|
|
|
NIEUWSSELECTIE Dossier Voedingsschandalen Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
|
Belgische dikbillen slecht gecontroleerd
ROTTERDAM, 11 SEPT. Tussen de geluiden van de draaiende machines klinken bij slachterij Tomassen in het Brabantse Someren de laatste noodkreten van de Belgische dikbillen die na een schot in de kop neerstorten. Hun poten worden aan haken gehangen. Eerst wordt machinaal het vel van de dieren eraf gehaald, dan gaan de ingewanden eruit, vervolgens wordt het beest door midden gezaagd. Deze dag worden in het slachthuis een aantal vetgemeste Belgische runderen, herkenbaar aan hun oranje oormerken, geslacht. Voordat de Nederlandse EU stempels op de karkassen worden gedrukt, waardoor het 'Nederlands vlees' wordt, kijkt een keurmeester van de Rijksdienst voor de Keuring van Vee en Vlees (RVV) elk dier nog even na. De RVV'er, die niet met zijn naam in de krant wil ("Ik wil mijn pensioen graag halen"), controleert al 25 jaar dieren in slachthuizen. Hij heeft van de recente beschuldigingen gehoord dat de Belgische hormonenmafia massaal met hormonen bewerkte runderen in Nederland laat slachten. "Ik denk niet dat er hier iets aan de hand is", zegt hij in zijn kantoortje in het slachthuis. In de kwart eeuw dat hij als keurmeester werkt heeft hij nog nooit een hormoonkoe ontdekt. "Het is moeilijk om dat te constateren. De lui die dat doen zijn slim en moeilijk te pakken. Als je iets verdachts ziet, moet de hele zaak plat. Dat gaat veel kosten, want het hele protocol gaat dan rollen." De keuringsambtenaar weet dat ze in België strenger controleren. "Wij doen niet aan zinloze verspilling. Je moet wel een indicatie hebben dat er iets aan de hand is. Als je die niet hebt, ga je ook niet screenen. Nee, wij hebben geen schrijven gehad om strenger te controleren op hormonen." In het Brabantse slachthuis komen deze dag karkassen van dikbillen van meer dan 600 kilo voorbij. In België worden vrouwelijke runderkarkassen van meer dan 580 kilo stelselmatig op hormonen gecontroleerd. M. Tomassen, de zoon van de eigenaar, snapt wel waarom Belgen naar zijn slachthuis komen. "Onze kwaliteit is beter en in hun eigen land kunnen ze geen koe meer vetmesten. Door alle controles kunnen ze daar hun poten nog niet keren. Als de beesten hier komen, is het te laat voor de hormooncontroles. De mensen weten hoe laat ze dieren moeten brengen." "Of er bij ons hormoonkoeien worden geslacht? Ik weet het niet. Het maakt ons ook niet uit. Bij ons is het: u vraagt en wij draaien", zegt slachter F. Leenders. Juridisch heeft Leenders gelijk. Tomassen als slachterij is niet verantwoordelijk voor de eventuele aanwezigheid van hormonen in runderen die hij slacht. De runderen blijven eigendom van de opdrachtgever. En alleen die kan na een positieve controle strafrechterlijk vervolgd worden. Slachthuizen in de Nederlandse grensstreek hebben het druk met aanbod uit België. De strenge controle in eigen land, en de milde strafmaat en de soepelere normen in Nederland hebben afgelopen jaren tot een uittocht van vooral malafide Vlaamse vetmesters naar Nederland geleid. Wie zijn beesten clean vetmest, heeft immers weinig redenen om naar Nederland uit te wijken. In Nederland zijn de straffen voor hormonengebruik lager. Een ander verschil is dat in Nederland bij de opsporing van groeibevorderaars Europese normen worden gehanteerd. In België gelden normen die strenger zijn dan de Europese. In 1993 werd in Nederland door een Kamermeerderheid al aangedrongen op meer actie tegen groeihormonen. VVD'er Blauw noemde de strafmaat "een volstrekt lachertje". "In de sportwereld word je bij