|
|
|
NIEUWSSELECTIE Links naar informatie over het Russische ruimtevaartprogramma
|
De vervloekte vlucht van de Sojoez-11
Sojoez-11
In de nacht van 29 op 30 juni 1971 is het ongebruikelijk druk in het geheime vluchtleidingscentrum vlakbij Moskou. De dienstdoende technici zitten achter de beeldschermen. Ook degenen die eigenlijk vrij hebben zijn gekomen, en natuurlijk de kosmonauten. Ze lopen rond, maken een praatje, of halen koffie aan het buffet. Zodra een radiosignaal weerklinkt, haasten de bezoekers zich naar de controlekamer. Vera Patsajeva krijgt een plaats op de eerste rij. Nog een paar spannende uren, maar dan komt aan de onzekerheid over het lot van haar man een einde: de eerste ruimtebewoners van 's werelds eerste ruimtestation zijn op weg terug naar de aarde. Viktor Patsajev, Georgi Dobrovolski en Vladislav Volkov wacht een groots onthaal met op zijn minst een ontvangst in het Kremlin. De medailles voor de 'Helden van de Sovjet-Unie' liggen al klaar. Vierentwintig dagen eerder, op 6 juni, waren ze vanaf de raketbasis Bajkonoer gelanceerd als eerste kosmonauten die in de ruimte zouden gaan wonen. De wereld had kunnen volgen hoe ze aten, sliepen en gymnastiekoefeningen deden om botontkalking tegen te gaan. Alles verliep voorspoedig, in elk geval wat openbaar werd gemaakt. Op de vrijgegeven beelden waren de baarden die Dobrovolski en Volkov hadden laten staan elke keer een stukje langer. "Hier Zarja, hoort u mij Jantar?" Ruimtestation Saljoet komt binnen het radiobereik van het grondstation met codenaam Zarja (Dageraad). Jantar, het Russische woord voor barnsteen, dat zijn de drie kosmonauten aan boord van de Saljoet: Jantar-1, Jantar-2 en Jantar-3. Zarja: "Geef opdracht tot sluiten van het luik." Jantar-2 (Volkov): "Commando gegeven." Zarja: "Als het eerste luik dicht is, open dan het tweede luik. Controleer nog eens of het luik echt goed gesloten is." Het luik gaat niet goed dicht. Er wordt minutenlang gerommeld, de tweede poging duurt de vluchtleiders te lang, maar dan meldt Jantar-3 (Patsajev): " Het lampje 'luik open' is uit." Zarja: "Begrepen. Ik geef toestemming tot ontkoppeling." Jantar-3: "Commando ontkoppeling gegeven." Jantar-2: "We ontkoppelen, we ontkoppelen! We zien het station nu links van ons." Vera Patsajeva wil geen woord missen, ze zit in de controlekamer met een notitieblok op haar knieën. Gespannen noteert ze de conversatie, om haar ongerustheid te bedwingen. Als atmosfeer-deskundige bij het bemande ruimtevaartprogram kent ze de gevaren van de terugkeer in de dampkring tot in detail. Ze hoort haar man zeggen: "Vanuit mijn raampje zie ik de aarde. Het is nu nul uur eenendertig. Alles gaat goed. Een groet aan alle kameraden, en tot ziens op aarde!" Zarja: "Tot ziens Jantari. Tot het volgende radiocontact." Vera probeert niet te denken aan de landingscapsule Sojoez-11 die de dampkring intuimelt. Viktor klonk moe, maar ook gelukkig. Iets doen wat nog nooit was gedaan, daar had hij zijn hele leven van gedroomd. Kosmonaut en raketontwerper Feoktistov komt naar haar toe. "Niet bang zijn, Vera. Zo'n landing hebben we al zo vaak gedaan, het is gewoon routinewerk."
