredesbel] elk jaar iets harder klinkt dan het jaar ervoor." Na afloop fluistert hij Kofi Annan iets in zijn oor. Van Walsum, begeleid door zijn woordvoerder Peter Mollema, loopt het VN-hoofdkantoor binnen. Bijna plechtig zegt hij: "Ik heb zojuist de Veiligheidsraad bijeen geroepen." Via het grijze linoleum van de begane grond, gaat het over het donkerroze tapijt op de tweede etage naar de bewaakte - en voor niet-diplomaten afgesloten - vertrekken van de Veiligheidsraad. Kamer C216A is het kleine en ongedecoreerde kantoortje van de voorzitter van de V-raad, elke maand in gebruik bij een ander land. Uit niets blijkt dat hier de voorzitter van het hoogste orgaan voor de internationale vrede en veiligheid kantoor houdt - het is soberheid die flirt met somberheid, zoals in dit hele gebouw. Achter Van Walsums stoel hangt alleen een portret van koningin Beatrix, geflankeerd door vlaggen van de VN en Nederland. Buiten bij de deur zetelt zijn Franse secretaresse, detacheerd via het VN-Secretariaat. Dit is het kamertje waar Van Walsum op 1 september consultaties hield met de veertien andere leden over de agenda van deze maand. Met speculaas en stroopwafels op tafel, volgens het VN-gebruik dat elk land iets van eigen aard offreert. Van Walsum had - in opdracht van Den Haag - nog een ander cadeautje bij zich: hij zei dat Nederland in deze drukste VN-maand van het jaar liefst drie open debatten in de raad wil houden. Over burgers in gewapende conflicten (een vervolg van een Canadees initiatief), kleine wapens in gewapende conflicten (met minister Van Aartsen als voorzitter) en Afrika (met premier Kok als voorzitter). De P5-leden schrokken van deze "wel erg ambitieuze agenda", zoals een diplomaat zegt. Want met alle respect voor de thema's, zijn ze wel allemaal even acuut? En twee debatten nog wel tijdens de jaarlijkse komst - vanaf aanstaande maandag - van alle regeringsleiders en ministers, die dan juist onderling contact willen zoeken, urgente kwesties bespreken en niet willen vastzitten in urenlange oratorische rituelen? "De Tweede Kamer dringt er nu eenmaal op aan dat wij thema's aan de orde stellen", zegt een hoge ambtenaar op Buitenlandse Zaken. Het Afrika-debat dat premier Kok voorzit en waar geen wereldleiders bij zullen zijn, noemt hij " een pronkstuk". Een andere Haagse ambtenaar: "Wij zetten hoog in." Van Walsums woordvoerder Mollema: "Je wilt toch iets leuks doen, jezelf profileren." Als het aan Van Walsum had gelegen, had het wel iets minder gekund. Maar als loyaal diplomaat voert hij gewoon zijn instructies uit. De Britse VN-ambassadeur Greenstock: "Peter stond onder druk van Den Haag, daarom heeft hij het gedaan. In de onderwerpen drukt hij geen Nederlandse belangen door maar een VN-belang. En ik steun hem nu in de vergaderingen." Van Walsum lacht: "De P5 hebben de pest aan openbare debatten. Ze zijn bang dat de niet-permanente leden er teveel van willen maken. En dat gaat ten koste van hun nachtrust." Het contact tussen de Nederlandse missie en het ministerie in Den Haag is intensief, beklemtonen ambtenaren en diplomaten van weerskanten. Er is diplomatiek codeverkeer, email-, fax- en telefoonverkeer, er zijn open berichten en video-conferenties per satelliet. "Natuurlijk zijn er wel eens spanningen", zegt Mollema. "Dan roepen wij: zo gaat dat niet bij de VN! Maar dat zijn gezonde spanningen." Tijdens de Oost-Timorcrisis heeft Van Walsum vrijwel elke dag met minister Van Aartsen getelefoneerd. De politieke agenda van de minister bepaalt de frequentie van het contact: Kosovo en Irak krijgen van de bewindsman meer aandacht dan de Centraal-Afrikaanse Republiek. Inmiddels is Van Walsum in zijn kantoortje begonnen aan een nieuwe serie telefoongesprekken. Tegen 'tweede man' Alphons Hamer, die met onder anderen Greenstock net terug is van de VN-missie naar Indonesië, roept hij: " Ik wil de vergadering heel kort houden. Het interesseert me geen donder hoe die resolutie eruit ziet en of er allemaal voorstemmers zijn. Als er maar een juridische basis is voor de mensen in Kuala Lumpur en Canberra om aan de slag te gaan." Maleisië en Australië gelden voorlopig als de belangrijkste troepenleveranciers voor een vredesmacht.
