|
|
|
NIEUWSSELECTIE Dossier Kosovo
|
De 'Urk' vist naar bommen in Adriatische Zee
ANCONA, 11 AUG. Vijf, vier, drie, twee, één, nú, roept sergeantmajoor 'Skipper' Cees Mol door de intercom op de commandobrug. Een doffe dreun, een ruk door het schip en een hoog opspattende waterpluim, 200 meter verderop, volgen. Hare Majesteits mijnenjager Urk heeft een 'verloren' vliegtuigbom op de bodem van de Adriatische Zee onschadelijk gemaakt. Even later groeit een tientallen meters grote grijze vlek in het blauwe water, terwijl de bemanning de duim opsteekt. Dat enthousiasme onder de 45-koppige bemanning van de M.861 was in zoverre ook veelbetekenend dat het hier ging om een demonstratie, deze keer, voor een meegereisde groep journalisten. De Urk had dit keer zelf 'een bom', zo'n 200 kilo TNT, op een diepte van twintig meter gedumpt en die vervolgens weer met sonarapparatuur opgespoord. Een felgeel, draadgeleid onbemand onderzeevaartuigje van het type PAP (Poisson Auto Propulsé) was te water gelaten om de precieze plaats van de namaakbom te markeren en er een vernietigingslading op aan te brengen. Daarna deden de controlekamer in het hart van het schip en de brug de rest, via routineus, maar precies afgewerkte procedures die rondklonken tot de 'Skipper' bij 38 graden Celsius aan het aftellen kon beginnen. De Urk, een 51 meter lang en 9 meter breed schip uit de vijftien mijnenjagers tellende Alkmaarklasse, is onderdeel van een antimijnengroep van de NAVO (MCMFORNORTH) en had eigenlijk ergens in Noordwest-Europese wateren, zeg de Noordzee, moeten varen. Maar het schip is sinds begin juni in de Adriatische Zee voor het opsporen en vernietigen van NAVO-bommen, bommen die NAVO-vliegtuigen na missies boven Kosovo en Servië de afgelopen maanden op de terugweg naar hun bases in Italië in speciaal gemarkeerde zones op zee hebben afgeworpen. Dat gebeurde dan wegens brandstofgebrek en/of technische mankementen aan zulke bommen. Half mei werd het Italiaanse publiek zeer ongerust toen Italiaanse vissers die deze zones niet bleken te kennen, nabij Venetië clusterbommen in hun netten ophaalden. Daarbij vielen drie gewonden. Daarom stoomde de internationale Noordwest-Europese antimijnengroep van vijf schepen waartoe de Urk behoort, op naar Ancona, om daar tot eind augustus samen met een vergelijkbare NAVO- antimijnengroep uit de Middellandse Zee (MCMFORMED) bommen te gaan ruimen in een gebied ongeveer zo groot als Noord-Holland. Dieper dan 200 meter hoeft geen bom of oude mijn te worden geruimd. Daartoe ontbreken de technische mogelijkheden en op die diepte zijn bommen ook niet gevaarlijk voor de visserij of voor hydrografisch onderzoek, had kapitein-luitenant ter zee John Kleywegt al verzekerd. Kleywegt, nu (roulerend) commandant van MCMFORNORTH, vertelt dat de Italiaanse marine zelf een noordelijker deel van de Adriatische Zee 'schoonmaakt'. De ruimactie van de NAVO is een succes, zegt hij ook. Er zijn tot nu toe in de zogeheten operatie Allied Harvest 88 bommen op een diepte van minder dan 200 meter gevonden, waarvan er 84 zijn vernietigd. De Urk nam er daarvan tot gisteren - de 60ste dag van de operatie - tien voor zijn rekening. De moeilijkste klus vormen de clusterbommen, die in honderden kleine explosieve scherven uiteen kunnen vallen en dat in het water soms ook al hebben gedaan. Kleywegt wil niet zeggen hoeveel bommen er de afgelopen maanden nu precies in de Adriatische Zee zijn gedropt. Ook over de soorten bommen - waarvan enkele nog uit de Tweede Wereldoorlog - en raketten wil en mag hij niet veel loslaten. "Maar er ontbreekt nog maar een klein percentage en er is een redelijke boekhouding van het totaal", zegt hij. Op de vraag: "Omstreeks honderd in totaal dus of toch meer?", gaat hij niet in. Wel moet worden bedacht dat alle bommen 'ontscherpt' zijn voordat ze werden gedumpt, al zegt dat nog niet alles over het ontploffingsgevaar. De Urk neemt met zijn tien geruimde bommen een gemiddelde plaats in op de ranglijst van de internationale marinemacht. Want natuurlijk worden er 'nationale scores' bijgehouden, weet de gezagvoerder, luitenant-ter- zee eerste klasse Rob van der Veen. Soms telt daarbij ook het geluk, zoals het Deense schip Lindormen meemaakte, toen het in één keer een zogenoemde 'grave yard' met 17 afgeworpen bommen van een Amerikaanse B-52 vond. De vlakke, zanderige bodem en het schone water van de Adriatische Zee maken het ruimen in elk geval gemakkelijker dan in de veel ruwere Noordzee. "Het beste was natuurlijk geweest als die bommen in water van duizend meter diepte waren afgeworpen, maar dat kon om tactische redenen nu eenmaal niet altijd", zegt Van der Veen.
|
NRC Webpagina's
11 AUGUSTUS 1999
|
Bovenkant pagina |