Kameraden Als eind deze maand de laatste bemanning van het dertien jaar oude ruimtestation Mir op de steppe van Kazachstan landt, valt daarmee tegelijk het doek voor het Russische ruimterijk. De 130 ton wegende Mir, door schimmel en roest aangevreten, stort begin volgend jaar half verbrand op aarde neer. Volgens de planning had het station al in 1991 vervangen moeten worden, maar juist in dat jaar viel de Sovjet-Unie uiteen en was het geld op. De Mir vertoonde de afgelopen jaren het ene na het andere bijna fatale mankement, maar de Russen dachten er niet aan hun vlaggenschip op te geven. Toegeven dat hun laatste symbool van nationale trots geen succes meer zou zijn, dat doet pijn. Aanvankelijk probeerden ze het nog door de fouten op het conto van een individu te schrijven, want aan de superieure techniek kon het immers niet liggen. Dat was zo in 1997, toen Mir-commandant Tsiblijev de schuld kreeg van de botsing in de ruimte met een vrachtschip en gekort werd op zijn loon. En dat is in de bijna dertig jaar van bemande Russische ruimtestations eigenlijk nooit anders geweest. Het station Saljoet waarmee de Russen in 1971 het spits afbeten, had aanvankelijk niet op het programma gestaan. Na de Spoetnik in 1957 - het eerste voorwerp dat met zoveel vaart van de aarde werd geslingerd dat het de zwaartekracht overwon en buiten de dampkring kwam - trok er een rilling door de Verenigde Staten. Als de Sovjet-Unie de ruimte zou beheersen, kon zij atoombommen op Amerika gooien 'als steentjes vanaf een viaduct', zo was de vrees. De Koude Oorlog spitste zich toe op de verovering van de kosmos en de eerste jaren lagen de kameraden op kop. Nog geen maand na de Spoetnik werd het hondje Laika in een baan om de aarde geschoten. De Amerikaanse luchtmacht antwoordde met het programma MISS, Man In Space Soonest, maar de eerste mens in de ruimte was een Rus. Joeri Gagarins anderhalf uur durende vlucht in 1961 kwam niet toevallig drie weken voordat de eerste Amerikaan een paraboolvlucht van amper vijf minuten buiten de dampkring beschreef. Keer op keer werd NASA afgetroefd, en het ergste was: ze wisten niet door wie. De identiteit van de man die 'De Hoofdontwerper' werd genoemd was Sovjet- staatsgeheim. Niemand wist hoe hij heette of hoe hij er uitzag. Maar steeds had hij de primeur: de eerste vlucht met twee capsules tegelijk (1962). Valentina Teresjkova, de eerste vrouw in de ruimte (1963). De eerste meerpersoonsvlucht, meteen met drie mensen tegelijk (1964). De eerste ruimtewandelaar Aleksej Leonov (1965). Intussen zetten de Amerikanen alles op alles om de belofte van president Kennedy ("Voor dit decennium voorbij is zetten wij een Amerikaan op de maan") in te lossen. Het keerpunt in de ruimtewedloop kwam na de dood van De Hoofdontwerper - op zijn grafsteen stond zijn naam, Sergej Koroljov. In 1969 plantten de Amerikanen hun vlag op de maan. De Russen, geschokt, schrapten resoluut hun eigen maanprogramma: in het voetspoor treden van Neil Armstrong, daar viel geen eer aan te behalen. De leiders van het arbeidersparadijs zetten al hun kaarten op de ontwikkeling van permanente bases in de ruimte, als een toekomstige tussenstop op weg naar verre planeten. Gorodok Kosmonavtov, Kosmonautenstadje, midden in Moskou oogt als een vakantiedorp in Spanje. De zachtgele, bakstenen huizen staan zo gerangschikt dat op elk balkon evenveel zon valt. Alleen mensen die verwacht worden mogen langs de bewaker het terrein op. In een stad vol betonnen flats valt dit vriendelijke wijkje met zesendertig 'drive-in- woningen' volstrekt uit de toon. "Viktor vertelde me pas achteraf dat hij geselecteerd was voor de kosmonautenopleiding", vertelt de inmiddels zestigjarige Vera Patsajeva aan de keukentafel. "Hij zei dat hij een maand naar Krasnojarsk in Siberië moest voor