Ik wil de Veiligheidsraad vanavond niet naar bed laten gaan voordat we iets hebben, anders is de druk van de ketel", zegt Van Walsum. En dat is " tegen de regels bij de VN", waar ambassadeurs bij een stemming over een resolutie meestal nog 24 uur de tijd krijgen voor consultaties met hun hoofdsteden. "Dat moeten ze dan nu maar sneller doen. Ik heb nu geen geduld voor procedures. Er vallen in Oost-Timor dagelijks doden. Alle argumenten om nog langer te wachten, worden ook weggepoetst door het verlangen van Alatas om die vredesmacht snel te hebben." Hij heeft dit een dag eerder zelf gehoord uit de mond van Alatas, de Indonesische minister van Buitenlandse Zaken, die in New York is voor overleg. Een telefoontje van een naaste medewerker van Kofi Annan zet Van Walsum even aan het denken. Is haast werkelijk verstandig? Want een resolutie met eventueel een aantal onthoudingen, zeker als dat 'vrienden' van Indonesie betreft zoals Maleisië en Bahrein, is een slechte start voor de vredesmacht. Het irriteert Van Walsum "hogelijk" dat hij niet betrokken is bij de opzet van de resolutie door de P5, maar hij accepteert de machtsverhoudingen. "Ik denk niet zoals de Canadezen, die de P5 willen afschaffen. Als de Veiligheidsraad geen permanente leden had, zou het een soort college van B&W worden." Zijn mijmeringen worden acuut onderbroken door een volgend telefoontje, dat zijn ergernis wekt. Een buitenlandse diplomaat vraagt hem of hij vanmiddag toch niet langer bij de opening van de Algemene Vergadering en het aantreden van de nieuwe, Namibische voorzitter aanwezig kan zijn. Het gevaar bestaat dat hierdoor de belangrijke tweede V- raadszitting van vanmiddag vertraagd wordt. "We zijn bezig een resolutie voor te bereiden! We hebben helemaal geen tijd om daar heel lang te gaan zitten", antwoordt Van Walsum. Bovendien is hij gastheer van aanklaagster Arbour. Anderzijds: "Onbeleefd zijn tegen een Afrikaanse voorzitter van de Algemene Vergadering is inderdaad niet verstandig." Na weer nieuwe telefoontjes besluit Van Walsum de V-raad voor half vijf bijeen te roepen zodat hij naar de Algemene Vergadering kan en aanklaagster Arbour normaal kan ontvangen.
In de gang bij de Veiligheidsraad arriveren tegen half twaalf de eerste diplomaten voor de ochtendzitting. Deze zogeheten informele consultaties hebben plaats in een 'zweetzaaltje' naast Van Walsums kantoor. Pas bij stemmingen verhuist de raad naar de grote vergaderzaal met de hoefijzervormige tafel. Kloppend hart van de wereldpolitiek of niet, ook vergaderingen van de V- raad hebben hun laatkomers, en niet de minsten: de Russische VN- ambassadeur Sergei Lavrov, trekkend aan een filtersigaret en kuierend met een hand in de zakken; de Franse routinier Dejammet, en Holbrooke. Lagere diplomaten nemen zolang hun plaats in. Holbrooke is een half uur te laat en laat zich bij de ingang van het gebied van de V-raad nog rustig door televisieploegen belagen, staand naast Nobelprijswinnaar Ramos Horta. Na een uur is de vergadering voorbij, rond een uur 's middags. De ontwerp resolutie voor Oost-Timor ligt op tafel. Zware oppositie tegen een vredesmacht is er niet, maar de 'vrienden' van Indonesië houden nog tal van slagen om de arm. Een van de hamvragen is: zal Indonesië een vredesmacht krachtens hoofdstuk zeven van het VN-handvest accepteren, troepen die geweld kunnen gebruiken? "Maleisië zegt: als minister Alatas akkoord is, zijn wij ook akkoord. Ik moet dus praten met Alatas", zegt Van Walsum. Hij is omringd door zijn Oost-Timorteam: Alphons Hamer, Adriaan Kooijmans, Rob Zaagman en Peter Mollema, die zijn kantoortje in- en uitlopen. Volgens hen is Van Walsums kracht "gevoel voor machtspolitiek. Hij probeert principes en belangen in evenwicht te houden". De Nederlandse voorzitter van de V-raad belegt aan het begin van de middag een reeks ontmoetingen met Alatas, samen met Greenstock, de Portugese minister Gama en de Australische minister Downer. Alatas "stelt zich soepel op", concludeert Van Walsum. Hij moet opnieuw sprinten: naar de opening van de Algemene Vergadering. Daar volgt een voor velen klassieke VN-zit: de nieuwe Namibische voorzitter voert bijna drie kwartier het woord over de agenda van komend jaar en slaagt erin de gehele zaal murw te beuken. In het kantoor van Van Walsum hangt rond kwart over vier een serene sfeer. De ambassadeur zit aan de telefoon, en het hele team luistert zwijgend mee. "Dit is M", fluistert woordvoerder Mollema met ontzag. M staat voor Minister, oftewel Jozias van Aartsen. "Het kan redelijk verlopen", rapporteert Van Walsum aan de minister. Als de resolutie er vandaag nog doorkomt, heeft Van Aartsen de volgende dag goed nieuws in de Kamer te vertellen. "Dan heb je een makkie", zegt Van Walsum. Na afloop staat hij op en roept: "Zo, en dan ga ik nu even naar de plee. Anders komt dat er niet meer van."
