|
|
|
NIEUWSSELECTIE Dossier Auteursrecht
|
Digitale spookrijder
ALLE REDEN DUS voor het toekennen van, zoals dat heet, "horizontale werking" aan digitale grondrechten; dat is de toepasselijkheid van deze rechten in particuliere rechtsbetrekkingen. Voor het klassieke briefgeheim is dat al erkend. E-mail moet dan een peulenschilletje zijn. Er dient zich ook een andere en wat moeilijker kandidaat aan, het elektronische auteursrecht. Het klassieke auteursrecht geeft de rechthebbende een absoluut en exclusief verbodsrecht. In particuliere handen kan een dergelijke bevoegdheid net zo verwoestend uitwerken op de informatievrijheid als de overheidsverboden waartegen de grondwet bescherming verleent. De nieuwe technologie geeft een nieuwe dimensie aan de klassieke kernvraag of telkens toestemming van de rechthebbende nodig en wenselijk is. Dat is het niet. Iedere lees-, raadpleeg- of kijkhandeling in een bibliotheek of in het onderwijs loopt gevaar. Hetzelfde geldt voor de consument bij elke kopieerhandeling thuis. Een afzonderlijk punt van zorg is de technische controlemacht van de auteursrechthebbenden, die met behulp van nieuwe middelen (zoals streepjescodes op hun producten) ongekende mogelijkheden krijgen gedetailleerd na te gaan welk gebruik consumenten van bepaalde informatie maken. Daar horen ze buiten te blijven, want dat behoort tot de privacy van hun klanten. TYPEREND VOOR DE spanning tussen auteursrecht en informatiemaatschappij is het millenniumprobleem, het gevaar dat computersystemen bij de komende eeuw- en millenniumwisseling op hol slaan omdat ze slechts de laatste twee cijfers van een jaartal herkennen. Er is een enorme hersteloperatie aan de gang. Daarvoor is het nodig door te dringen in de zogeheten "broncode", het hart van de gebruikte software. Maar dat kan stuiten op een regelrechte weigering, of althans op onredelijke voorwaarden van de leveranciers, zo werd onlangs gesignaleerd in het juridisch vakblad Computerrecht. De echte strijd om het auteursrecht wordt niet gestreden in het Haagse parlement dat over de grondwet beslist, maar in Brussel bij de Europese Gemeenschap. Daar is, in de woorden van de Amsterdamse hoogleraar Hugenholtz, een auteursrechtelijke "regeltrein" gevormd die onbekommerd "voortdendert". Minister Korthals (Justitie) verwijt in een recente notitie de EG onvoldoende rekening te houden met rechten van gebruikers in het kader van toegankelijkheid van informatie. Hij spreekt van het auteursrecht als "spookrijder" op de elektronische snelweg. Korthals denkt in dit verband onder meer aan een auteursrechtelijke hardheidsclausule. Hugenholtz is sceptischer: "Met auteursrechtelijke middelen valt geen toegang tot informatie te forceren". Het enige wat er op zit, is toegang tot informatie royaal op te nemen in de grondwet. Zodat duidelijk is dat dit beginsel ook geldt tussen particulieren op de elektronische snelweg.
|
NRC Webpagina's
18 SEPTEMBER 1999
|
Bovenkant pagina |