U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
   B U I T E N L A N D
 
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S c h a k e l s
Amnesty International over Cuba

Vraaggesprek met een Cubaanse dissident

De keizer is naakt, maar niemand zegt wat


Nestor Baguer is een van de weinigen op Cuba die openlijk durft te praten. Castro deugt niet, maar 'wij hebben het nationalisme van een klein volk dat altijd door zijn grote buur is gekoeioneerd'.

Door onze correspondent MARJON VAN ROYEN

HAVANA, 7 AUG. "Ik zweer u: de grootste bedreiging voor Cuba is niet Fidel Castro maar zijn sterfelijkheid." Nestor Baguer (77) telt op zijn vingers: "Wij dissidenten stellen niets voor. Binnen de partij is geen alternatief. En als de bannelingen uit Miami komen, krijg je een bloedbad. Gegarandeerd."

Baguer is één van de weinige dissidenten op Cuba die openlijk durft de praten. Sinds maart dit jaar zijn er nieuwe knevelwetten tegen dissidenten van kracht. Iedereen die informatie geeft die de onafhankelijkheid of de economie van Cuba in gevaar brengt, kan drie tot vijftien jaar gevangenisstraf krijgen. De wet is gericht tegen het toenemend aantal 'onafhankelijke persbureaus' op Cuba. Dat zijn bureautjes die proberen via Internet alternatieve berichtgeving te verspreiden. Baguer was één van de eersten, met zijn in 1991 opgerichte Agencia de Prensa Indipendiente de Cuba.

Ontspannen zit hij in zijn koloniale appartement in het centrum van Havana. Schilfers aan de muur, verstofte kroonluchters en plastic bloemen die ooit roze zijn geweest. Hij vindt het geen enkel probleem dat de buren de buitenlandse journalist de trap op hebben zien gaan. "Wat kunnen ze me doen", zegt Baguer terwijl hij één van zijn katten onder de kin krabt. "Castro kan me in de gevangenis zetten. Maar vermoorden doet hij me niet. En je wordt hier ook niet gemarteld. Wat je ook mag vinden: Castro is geen Pinochet." Baguer begrijpt dan ook niet waarom het 'volk' - zoals hij het noemt - niet in opstand is. "Iedereen van mijn stand heeft na de revolutie laf het land verlaten."Hijzelf bleef. Ondanks zijn adelijke bloed en de familiebezittingen die hem werden afgenomen. "Ik ben nooit lid van de communistische partij geweest. Maar ik zag de onrechtvaardigheid en de moordzucht onder het regime van Batista." De Cubaanse dictator werd verjaagd, en Castro nam zijn plaats in. "De revolutie beloofde vrije verkiezingen. Maar die zijn er na veertig jaar nog steeds niet gekomen."

Denkt u dat er kans is op verandering?

"De bevolking mort en maakt grappen. Het regime heeft zijn populariteit verloren. Maar toch durft niemand zijn stem te verheffen. Soms kom ik op straat mensen tegen die zeggen: 'geweldig wat je doet'. Maar als ik dan vraag waarom zij niet hetzelfde doen, zeggen ze, 'nee'. Ze hebben een vrouw, kinderen, een baan. Duizend excuses. En zodra de partij een orkest in het park zet met wat pils erbij, komt iedereen weer als brave revolutionaire burgers opdraven."

Heeft u zelf niet dertig jaar lang hetzelfde gedaan? U werkte bij de Cubaanse staatstelevisie. U gaf les aan de Universiteit.

"Omdat... omdat ik het niet eerlijk vond dezelfde staat waarvan ik mijn inkomen kreeg te bekritiseren. Pas toen ik met pensioen ging, beschouwde ik mezelf vrij om over politiek te praten. Bovendien doceerde ik Spaanse taal. Ik had daarover ook een column. Ik ben altijd zeer kritisch geweest op de manier waarop onze taal wordt gebruikt."

Vanwaar die angst om zich met politiek te bemoeien?

"Ik denk dat Latijns Amerika, en zeker Cuba, zich nooit bevrijd heeft van de oude Spaanse erfenis van de caudillo. De populistische heerser die autocratisch regeert, een dictator is voor mijn part. Maar boven alles moet de caudillo sympathiek worden gevonden. Zo'n caudillo is Fidel Castro altijd geweest. Neem de vrouw die hier in huis voor mij schoonmaakt. Ze weet wat ik doe, en ze vindt het best. Maar nog steeds ziet ze scheel van bewondering voor Fidel. Hij is de beste en de mooiste man die ze kent. Met haar praat je dus niet over politiek."

Maar u zegt ook dat de populariteit van Castro is afgenomen.

"Dat is de grote tragedie. De keizer is naakt, en er is niemand die het zegt. Om de simpele reden dat er niemand op Cuba sympathiek genoeg is om het over te nemen. Dat is de reden dat de mensen zeggen: hoe slecht het ook gaat met het land, er is geen alternatief."

Zit er onder de dissidenten geen potentieel?

Blazend van verontwaardiging: "Ab-so-luut niet. De onafhankelijke persbureaus schieten op Cuba als paddestoelen uit de grond. Inmiddels zijn er al tien. Maar de overgrote meerderheid is niet serieus. Ze liegen om op te vallen. Eerst lopen ze met hun kopij naar de Amerikaanse missie om te kijken of die het leuk vinden. Het enige wat ze doen is kijken hoe ze de Amerikaanse regering zo kunnen paaien dat ze een visum voor de Verenigde Staten krijgen. Ik vraag ze wel eens: schrijf je nu tegen Castro of voor een visum?"

Geldt dat ook voor de vier ondertekenaars van het document 'Het Vaderland is van iedereen'? In april is de groep tot vijf jaar veroordeeld.

"Die zijn alleen bekend geworden omdat Castro de fout heeft begaan ze bekend te maken. In de partijkrant Granma wijdde hij er drie hele pagina's aan de rechtvaardiging van hun straf. De hoofdondertekenaar Vladimir Roca heeft een probleem met Castro omdat zijn vader als 'held van de revolutie' geen president is geworden. Het geval is net als met de bende van vier in China: niet meer dan een strijd tussen communisten onderling.

Zo wordt er niet gesproken over ingenieur Bonne, de enige van het stel die sympathiek is. Dus de enige die steun onder de bevolking zou kunnen krijgen. Maar hij heeft de handicap dat hij zwart is. Ondanks alle emancipatie, is een zwarte leider voor Cuba een station te ver."

Wat is de rol van bannelingen in Miami volgens u?

"Zij zijn het grootste cadeau voor Castro. Nog steeds. Want één ding weet ik zeker. De bevolking van Cuba zal ze er nooit inlaten. Niemand vergeeft hen dat zij al die tijd in Amerika goed hebben geleefd, terwijl iedereen hier op suikerriet beet. Als het gaat om het tegenhouden van de bannelingen, schaart het hele volk zich achter de communisten. U moet de anti-Amerikaanse gevoelens op Cuba niet onderschatten. Wij hebben het nationalisme van een klein volk dat altijd door zijn grote buur is gekoeioneerd. De bannelingen worden gezien als de vijfde kolonne van de VS."

NRC Webpagina's
7 AUGUSTUS 1999



( a d v e r t e n t i e s )
WNF - Investeerin de natuur
Centraal Beheer - Vraag vrijblijven een offerte aan

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)