Het vliegtuigbelletje voor de tweede vergadering van de V-raad klinkt omstreeks half vijf. Gast is scheidend aanklaagster Arbour van het oorlogstribunaal. Later, om zeven uur vanavond, begint de raad aan het vervolg van Oost-Timor. De vraag is nog steeds hoe het eventueel gebruik van geweld in de resolutie moet worden opgenomen. De tekst is door Greenstock al ontdaan van zoveel mogelijk gevoeligheden. Hij en Van Walsum zetten de zes landen die bezwaren hebben onder druk met verwijzing naar de Indonesische instemming met een vredesmacht. "Ik laat jullie niet naar bed gaan, voor we eruit zijn", zegt Van Walsum. De vergadering wordt om tien over half twaalf geschorst tot half twee 's nachts. Op dit tijdstip kunnen de twijfelende landen hun hoofdsteden bellen. Van Walsum gaat tijdens de nachtelijke schorsing te voet naar zijn in de buurt gelegen residentie om te eten. Bij terugkeer om kwart voor één oogt hij redelijk fris. Hij verwacht dat ze er uitkomen, maar houdt er rekening mee dat het nog uren kan duren. "Zeker als er nu ergens een sjeik niet te bereiken is. En er zitten ook nog een aantal spreekbeesten bij", zegt hij. Maar het loopt anders, en de Nederlandse ambassadeur is "stomverbaasd". Door een procedureel slimmigheidje had hij voor de schorsing gezegd niet langer te streven naar een zogeheten voorzitterstekst, die de steun moet hebben van de hele raad, maar naar een gewone resolutie. De truc werkt. Na de schorsing durft niemand bij de stemming, om tien over twee, dwars te gaan liggen of zich te onthouden. "Peter heeft ze gewoon overbluft", zegt de Britse ambassadeur Greenstock. Doordat alle vijftien leden instemmen, kan Van Walsum er zelfs alsnog een meer gezaghebbende voorzitterstekst van maken. De volgende dag kijkt hij geeuwend van de slaap maar voldaan terug. "Alles is gelukt. Ik had gezien dat Alatas minder lastig was dan zijn vrienden in de Veiligheidsraad, en de ruimte tussen die twee kanten heb ik benut. Ik heb ook steeds gezegd: jullie zitten hier je tijd te verdoen, want Alatas is al akkoord", zegt hij. Na de eerdere kritiek van Kamerleden over zijn vermeende moedeloosheid laat ook de lof hem nu koud. "Dit is geen geweldig succes. Je kunt hoogstens zeggen dat we nu in Oost-Timor een paar dingen beter hebben aangepakt dan in andere crises. Wij hebben van meet af aan gestreefd naar een mandaat om troepen te sturen. Daar hadden we toestemming van Indonesië voor nodig. Daarom hebben wij de missie uitgestuurd." Greenstock: "De Nederlanders hebben de missie uitzonderlijk goed bestuurd. We hadden elke dag Van Walsum aan de telefoon en hij had een inbreng in onze strategie." Maar heeft Nederland echt invloed gehad? Van Walsum: "Die missie heb ik er doorgedrukt en ik heb zelf de leden gekozen. Ook het openbare debat van vorige week zaterdag heb ik doorgedrukt. De meeste landen waren er niet voor dat ik dat debat belegde terwijl de missie nog onderweg was. Maar ik wilde niet langer wachten omdat ik een conflict zag tussen de politieke realiteit en de procedurele correctheid. Zowel de missie als dat debat, waar het gescheld tegen Indonesië niet mis was, hebben een groot effect gehad, samen met de dreigingen uit de financiële wereld. Indonesië is binnen enkele dagen honderd procent omgegaan." Dit alles heeft Van Walsums scepsis over de slagkracht van de VN niet veranderd. Van dat "modderen" bij de VN, neemt hij niets terug. "Je wordt er gefrustreerd van. Maar ik zie voorlopig geen alternatieven voor de V-raad." Even nuchter blijft hij over de Nederlandse rol. "Je moet realistisch zijn over je eigen invloed en grenzen. En binnen die grenzen het maximale eruit halen."
|
NRC Webpagina's
18 SEPTEMBER 1999
|
Bovenkant pagina |