gebruik van dit soort middelen uit de sector gestoten", aldus Blauw. De door het Belgische parlement ingestelde vleesfraudecommissie kwam vorig jaar tot de conclusie dat er sprake is van een grote 'slachtvlucht' naar vooral Frankrijk en Nederland. Getuigen vertelden zeer gedetailleerd over de praktijken, zegt Hubert Brouns, voorzitter van die commissie. "Nederland en Frankrijk zijn toleranter dan België. Ook in Nederland zijn stallen gehuurd om kalveren met hormonen te bewerken, maar veel meer nog gaan de hormoonrunderen rechtstreeks naar de slachthuizen. Blijkbaar is men helemaal niet bang voor de controles." In november 1998 was er op het hoogste ambtelijke niveau overleg tussen België en Nederland over de bestrijding van illegale hormonen. Secretaris-generaal van het ministerie van Landbouw, T.H.J. Joustra, was bij zijn collega in Brussel. België drong aan op een hardere aanpak in Nederland. De huidige aanpak wordt gezien als een ondermijning van het jarenlange harde anti-hormoonbeleid in België. Het Instituut voor Veterinaire Keuring (IVK), vergelijkbaar met de RVV in Nederland, bevestigt de praktijken, net als de 'hormonencel' van de Rijkswacht. Bij de RVV daarentegen is de hele affaire geen aanleiding om in slachthuizen strenger te gaan toezien op Belgische runderen. Een van de Vlaamse bedrijven die runderen laat slachten bij Tomassen in Someren is groothandel G. van Reusel uit Retie. Dat bedrijf betrekt, melden bronnen binnen het IVK, in België onder meer kalveren van een vetmester in Kermt die in opspraak kwam door het gebruik van verboden groeihormonen. Regelmatig rijdt Van Reusel met vetgemeste Belgische kalveren het slachtterrein in Someren op. Van Reusel levert aan Nederlandse en Belgische uitbeenders. Waar blijven die karkassen? De woordvoerder van Van Reusel is kort aan de telefoon: "Geen interesse, goedemiddag." De familie Van Reusel is geen onbekende van de hormonenspeurders in België. De vetmesterij van broer P. van Reusel uit Merksplas staat al jaren op de IVK-lijst van verdachte vetmesters. Terwijl in zijn kalveren groeihormonen zijn gevonden en zijn Maastrichtse advocaat Moszkowicz voor hem bij rechtbanken in België pleit, levert de vetmester naar eigen zeggen nog steeds aan Nederlandse uitbeenderijen die het vlees verkopen aan supermarktketens in Nederland. Van Reusel: "In Nederland heb ik geen problemen. Daar zijn ze slimmer, is de controle lang niet zo als hier. Als je in België hormonen gebruikt, word je behandeld alsof je 26 mensen vermoord hebt. Laat ze toch alles gebruiken, zeg ik." De hormonenaffaire is ook een economisch verhaal. België ziet zich geconfronteerd door oneerlijke concurrentie vanuit Nederland. De export van vlees van België naar Nederland is ingezakt en Belgische slachterijen zien werkeloos toe. Directeur Hendrickx van het gelijknamige slachthuis in Maasmechelen maakt gewag van financiële ellende bij veel bedrijven, van zelfmoorden en van uiteengevallen gezinnen. "Het is één grote miserie." M. van Winckel, secretaris van de vereniging van Vlaamse veehandelaren, zegt: "De uitwijking ontwricht de Belgische rundvleesproductie. Feit is dat aan de andere kant van de grens 'anders geproduceerd' kan worden. Dat levert hogere prijzen op." Anders geproduceerd? Van Winckel lacht en zegt dat hij daarmee "al voldoende gezegd" heeft. "Het wordt tijd om de consument in Europa Belgisch vlees te adviseren. Dat heeft de strengste controle gehad van heel Europa."
Zie ook: Nederland vertrouwt op zelfcontrole vleessector (10 september 1999)
Vluchtroute voor Belgische hormonenmafia
|
NRC Webpagina's
11 SEPTEMBER 1999
|
Bovenkant pagina |