zijn werk, en belde me regelmatig. Toen hij terugkwam liet hij een certificaat zien van het Medisch-Biologisch Instituut in Moskou. Hij bleek de hele tijd gewoon in de stad te zijn geweest om proeven te ondergaan." Na zijn studie had Viktor Patsajev 'De Hoofdontwerper' Koroljov leren kennen tijdens het testen van lange-afstandsraketten. Patsajev werkte er als wiskundige. Vanaf dat moment was de jonge ingenieur uit de barnsteenregio Kaliningrad bezeten van de verkenning van de kosmos. Hij vroeg om overplaatsing naar Ontwerp-bureau Nummer Een, dat van Koroljov, en nu bleek dat hij zich had aangemeld als kandidaat- kosmonaut. Vera schrok enorm. "We hadden jonge kinderen, waarom zocht hij zulke risico's? " Maar ze wist dat ze hem niet kon tegenhouden als hij ergens zijn zinnen op had gezet. Hij werd ingedeeld bij het maanprogramma, dat direct na de Amerikaanse maanlanding werd vervangen door de ontwikkeling van het eerste ruimtestation. Met Nieuwjaar 1971 gingen Vera en Viktor samen met hun collega Vladislav Volkov en zijn gezin op vakantie naar Istra, net buiten Moskou. Viktor en Vladislav dachten over niets anders dan wat er het komende jaar zou gebeuren: in april zou de Saljoet gelanceerd worden. Het eerste drietal kosmonauten zou de overstap naar het station maken; het tweede zou er drie weken verblijven. Zij zaten in het derde team, als reserveploeg voor de tweede vlucht. Viktor was al 38, hij hoopte dat het niet te lang zou duren voor hij de kosmos in mocht, misschien was hij anders te oud. "Hij dacht niet aan gevaar, maar werd gedreven door een enorme nieuwsgierigheid", zegt Vera. Ze herinnert zich dat Vladislav juist blij was dat hij voorlopig nog niet hoefde te vliegen, omdat hij het ruimtestation niet vertrouwde. Begin april vertrokken de drie teams naar de lanceerbasis Bajkonoer. Vera Patsajeva schreef in haar dagboek: 'Het was koud op de dag van zijn vertrek. Viktor droeg een veel te dunne jas.' Ze weet nog dat hij haar de uitnodiging gaf voor het galaconcert in het Kremlin, ter ere van het tienjarig jubileum van Gagarins vlucht. Op 19 april noteerde ze: 'Op de radio hoorde ik dat het nieuwe station is gelanceerd. Het heet Saljoet. Alle kranten staan vol over de triomfen van de vaderlandse ruimtevaart. Maar het enige belangrijke schrijven ze niet: wie gaat erin vliegen, en wanneer?'Volgens schema vertrok het eerste drietal in de Sojoez-10 naar het ruimtestation, maar ze bleven nauwelijks twee etmalen weg. Viktor kwam terug naar Moskou, er was iets misgegaan: de koppeling was niet tot stand gekomen door een fout in het mechaniek. Vera schreef: 'Mij leek dat een slecht teken voor het nieuwe station. Maar Viktor zei dat het geen probleem was, ze zouden de constructie aanpassen en de tweede vlucht zou gewoon doorgaan.' Op 20 mei vertrok Patsajev weer naar Bajkonoer. 'Vanochtend nam ik opnieuw afscheid van Viktor. Het was warm. De appelbloesem stond in bloei. Viktor zei dat hij snel weer terug zou zijn.' De precieze lanceerdatum was niet bekend. Maar de reserveploeg ging immers alleen voor de zekerheid mee. Toen haar man begin juni nog steeds niet thuis was, begon ze zich ongerust te maken. Hij kon haar niet bellen om te vertellen wat er aan de hand was. Door de telefoon mocht met geen woord over de ruimtevaart worden gesproken, voor het geval de Amerikanen meeluisterden. Op 5 juni ging de telefoon: Viktor! Hij koos zijn woorden met zorg. "Morgen gaan we naar het werk. Het kwam zo uit. Wees maar niet bang, met mij zal er niets gebeuren. Hou je goed met de kinderen!" Vera: "Dat was alles. 'Morgen gaan we naar het werk.' Ik begreep wat dat betekende. Ik voelde me vreselijk, maar ik hoorde aan zijn stem dat hij juist blij was." Van de oorspronkelijke groep was iemand ziek geworden en dus was de reserveploeg ingezet.
