|
|
|
NIEUWSSELECTIE
|
Spanningen op de arbeidsmarkt
ROTTERDAM, 18 SEPT. Over een hulp in de huishouding, een oppas voor de kinderen of iemand die de hond uitlaat kan schaars automatiseringspersoneel tegenwoordig onderhandelen. Een hoog salaris, auto van de zaak en luxe vakanties behoren al tot de standaardvoorwaarden in het arbeidscontract. Werkgevers halen de meest extravagante capriolen uit om werknemers te vinden en te binden. Dat geldt voor hoogopgeleid personeel in technische functies, maar ook in het gewone straatbeeld wordt de nood steeds zichtbaarder. Wie een winkel binnengaat kan niet meer om de advertentie heen: 'Gevraagd: winkelpersoneel'. De arbeidsmarkt is krap, zo blijkt uit het hoge aantal vacatures en de lage werkloosheid. De werkloosheid bedraagt in Nederland ongeveer 3 procent van de beroepsbevolking, alweer een kwart minder dan een jaar eerder. Coen Teulings, hoogleraar arbeidseconomie en arbeidsmarktbeleid aan de Universiteit van Amsterdam, noemt het huidige werkloosheidspeil "ongehoord laag". Wat in Nederland op de arbeidsmarkt gebeurt is volgens hem uniek. Hij doelt op het verschijnsel dat de werkloosheid laag is, er veel vacatures zijn, en dat de loonontwikkeling toch zeer gematigd is. "Gezien de spanning op de arbeidsmarkt zou je een snellere stijging verwachten", zegt Teulings. De relatief bescheiden loonstijging houdt onder meer verband met de lastenverlichting die het kabinet de laatste jaren nastreeft. Bij een gelijkblijvend salaris zien mensen hun besteedbaar inkomen stijgen doordat ze minder aan belastingen en sociale premies betalen. Teulings: "Dat is een groot aantal jaren goed gegaan, maar ik verwacht dat de lonen de komende jaren - zolang de krapte op de arbeidsmarkt aanhoudt - sterk zullen stijgen. Dat is geen ramp. Politici moeten daar niet te krampachtig over doen." Hogere lonen in de marktsector komen tot uitdrukking in duurdere producten en diensten. Daardoor verslechtert de concurrentiepositie van Nederland, dat een groot deel van de welvaart in het buitenland verdient. De overheid is bovendien meer geld kwijt aan uitkeringen en salarissen voor ambtenaren. "Maar de mensen hebben ook meer uit te geven en dat stimuleert de binnenlandse bestedingen", pareert Teulings. En in vergelijking met concurrent Duitsland heeft Nederland het de afgelopen twintig jaar bijzonder goed gedaan. "Twee decennia lang bleven de loonkosten per jaar één procent achter bij die in Duitsland; dat heeft onze concurrentiepositie ijzersterk gemaakt." Bij de leden van de FNV wordt de roep om hogere lonen luider, constateert Simon van der Pol, arbeidsmarktspecialist bij de vakcentrale. "Maar ook de behoefte aan vrije tijd groeit." Meer vrije tijd in plaats van hoger loon zou loonstijgingen kunnen voorkomen. Dit lost de schaarste op de arbeidsmarkt echter niet op. "Mensen die nu niet aan de slag zijn - allochtone vrouwen, gedeeltelijk arbeidsgeschikte WAO' ers - moeten die extra vraag invullen", meent de FNV-econoom. De werkgevers zijn minder optimistisch over het aanspreken van de 'arbeidsreserve'. "570.000 mensen zijn geregistreerd werkloos, maar slechts 10 procent kan worden aangemerkt als direct bemiddelaar", rekent Alfred van Delft, arbeidseconoom bij de werkgeversorganisatie MKB- Nederland, voor. "Zet vervolgens deze 57.000 af tegen de 150.000 vacatures in het midden- en kleinbedrijf en je hebt het probleem te pakken." Tegen deze achtergrond pleitte MKB-voorzitter Hans de Boer onlangs voor verruiming van de mogelijkheden voor asielzoekers om een betaalde baan te accepteren. "De stille reserves moeten op de markt komen", zegt Van Delft. Hij vindt dat eerst de 'bestandsvervuiling' moet worden aangepakt; het aantal werklozen dat geschikt en direct beschikbaar is om vacatures op te vullen is een fractie van het aantal mensen in de kaartenbak van de arbeidsbureaus. Daarnaast moeten werklozen meer worden gestimuleerd een baan te zoeken en te accepteren. "Verwijtbaar nalatig gedrag moet veel strenger worden aangepakt. De instanties zijn nu veel te laks", vindt Van Delft. Hij meent dat het gemeentelijk beleid daarbij averechts werkt. "Inkomensafhankelijke subsidies en vrijstelling van gemeentelijke lasten werken remmend op het zoekgedrag." En, tot slot, de zwartwerker moet "kei-, keihard worden aangepakt". Van Delft: "Het is nog steeds een taboe, maar er zijn veel mensen met een uitkering en een baan. Deze mensen ben je kwijt voor de reguliere arbeidsmarkt. Dat is onacceptabel." In tegenstelling tot de werkgevers is Teulings optimistischer over de 'arbeidsreserve'. "Steeds meer vrouwen en allochtonen vinden een betaalde baan." Volgens hem is ook de verdringing op zijn retour. Met dit laatste fenomeen doelt hij op de bereidheid van een werkloze genoegen te nemen met baan onder zijn opleidingsniveau. Nu steeds meer mensen de baan krijgen waarvoor ze zijn opgeleid, vallen plaatsen voor laaggeschoolden vrij. "Nederland komt in de buurt van volledige werkgelegenheid, met een harde kern van mensen die onbereikbaar blijven voor de arbeidsmarkt." Vooralsnog zijn ondernemers niet bereid forse hogere lonen te betalen. De advertentie 'Gevraagd: winkelpersoneel' zou dan direct van de ruit kunnen. "Daar kan ik niet aan beginnen", zegt een eigenaar van een ijzerwarenzaak in Beverwijk. "Dan krijg ik ruzie met de rest van het personeel, want het leidt tot een scheve beloningsverhouding. Voor de nieuwkomer is het minimumloon of anders niet. Dan moet de klant maar iets langer wachten."
|
NRC Webpagina's
18 SEPTEMBER 1999
|
Bovenkant pagina |