Op de steppe "Hier Zarja, geef antwoord, Jantari." Op het vluchtleidingscentrum snelt iedereen toe. De Sojoez-11 is de dampkring binnengekomen; de stemmen van de kosmonauten zullen zo te horen zijn. De oproep wordt een paar keer herhaald. Vanuit de helikopter is de parachute met de landingstoestel eraan al zichtbaar, een stipje op het scherm in de controlekamer. De capsule daalt langzaam en vult een steeds groter deel van het beeldscherm. "Hier Zarja, geef antwoord Jantari." Het radiocontact is allang weer hersteld, maar er komt geen respons. "Jantari, hier Zarja, antwoord!" De Sojoez landt zacht op de steppe, meteen daarna springen de bergingswerkers uit de helikopter. De verbinding met het vluchtleidingscentrum in Moskou wordt verbroken. Vera begrijpt dat er iets verschrikkelijk mis is. Ze kijkt uit het raam terwijl de zon opkomt, speelt met haar pen, probeert die ene allerergste gedachte te verdringen. Dan komt Valentina Teresjkova, de eerste vrouw in de ruimte, die is aangewezen om te zeggen wat Vera niet wil horen: "Er is geen hoop. De bemanning is omgekomen." Vera vertelt het zorgvuldig, zin voor zin. Later zag ze de beelden: de drie kosmonauten werden uit de Sojoez getild en op witte lakens gelegd. Het kon nog niet te laat zijn. De artsen begonnen aan hartmassage en mond-op-mondbeademing, tot ze moesten toegeven dat niets meer kon helpen: de eerste ruimtebewoners waren dood. Ze bleken gestikt te zijn toen de lucht in hun capsule door een lek was ontsnapt. Net als de Amerikanen in die tijd droegen ze geen ruimtepakken omdat men vertrouwde op de beschermende huls van de capsule. Viktor Patsajev lag met losse riemen in zijn stoel - blijkbaar had hij nog geprobeerd het lek te vinden. De urnen van de drie omgekomen kosmonauten werden in de Kremlinmuur bijgezet, en ze kregen postuum hun ereteken 'Held van de Sovjet-Unie'. Maar in die tijd hield men niet van mislukkingen. De weduwe van Viktor Patsajev kwam niet in aanmerking voor een kosmonautenpensioen. Er werd vastgesteld dat haar man niet in de ruimte was omgekomen, maar in het luchtruim van Kazachstan. Het herdenkingsboek, Saluut aan de Ruimte, kon twee jaar lang niet gepubliceerd worden, ook al had Vera Patsajeva het samengesteld met kosmonauten en ingenieurs van aanzien, die zich strikt aan de officiële versie hadden gehouden. Pas nadat de toenmalige hoofdconstructeur Vasili Misjin met het Kremlin had gebeld mocht het in 1973 worden uitgegeven. Vera laat het boek zien, het valt bijna uit elkaar. In de kantlijn heeft ze correcties en aanvullingen geschreven. Op het schutblad staat: Voor mijn zoon Dmitri, ter nagedachtenis aan je vader. Om de mythe van de superioriteit van de Sovjet-ruimtevaart in stand te houden kwam het stempel 'geheim' op alle papieren die met de vlucht te maken hadden. Er waren mensen die zeiden dat Patsajev als boordingenieur de mogelijke constructiefout tijdig had moeten onderkennen. Gelijk met het afbrokkelen van de Sovjet-macht sijpelde er steeds meer informatie naar buiten over de vroege periode van de bemande ruimtevaart. Niet alles was zo succesvol geweest. Joeri Gagarin was bij terugkeer bijna in de dampkring verbrand en Aleskej Leonov, de eerste ruimtewandelaar, was slechts met de grootste moeite zijn schip weer binnengekomen. In 1991 interviewde het weekblad Ogonjok de gepensioneerde hoofdconstructeur Misjin over het ongeluk van twintig jaar eerder. Vera las het verhaal en was opgesprongen uit haar stoel. Misjin beweerde dat de kosmonauten niet dood hadden hoeven zijn. "Ze hadden zichzelf kunnen redden door eenvoudig hun hand op het lek te leggen, maar om de een of andere reden hebben ze die kans niet benut." Volgens hem hadden ze zich gewoon niet goed op de vlucht voorbereid. In ieder geval was er van een fout door zijn constructiebureau geen sprake. Vera rende meteen naar haar collega's toe, die aan de bouw van de Sojoez-11 hadden gewerkt. "Hadden ze een kans gehad? Was het hun eigen schuld?" Ze moest het antwoord weten. Ze vroeg en kreeg toestemming om de twintig jaar oude geheime rapporten over de vlucht te lezen, de transcriptie van alle radiogesprekken, de logboeken van de bemanning. Terwijl ze in het geheime archief werkte, was ze steeds bang dat er documenten zouden verdwijnen of dat de toestemming zou worden ingetrokken. Ze kon er niet van slapen. Patsajeva ontdekte dat de bemanning allerlei tegenslagen had ondervonden. Aanvankelijk hadden de kosmonauten het ruimtestation niet kunnen betreden doordat er onvoldoende zuurstof was. Vervolgens hadden ze vierentwintig etmalen lang nauwelijks kunnen slapen door de stank en het lawaai. Er was een brandje geweest. En kort voor hun terugreis naar de aarde hadden de ruimtevaarders toestemming gevraagd het vertrek een dag uit te stellen wegens problemen met het luik, maar dat werd door 'ground control' geweigerd. Over de oorzaak van het ongeluk vond Vera dit: vlak voor de Sojoez-11 in de dampkring terugkeerde, had er een ventiel automatisch moeten sluiten, maar dat gebeurde niet. Volgens Patsajeva was de lucht al in zes seconden verdwenen, terwijl de procedure om het ventiel te sluiten dertig seconden zou kosten. Bovendien: er was geen waarschuwingssysteem. Voor de kosmonauten in de gaten hadden wat er aan de hand was, waren ze al gestikt. Ze schreef een boek met haar bevindingen, maar de tijden waren veranderd. Het Rusland van de jaren negentig had geen belangstelling meer voor haar verhaal. Ditmaal zou een telefoontje naar het Kremlin niet helpen. Alleen als ze geld meebracht, wilde een uitgeverij het boek publiceren. De weduwe moest genoegen nemen met een tijdschriftartikel van drie kantjes. Maar ook dat gaf haar geen rust. Vera Patsajeva trad enige tijd geleden op in een tv-programma, samen met de vroegere hoofdconstructeur Misjin. Voor de opname had hij gezegd dat hij haar standpunt begreep, maar toen de camera's draaiden herhaalde hij dat de drie kosmonauten hadden kunnen leven, dat het hun eigen schuld was. "Hij durft eenvoudig de verantwoordelijkheid voor een constructiefout niet op zich te nemen", zegt Vera meewarig, "maar ik weet dat hij ongelijk heeft."
|
NRC Webpagina's
7 AUGUSTUS 1999
|
Bovenkant pagina |